In ons land zijn maar een handvol Italiaanse auteurs gekend bij het grote publiek. In de jaren 80 had je Umberto Eco, en ook namen als Elena Ferrante genieten dankzij TV producties gebaseerd op hun werk enige naamsbekendheid. Bij die categorie hoort zeker Andrea Camilleri, en wel dankzij zijn reeks met commisaris Montalbano in de hoofdrol. Hij overleed eerder dit jaar, op 17 juni 2019 meer bepaald, aan de gevolgen van een hartaanval. Zijn werk leeft verder, met name dan de gialli of detectives rond Montalbano.
Nochtans is zijn oeuvre ruimer dan dat. Al in 1944 schreef hij gedichten, kortverhalen en zelfs scenario’s. Hij werkte als toneelregisseur met stukken van ondermeer Pirandello. Aan zijn romans begon hij in 1978 met Il corso delle cose (‘de loop der dingen’). Dan bleef het meer dan een decade stil. In 1992 was het raak met La stagione della caccia (‘het jachtseizoen’). Het ruime (Italiaanse) publiek ontdekte hem pas met de serie over commissaris Montalbano. Een echte volhouder en laatbloeier, die Camilleri want hij was reeds 69 toen hij de eerste maal zijn commissaris ten tonele voerde.
Later ontdekte men deze Siciliaanse schrijver ook bij ons, en uitgeverij Serena Libri verblijdde ons al een aantal keer met een Nederlandse vertaling van zijn werk. Zo verscheen vorige maand het in 2010 geschreven La caccia al tesoro in vertaling van Hilde Schraa en Rianne Arts onder de Nederlandse titel ‘Jacht op de schat’. Mooi ideetje voor de kerstboom, misschien?