Mythen en sagen rond het Comomeer (87): Bang voor de wolf

Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.

 

Marco was net tien jaar geworden en mocht een handje helpen bij de verzorging van de dieren in de stal en op de bergweiden rond Premana. Hij moest op de weide blijven tot zijn moeder hem de volgende dag zou komen halen om samen met hem naar de “Piazz”, een stal dichter bij het dorp, te gaan waar de dieren tijdens de winter zouden blijven.

De hele dag was hij druk bezig met de verzorging van de koeien, het schoonmaken van de stal en het aanslepen van hooi als voedsel, zodat de dag voorbij vloog. Toen de avond viel, haalde de jongen de koude polenta, kaas en wat brood uit zijn tas en at zijn karig avondmaal. Er heerste een diepe stilte alom. Uit de naburige hut van Mosnich was iedereen vertrokken met de beesten en Marco was wel een beetje angstig zo helemaal alleen. Maar waarom eigenlijk? Hij hoefde alleen maar de nacht door te brengen in de hut en zou de volgende ochtend al worden opgehaald.

Het enige waar hij bang voor was, was voor wolven. Maar in deze bergen waren die er toch niet meer, zei iedereen. Vooral zijn vader had hem dit meerdere malen bevestigd en die was toch een bekende wolvenjager, net als zijn grootvader. Hij had er alleen over horen praten door zijn vader als die vertelde over de jacht op deze dieren, die er op uit waren om de kudden aan te vallen en in één nacht een kleine boer van zijn hele bezit te beroven. Iedereen in het dorp bevestigde dat de vader van Marco de laatste wolven had gedood en dat men al jarenlang in rust leefde.

Intussen viel de duisternis, de koeien en schapen stonden in alle rust hun voer te eten en Marco besloot te gaan slapen. Maar hij had geen zin om op de met bladeren gevulde zak te gaan liggen in de hut naast de stal; liever bracht hij zijn deken mee naar het deel boven in de stal waar hooi lag opgeslagen. Het duurde niet lang of hij viel in slaap.

Hij werd wakker toen het eerste licht in de stal viel. Hij bleef even zitten en keek wat rond. Daarna liep hij naar buiten om te zien wat voor weer het was. Een dunne nevel begon net op te lossen en er lagen wat verspreide sneeuwvlokken voor de stal. Op dat moment hoorde hij een ongebruikelijk, huilend geluid. Hij dacht eerst dat het van een rondzwervende hond kwam, maar al snel zag hij enkele wezens achter elkaar aanlopend dichterbij komen. Hoewel hij ze nooit eerder had gezin, twijfelde hij geen moment: het waren wolven. Met open bek en hongerig liepen de dieren in de richting van Mosnich in de hoop daar resten van etenswaren te vinden die de mensen hadden achtergelaten.

Marco stond als verlamd van angst. De wolven moesten de lucht van de dieren in de stal ruiken en wat kon hij als jongen van tien, daartegen doen? Als hij een geweer had gehad, zou hij zich tenminste hebben kunnen verdedigen.
Toen een van de koeien het gevaar in de gaten kreeg, begon die als een gek te loeien. En onmiddellijk daarop ook de anderen.

Marco werd bevangen door paniek en begon rond te kijken in de hoop iets te vinden waarmee hij het gevaar kon afwenden. Hij zag dat er een raampje boven de staldeuren openstond en haastte zich om het dicht te doen. Buiten zag hij een wolf op zijn achterpoten staand naar het raampje kijken, terwijl hij de lucht opsnoof. Het geloei van de koeien klonk nog luider en misschien werd de wolf daardoor even afgeleid want het dier zakte weer omlaag.

Maar al snel hoorde hij de nagels over het hout knarsen; een andere wolf probeerde naar het venster te komen. Op dat moment zag Marco een hooivork in de stal staan: hij greep die en ging er mee onder het raampje staan. Al snel zag hij de zwarte neus van het dier verschijnen terwijl het in het rond snoof. Op het moment dat het dier zijn kop naar binnen stak stootte de jongen met al zijn kracht de vork omhoog en stak die in de hals van het dier. Hij hoorde het dier brullen van de pijn maar Marco liet niet los hoewel het bloed over zijn hoofd liep. Na korte tijd nam het gebrul af en verslapte het dier maar bleef het gespietst aan de hooivork aan het venster hangen. De andere wolven, bang geworden, trokken zich nu terug.

Marco besefte nauwelijks wat er gebeurd was, maar trilde, kreeg het koud en wilde gaan huilen. Hij trok de vork uit het dier, opende de deur en begon om zijn moeder te roepen.
Gelukkig was de vrouw al dichtbij en toen ze hem hoorde roepen, haastte ze zich naar de stal. Ze omhelsden elkaar lang voor de vrouw ongelovig naar het dramatische verhaal van Marco luisterde.
Marco probeerde te zeggen dat de wolven nog in de buurt waren, maar hij kon alleen maar stotteren.

Net zoals zijn vader en grootvader was hij nu een wolvenjager geworden. Maar telkens als hij het verhaal van zijn avontuur moest vertellen, begon hij weer te stotteren.

 

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!
Over Ruud Metselaar 113 Artikelen
Ruud Metselaar is emeritus hoogleraar van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is al tientallen jaren een vaste bezoeker van het Comomeer en heeft zich in die tijd verdiept in de geschiedenis, het landschap en de kunst van dit gebied. Veel van zijn ervaringen werden gepubliceerd in artikelen, waarvan een groot deel is verwerkt in vijf boeken. Meer informatie kan je vinden op http://comomeerinfo.nl/index.html

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten