Het geheim van een heilige wijn
Tijd en liefde geven Vin Santo het onmiskenbare karakter. De wijn kent een uniek productieproces, meestal overgebracht van vader op zoon. Het is het heilige beroepsgeheim van iedere Toscaanse fattoria. De amberkleurige Vin Santo is over het algemeen genomen een zoete wijn. In vervlogen tijden werd de “heilige” wijn gebruikt bij religieuze handelingen, vandaar de naam “Vin Santo”. Maar door de boeren in Toscane wordt de wijn nog steeds gemaakt, omdat hij zo bijzonder is. Aanvankelijk werd de wijn gemaakt voor eigen gebruik en voor bewoners uit de omgeving en zeker niet voor de export.
De enige échte Vin Santo?
Iedere fattoria heeft zo z’n eigen recept voor zijn Vin Santo. Hierdoor is in de loop der jaren een verscheidenheid van stijlen ontstaan. En ieder beroept zich erop de enige échte Toscaanse Vin Santo te zijn. Deze discussie is vandaag de dag nog steeds gaande. Ambachtelijke productie is wel nog steeds de voorwaarde. Er is geprobeerd het productieproces te verkorten om zo een goedkopere Vin Santo te produceren, maar dit is mislukt. Om tot zijn volheid te komen heeft de wijn immers tijd en liefde nodig.
Authentieke smaak
De basis voor de Vin Santo wordt gevormd door de Trebbiano- en de Malvasiadruif. Alleen de beste druiventrossen worden geselecteerd. Vervolgens moeten de vruchten op matten van stro of aan rekken indrogen. In de eerste fase van het droogproces speelt het weer een belangrijke rol. Het moet redelijk warm en droog zijn. Daarom worden de druiven bij voorkeur gedroogd in tochtige schuren zodat de wind er goed doorheen kan. Ruim drie maanden na de oogst worden de druiven geperst. De vruchten hebben dan ongeveer 60% water verloren. De authentieke smaak en het suikergehalte zijn des te sterker. Vervolgens gaat het sap in de “Caratelli”, houten vaten met een inhoud van zo’n 50 liter. Op sommige fattorie blijft de Vin Santo tot wel 5 jaar in het vat zitten.
Hetzelfde als mediteren
Vin Santo wordt bij verschillende gelegenheden gedronken. Wie van zoet houdt, drinkt de wijn als aperitief. Meestal wordt Vin Santo gedronken als dessertwijn. In Toscane eet men er vaak “cantucci” bij. Deze harde amandelkoekjes worden, vooral door toeristen, in de Vin Santo gedoopt. Voor een echte oude Vin Santo is dit jammer. De smaak van de wijn zelf is immers krachtig en rijk. Op de momenten dat je uitrust van het werk, stress achterlaat en de geest harmonie gunt, is een glas Vin Santo een verademing. De heilige wijn drink je niet zo maar. Of zoals een wijnmaker het onder woorden bracht: “het drinken van een goede Vin Santo is hetzelfde als mediteren!”.