“Montalbano sono”. In deze woorden zit de essentie van misdaadauteur Andrea Camilleri vervat. De avonturen van commissaris Salvo Montalbano in Vigata, een denkbeeldig stadje aan de kust van Sicilië, zijn in 31 boeken te lezen, die stuk voor een stuk een deel van de Siciliaanse identiteit blootleggen.
Toch begon Camilleri zijn lange carrière niet meteen als crimi-auteur. Op het einde van de Tweede Wereldoorlog gaf hij enkele kortverhalen en gedichten uit, later schreef hij scenario’s en werkte hij mee aan producties van de RAI. Als docent aan de filmacademie Silvio d’Amico in Rome begeleidde hij jonge regisseurs. In 1992 publiceerde Andrea Camilleri “La stagione della caccia”, een bestseller die hem onmiddellijk op de literaire kaart zette in Italië. Maar het is pas twee jaar later, de auteur is dan 69, dat hij met “La forma delle cose” het personage Salvo Montalbano uittekent en de basis legt voor het internationale succes van de volgende decennia.
Onmiskenbaar Siciliaans, eigenzinnig, raadselachtig, humoristisch, zelfzeker, atheïst en bovenal “buona forchetta”*, politiecommissaris Montalbano is allesbehalve de doorsnee sbirro (flik) . Flegmatisch, onverstoorbaar in een gesprek met het hoofd van de lokale maffiaclan, begripvol tegenover de zus van een perverse verdachte , collegiaal tegenover zijn adjunct en vrouwenversierder Mimì maar tegelijk onzeker in de relatie met Livia, zijn vriendin uit Genova met wie hij een latrelatie heeft die wordt bepaald door haar drukke agenda en het vliegschema van Alitalia. Salvo Montalbano ademt de Siciliaanse ziel uit, net zoals die andere grote Siciliaanse misdaadauteur, Leonardo Sciascia. Een passionele moord, een fraudezaak, een vergeldingsactie of een ontvoering zijn evenveel aanleidingen om na te denken over de zin van het bestaan en over de rol van de mens in de maatschappij. Goeden en slechten zijn niet zomaar toevallig wat ze zijn. Bij Andrea Camilleri is ieder personage de beste vertegenwoordiger van een categorie mensen en verdient in die hoedanigheid respect. Zijn politiecommissaris vernedert de verdachten niet maar laat zich evenmin uit het lood slaan door het machtsvertoon van de maffia. De intriges zijn zo onlosmakelijk verbonden met de olijfbomen, de vijgen, de zee en de zon dat het ondenkbaar is dat ze zich ergens anders zouden afspelen.
En dan is er nog de typische taal die je vanaf bladzijde intrigeert. Camilleri doorspekt de beschrijvingen en dialogen met leenwoorden uit het Siciliaans, wat enig engagement van de lezer vraagt. Wie een telefoontje pleegt naar het politiecommissariaat krijgt gegarandeerd het meest authentieke personage aan de lijn, Catarella. In een mengeling van Italiaans, Siciliaans en burocratees maakt hij zich, in de eerste plaats voor zijn overste, compleet onverstaanbaar. Ook voor wie het Italiaans machtig is, blijft het soms raden naar de betekenis. Je houdt best een goed verklarend woordenboek binnen handbereik, althans als je de originele versie leest.. In vertaling blijft het jammer genoeg gissen naar de gevoelswaarde van sommige woorden en uitdrukkingen. Camilleri’s taalgebruik draagt in grote mate bij tot de typische sfeerschepping in zijn boeken. De schrijver zelf mag Sicilië al lang hebben omgeruild voor een stekje in de hoofdstad, de geuren, geluiden en smaken van Vigata zijn levensecht. Vigata bestaat alleen in het hoofd van de schrijver, een herinnering aan het rustige plekje Porto Empedocle waar hij zijn jeugd doorbracht. Porto Empedocle, een stadje van 6.000 zielen, ligt in de provincie Agrigento en is de geboorteplaats van een ander monument uit de Italiaanse literatuur, Luigi Pirandello. Je kunt er de boot nemen naar Lampedusa of Linosa, maar van mysterieuze vrouwelijke personages of de stadsintriges is er nu geen sprake.
Een constante factor in het leven van Salvo Montalbano is de Siciliaanse keuken. Net zoals bij detective Pepe Carvalho uit de boeken van Manuel Vázquez Montalbán, aan wie het personage Salvo Montalbano een hommage is, zijn het de maaltijden die de cadans van het speurwerk bepalen. Het liefst stopt Montalbano ’s middags voor een portie “triglie fritte”, gefrituurde zeebarbeel, in de trattoria “San Calogero”. Maar de commissaris gaat even goed helemaal op in een bord pasta met vongole of gefrituurde inktvisjes. De talrijke recepten uit de verhalen zijn inmiddels makkelijk te vinden op het internet en duiken met enige regelmaat op in culinaire en andere tijdschriften. Zonder twijfel passen ze mooi in de Slow Food filosofie: lokale ingrediënten gebruiken, de tijd nemen om een maaltijd te bereiden en, vooral, om ervan te genieten. In het boek “Gli Arancini di Montalbano” verkiest de commissaris de arancini (gefrituurde rijstballetjes) zelfs boven een romantisch weekendje Parijs met zijn vriendin. Dat op 31 december in Vigata de zon volop schijnt en Montalbano zoals steeds de dag kan beginnen met een duik in de zee zou er ook wat mee te maken kunnen hebben.
In 1999, na het overweldigende succes van de eerste romans, startte de Rai met de productie van de reeks “Il Commissario Montalbano”, met in de hoofdrol Luca Zingaretti. Een schot in de roos: de serie heeft er ondertussen negen seizoenen opzitten en was in meer dan 15 landen te zien. De productie zorgde voor een opflakkering van het toerisme in Zuid-Sicilië. De ‘Montalbano Tour’ brengt je langs alle herkenbare plekjes uit de televisiereeks: Ragusa, Modica en Noto. Als je toevallig in de regio bent en na de barokke pracht nog niet genoeg hebt gezien kan je eens gaan kijken naar het politiecommissariaat van Vigata ofwel het gemeentehuis van Scicli.
Via de boeken en de reeks is Montalbano een belangrijk exportproduct geworden van Sicilië en hopelijk van de Siciliaanse identiteit. De typische woordvolgorde van het Siciliaans – eerst predicaat en vervolgens het onderwerp – gaat op die manier de wereld rond. “Montalbano ben ik”, zegt de commissaris herhaaldelijk, en daar kunnen we alleen maar blij om zijn. Felici siamo.
Dit artikel verscheen in Buonissimo magazine nr 1 uit 2014.