In de eeuwige stroom van de tijd, te midden van de stoffige bladzijden van de geschiedenis, rijst het mysterie op van de oorsprong van een naam die het lot van een rijk markeerde: Rome.
Rome werd volgens de mythe gesticht op 21 april van het jaar 753 v. Chr. door Romulus en Remus, afstammelingen van de Trojanen die onder leiding van Aeneas, zoon van Venus en Anchises, uit het brandende Troje waren gevlucht, dit is ook het begin van de Romeinse tijdrekening. In het begin dacht men dat ‘Rome’ was afgeleid van ‘Romulus’, de mythische en legendarische stichter. De geniale Philargirius zag echter met een kritisch oog de waarheid: misschien was het wel andersom.
De Ouden, nieuwsgierig en goed geïnformeerd, stelden de ontstaansgeschiedenis van deze naam al ter discussie, maar ondanks hun gevatheid wankelden de aangedragen oplossingen onder het gewicht van de moderne kritiek.
De meest populaire stelling in de oudheid koppelde de naam van de stad aan het Griekse woord ‘ῥώμη’, wat ‘kracht’ betekent. Deze interpretatie, hoewel verleidelijk in haar eenvoud, bleek niet veel meer dan een oefening in eruditie.
De geschiedenis bracht nieuwe hypothesen in de moderne tijd. Eén daarvan bracht ‘Rome’ terug tot ‘Rūmōn’, de oude naam voor de rivier de Tiber, wat suggereerde dat ‘rōmānus’ ‘rivier’ betekende. Dit idee vond een echo in Porta Rōmŭla, de oude stadspoort, gelegen bij Porta Flumentana van de Servische muur.
Een andere, meer poëtische theorie zag ‘Rūma’, wat ‘borst’ betekent, als de oorspronkelijke naam voor de Palatijn, een van de zeven heuvels waarop de stad was gebouwd. De etymon van deze naam blijft echter gehuld in mysterie.
Het was aan het begin van de 20e eeuw dat Wilhelm Schulze een revolutionaire thesis voorstelde, die ‘Rome’ verbond aan de Etruskische Ruma-familie. (*) Deze hypothese vond vruchtbare grond en wordt vandaag de dag algemeen aanvaard en biedt een plausibele verklaring voor de oude naam van de Tiber.
Enkele minder belangrijke theorieën, die een verband suggereerden met het Griekse werkwoord ‘ῥέω’ (‘stromen’) of met de naam van de rivier Strimone, heeft men al snel verworpen. Ten slotte hangt er een sluier van mysterie over het bestaan van een geheime naam voor Rome, gekoppeld aan oude rituelen en tradities die in de tijd verloren zijn gegaan.
Zo blijft de naam Rome een fascinerend raadsel, een herinnering aan de diepe wortels van een beschaving die de wereld heeft gevormd.
(*) Wilhelm Schulze, Zur Geschichte lateinischer Eigennamen (1904)