In het bronzen tijdperk zaten de mensen op Sardinië, als eerste in Europa, te genieten van sappige, zoete meloenen. Dit vertellen ons de archeologen die daar meloenzaadjes hebben opgegraven die komen uit de jaren 1310-1120 vóór Christus. Sindsdien zijn deze vruchten niet meer weg te denken van de Europese tafels.
Alexandre Dumas at ze graag met peper en zout en een glas Madera, of beter nog Marsala. Men zegt dat hij de meloenen van Cavaillon zodanig apprecieerde dat hij aan de stadsbibliotheek zijn werken – en dat waren er bijna vierhonderd – aanbood in ruil voor een lijfrente van twaalf meloenen per jaar. Hetgeen gebeurde tot aan zijn dood in 1870. Te zijner ere richtte men zelfs het broederschap van de Ridders van de meloenen van Cavaillon.
In Italië heb je in de zomer de sappige netmeloen die luistert naar pittoreske namen zoals Talento -talent-, Pregiato -kostbaar-, Sogno -droom- of Merlin -Merlijn. Heel typisch is de Melone di Cantalupe, de Kantaloep. Volgens de traditie brachten missionarissen uit Azië die naar het suggestieve dorpje Cantalupo in de provincie van Rieti waar zich een pauselijk kasteel bevond.
Als je de meloen op tafel brengt samen met een van de oudst bekende vruchten die rond 9.000 vóór Christus in de Jordaan-vallei werd verbouwd, de sensuele vijg, en met Parmaham heb je meteen een feestelijk Mediterraan voorgerechtje.
Om in de sfeer te blijven, een frisse en smakelijke koude pasta met meloen, Parmaham, basilicum en enkele druppeltjes balsamico azijn van Modena. En tot besluit een klassieke Fruitsalade of een geraffineerd, exotisch dessert met Meloen met Marsalawijn, een zoete DOC likeurwijn uit het Siciliaanse stadje Marsala. Een garantie voor een fruitig en genereus charme-offensief op een warme zomeravond.
Schenk hierbij: een Garda Chardonnay Doc uit Lombardije met zijn intens fruitig aroma bij de Meloen met Parmaham en de Pasta met meloen en een Vecchio Florio, Marsala Superiore Doc sec bij het Meloendessert.