
Deel 2 van het verslag van Nora Peeters van haar reis naar Bergamo en Verona in september 2024.
Woensdag, na een uitgebreid ontbijt (dat is vakantie) gingen we op ontdekkingstocht. Het toeristenkantoor bevindt zich in de buurt van het station. Hier verzamelen we onze informatie. Ik ben enorm gehecht aan een papieren plattegrond van de stad. Laat ons het erbij houden dat ik niet zo’n goede vriendjes ben met Waze om mijn bestemmingen te bereiken. We hadden een fijne babbel met de dame achter de balie, die vond dat we heel goed bestudeerd hadden wat we wilden zien en doen. Daar doen we het voor.
Langs de Viale Papa Giovanni XXIII wandelden we richting kabelbaan, die de città bassa (moderne stad) verbindt met de città alta (historisch centrum met prachtige Middeleeuwse gebouwen). Flinke jonge stappers kunnen de trappen nemen (250 m hoogteverschil) maar daar horen we net niet meer bij. Dit in gedachten, kozen wij voor de “funicolare”. We kregen een eerste uitzicht op de “stadsmuren – le Mura” en ondervonden meteen dat ook dit knappe pad met zijn bolvormige keien (denk aan de Romeinse heirwegen) en lichtjes hellend niet echt ons ding meer was.
De kabelbaan kan 45 personen per rit vervoeren en de wachttijden zijn niet al te lang. Boven wachtte ons de Piazza delle Scarpe. Daar kuierden we verder naar de Piazza Vecchia. Het was een wirwar van kleine smalle straatjes met gezellige eethuisjes en typische Italiaanse luxeboetiekjes, alternatieve winkeltjes, koffiehuisjes en eeuwenoude wijnwinkeltjes.
’s Middags genoten we bij Lalimentari, (op de Piazza Vecchia) na een aperitiefje “un americano” van de “casoncelli alla bergamasca”, ravioli, in de vorm van de opkomende maan, in boter, gevuld met ham. Een topper!
Polenta e osei
Een andere typische specialiteit van Bergamo is de “polenta e osei”, ook wel “polenta taragua” of “polenta uccelli” genaamd. De naam “polenta e osei” staat voor twee verschillende gerechten uit de Italiaanse keuken. Er bestaat een hartige versie, typisch voor de provincie Vicenza, en een zoete versie, typisch voor de provincie Bergamo. Bij de hartige versie werden vogeltjes (zoals leeuweriken, vinken, lijsters, mussen of kwartels) aan het spit boven een open haard of in een pan met dungesneden spek en salie gekookt. Vervolgens serveert men ze met hun jus, vergezeld van polenta.
De hartige versie is bekend in de regio Veneto en in de provincie Brescia. Ondertussen is het eten van al deze vogels niet meer toegelaten. Daarom ontwikkelde Bergamo een alternatief: de zoete variant, bestaande uit biscuit bedekt met gele amandelspijs versierd met chocolade of marsepeinen vogeltjes.
Op en rond de Piazza Vecchia vind je alle belangrijke historische gebouwen bij elkaar in de buurt: o.a. het Palazzo della Ragione, de Piazza Duomo met de Basilica Santa Maria Maggiore (met een prachtig verguld interieur en een rijk versierde marmeren gevel). Daarnaast bevindt zich de Cappella Colleoni (+/-1470), een curiositeit op zich. De eerste globale indruk van Bergamo kon ons wel degelijk bekoren.
Ik ga onze maaltijden niet allemaal uitgebreid beschrijven. De echte kenners weten dat het Italiaanse eten meer dan “delizioso” is.