Venetiaanse maskers

Wij associëren maskers automatisch met het carnaval. Tijdens die periode zijn maskers natuurlijk erg in trek, hoewel je het hele jaar door maskers kan kopen in de talrijke winkeltjes.

De eerste maskers hadden echter helemaal niets met het carnaval te maken, maar wel met de pest.
Deze ziekte trok tussen de 14de en 19de eeuw door Europa, waarbij Venetië niet gespaard bleef.
Tijdens twee grote epidemieën stierven een derde tot de helft van de bevolking.

Bij gebrek aan kennis over de oorzaak van de ziekte werden goederen 40 dagen op een van de eilanden geblokkeerd (“quarantaine”) voor ze in de stad aan wal mochten.

De zieken moesten wel verzorgd worden en daarvoor werden pestdokters op pad gestuurd. Ze droegen beschermende kledij en een typisch masker, een wit masker met glazen voor de ogen en een lange snavel. Daarin smeulden wattenbolletjes en kruiden, om de ingeademde lucht te ontsmetten en zo te hopen dat de arts zelf niet door de ziekte besmet werd.

Meer lezen over de pest: Het Venetiaans Verbond van Marina Fiorato, een verhaal dat zich in de pestperiode van de zestiendeneeuw afspeelt.

Het meest gedragen masker door de eeuwen heen is de baùtta of bauta. Ook dit masker had oorspronkelijk niets met carnaval te maken. Maskers mochten trouwens in Venetië gedragen worden van pakweg Kerstmis tot en met Pasen. De bedoeling was het onderscheid tussen adel en gewone burgers weg te halen. Het waren uiteindelijk de Oostenrijkers die het gebruik van dit masker verboden.

De bauta bestond uit drie delen, het masker, wit of zwart, een driepuntige hoed en een rode of zwarte cape. Het masker werd zowel gedragen door mannen als vrouwen en had als voordeel dat je door de vooruitgestoken kin nog kon eten en drinken zonder het masker te moeten afnemen.

Het werd verplicht gedragen bij gelegenheden waar anonimiteit belangrijk was, bij officiële stemmingen in de Raad en in de Ridotti, de speelzalen.

Tijdens deze winterse periode, wanneer het lang duister was, werden rijkere Venetianen begeleid door een dienaar die een lamp droeg waarvoor zwoerd van spek als brandstof gebruikt werd. Je kan je voorstellen dat niet alleen de stank, maar ook het flikkerende licht op de maskers voor een angstaanjagend schouwspel zorgden in de smalle straatjes.

Een ander bijzonder masker was de (serveta) muta (e stille dienster) of moretta (de donkere).

Dit masker werd vooral gedragen door de dienstmeiden van edelen, ze werden ertoe verplicht als ze boodschappen moesten doen of berichten moesten halen of brengen bij andere edelen. Het kleinere ronde masker kon namen niet worden vastgemaakt met een lint rond het hoofd, het was aan de binnenkant voorzien van een knop ter hoogte van de mond. Het kon enkel op de plaats blijven door die knop met de lippen vast te klemmen, met het gevolg dat de dienstmeiden niet konden spreken, laat staan roddelen over hun bazen.

De maskers die nu tijdens het carnaval gebruikt worden, komen voornamelijk uit de Commedia dell’Arte. Deze op improvisatie steunende toneelvorm was afkomstig uit Bergamo en was ook erg geliefd in Venetië omdat hiermee de spot met edelen en de overheid kon gedreven worden.

Denk maar aan de grappige Arlecchino, Il Dottore, de gierige Pantalone, Pulcinella en vele anderen.

Maskers zijn dan ook een geliefd souvenir. Maar ook hier is het belangrijk je te hoeden voor namaak.

Originele maskers, en die worden nog altijd in Venetië ambachtelijk gemaakt, zijn van papierpulp (papier-mâché). Een gouden raad, hoe lelijker de achterkant, hoe origineler het masker. Je hoeft niet noodzakelijk diep in je geldbeugel te tasten, voor 20-25 euro kan je al een masker meenemen, hoe groter het masker of hoe gerenommeerder de winkel, hoe hoger uiteraard de prijs.

Maskers aan 2 of 3 euro komen gegarandeerd uit China en overleven vaak de terugvlucht niet.

(Dat geldt trouwens ook voor het glas van Murano).

Wanneer je Venetië bezoekt tijdens het Carnevale, loopt de helft van de mensen met een masker, op bijzondere momenten zijn er dan optochten waarin je prachtige kostuums en dito maskers kan bewonderen. De enorme drukte moet je er wel bijnemen, maar voor amateurfotografen blijft het een heus walhalla!

Als geld echt geen rol speelt kan je naar een van de exclusieve feesten, met diner en show. Dan ben wel 500 tot duizend euro per kop kwijt aan inkom en dan kom je natuurlijk niet ongemaskerd en in jeans voorbij de portier. Je mag dan ’s nachts wel aan glaasje Prosecco nippen in een gondel, als dat niet romantisch is…

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten