Als voorbeeld voor een “huwelijk met de handschoen” vermeldde ik terloops in een vorig artikel de plechtige verbintenis op 5 oktober 1600 tussen Maria de’Medici met Hendrik IV, koning van Frankrijk. De koning liet zich bij zijn tweede huwelijk vertegenwoordigen door Ferdinando I de’Medici, groothertog van Toscane. Deze adellijke titel werd pas in 1569 door paus Pius V toegekend aan Cosimo I, de grootvader van Ferdinando. Hier was duidelijk sprake van een dubieuze toekenning want in feite was het de Rooms-Duitse keizer die deze macht bezat. Het duurde dan ook enkele jaren voordat Keizer Maximiliaan II van Habsburg de titel erkende.
Dit huwelijk was niet de eerste heugelijke verbintenis van een jonkvrouw uit de rijke bankiersfamilie met een lid van de Franse koninklijke familie. Op 28 oktober 1533 trad Catharina de’Medici te Marseille in het huwelijk met Hendrik II, kroonprins van Frankrijk. Beiden waren op dat ogenblik pas 14 jaar. Het huwelijk werd in de Franse adellijke kringen op nogal wat kritiek onthaald omdat de de’Medici eigenlijk niet tot de adellijke stand behoorden. Maar onder andere door bemiddeling van paus Clemens VII kwam deze (deels politieke) verbintenis tot stand. Toch nog even vermelden dat deze paus in het burgerlijk leven luisterde naar de naam van Giulio de’Medici, een bastaardzoon van Giuliano de’Medici die vermoord werd in de dom van Firenze. Maar dit laatste ter zijde.
Met de Franse slag
Leuker detail is dat het huwelijk tussen beide jongvolwassenen nog diezelfde nacht lijfelijk geconsumeerd werd, dit tot grote tevredenheid van de paus en de Franse koning Frans I. Beiden hadden zich verschanst in de naburige kamer van waaruit ze het jonge koppeltje begluurden. De “boekskes” en de sociale media van de 21ste eeuw zouden er een aardige kluif aan hebben gehad. Maar opnieuw, dat laatste ter zijde.
Interessanter in verband met de titel van deze Kroniek is dat hier en daar te lezen valt dat het wapenschild van de de’Medici ter gelegenheid van dit huwelijk opgesmukt werd met de Franse lelie. Dit om de aan de Fiorentijnse familie een zekere adellijke allure te verschaffen. Maar dat klopt totaal niet. Voor de toevoeging van dit Franse symbool moeten we terug naar mei 1465 waarbij Lodewijk XI aan Piero de’Medici in een oorkonde, opgesteld in Montluçon, het recht verleent de drie fleurs-de-lis van Frankrijk in zijn wapen te voeren. Het zal echter wel tot 1536 duren voordat keizer Karel deze adellijke toevoeging erkent, dit ter gelegenheid van het huwelijk van Alessandro de’Medici met Margareta van Parma, zijn buitenechtelijke dochter.
Ballen?
Nu zijn we eindelijk aanbeland bij het wapenschild zelf. Vooreerst toch even vermelden dat een wapen in de loop van de eeuwen vaak veranderingen ondergaat. Om diverse redenen, teveel om hier op te noemen.
Ook de de’Medici ontsnapten daar niet aan. Het aantal decoratieve elementen varieerde nogal. In de meeste gevallen telt men er 6, maar er zijn ook schilden bekend waarin hun aantal stijgt tot 11. Op een bepaald moment hadden ze zelfs de kleuren gewisseld.
Laten we even naar het bekendste blazoen kijken. De traditionele omschrijving luidt: “d’oro, a sei palle poste in cinta, di rosso”. Of: een veld van goud (geel) beladen met 6 bollen van keel (rood), geplaatst in een kring”. Enigszins is deze omschrijving eigenaardig omdat palla niet direct een heraldische term is. Men heeft het eerder over torte en bisanti. Palla komt alleen voor wanneer men op de schijf een schaduw aanbrengt om een drie-dimensioneel aspect te creëren. Of wanneer het volledig in reliëf is gemaakt, iets wat heel vaak voorkwam. In die zin gebruikt men dan ook soms het woord globe. Zie afbeelding hiernaast: wapenschild aangebracht aan de Chiesa Ognissanti te Firenze.
Italofan? Sluit vandaag nog aan!
Men weet er eigenlijk de ballen van…
Belangrijker is echter wat die “versiersels” voorstellen en waar ze vandaan komen. Er bestaan diverse hypothesen en het zou eigenaardig zijn mocht er ook geen legende aan te pas komen. De 6 stippen zijn niets anders dan deuken. Ze werden geslagen door een reus die met zijn knots het schild bewerkte van een zekere Averardo. Deze was een volgeling van Karel de Grote en een voorvader van de de’Medici.
Iets meer voor de hand liggend, maar toch heel weinig waarschijnlijk, is dat deze schijven farmaceutische pillen zouden zijn. Een heel interessante hypothese die men nogal vlug onder de mat veegt is de volgende. Een schild was oorspronkelijk bedoeld als bescherming. Het bestond uit enkele houten planken bijeengehouden door ijzeren banden. Het werd aan de achterzijde vastgehouden met lederen riemen. Een ijzeren knop beveiligde deze aan de voorzijde. Het kwam er dan alleen nog op aan om deze knoppen (of de ijzeren banden, of de delen daartussen) van een eigen kleur te voorzien. Ze kunnen dan ook vaak veranderen van structuur (aantal knoppen, banden, vakken…).
Dergelijke wapenschilden behoren tot de oudste in West-Europa. Als voorbeeld plaats ik hier de wapens van Navarra (links) en West-Vlaanderen (rechts).
Komen we ten slotte tot de meest plausibele verklaring, deze van de bezanten of penningen en koeken of schijven (in het Italiaans: bisanti en torte). Het onderscheid tussen beide is duidelijk. Zijn deze schijven van metaal (geel of wit/zilver) dan spreekt men van bezanten. Dragen ze een kleur, dan hebben we het over koeken. Een bezant verwijst naar een munt uit het toenmalige Byzantium, een geldstuk dat men over geheel Europa gebruikte. Het kan dus verwijzen naar handel en bankverrichtingen. En met de familie van de de’Medici zitten we nu wel heel dicht in de buurt. Ten slotte kan die bezant ook verwijzen naar iemand die op kruistocht of op bedevaart is gegaan naar het heilig land.
Conclusie
Maar eigenlijk kan men maar één conclusie trekken: men weet het gewoon niet. En misschien is er wel helemaal geen verklaring. Zeker niet deze die men begin deze eeuw in de Canvascrack als juist bestempelde: de de’Medici hadden deze ballen op hun wapenschild geplaatst omdat ze erg veel van balsporten hielden…
Marc Vandenbon
Auteur van “Innemend Italië”