Een paar jaar na de onbezonnen daad van Honoria, lid van de keizerlijke familie, die het in haar hoofd haalde om een verlovingsring te sturen naar Attila de Hun, maakte Honoria’s schoonzus Eudoxia een zo mogelijk nog groter uitglijder. Eudoxia was de weduwe van de vermoorde keizer Valentinianus. Omdat Valentinianus’ opvolger haar wilde dwingen om met hem te trouwen en ze zich daar geen raad mee wist, deed ze een beroep op Geiserik, koning van de Vandalen, om haar te komen ‘bevrijden’. Geiserik had zojuist Noord-Afrika veroverd op de Romeinen en hen daarmee hun graanschuur afhandig gemaakt. Een aartsvijand van Rome dus.
Geiserik liet zich de uitnodiging geen twee keer zeggen en korte tijd later was Rome in rep en roer vanwege het bericht dat de Vandaalse vloot met de wind in de zeilen op Ostia afkoerste. De plundering van Rome (455) was onafwendbaar. Geiserik nam alles mee wat los en vast zat. Tot de oorlogsbuit behoorden ook Eudoxia, oorzaak van alle ellende, en haar beide dochters Eudocia en Placidia. Dat Eudoxia werd meegenomen was ongetwijfeld nog een geluk voor haar: je kunt je voorstellen wat haar lot zou zijn geweest als ze oog in oog was komen te staan met de onderdanen over wie ze deze ramp had laten neerdalen. Dochter Eudocia moest trouwen met Geiseriks’ zoon Hunerik.