Mythen en sagen rond het Comomeer (7): Rosalia en Vincenzo

Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.

 

In Vercana, het bergdorp boven Domaso, woonde een zestienjarig meisje dat met haar frisse schoonheid de trots was van het hele dorp. Haar vader had haar de naam Rosalia gegeven opdat hij in het verre Palermo, waar hij werkte, steeds aan haar herinnerd zou worden.*

Hoewel het gezin met weinig middelen moest rondkomen, was het meisje door de moeder zeer goed opgevoed en droeg ze met trots de prachtige, strenge klederdracht van haar dorp.

Nu werd ieder jaar in Gravedona een grote markt gehouden, waar de mensen uit de wijde omgeving heentrokken. Vooral voor de jongeren was dit een van de weinige onderbrekingen van het dagelijks leven.

In 1803 ging ook Rosalia met haar moeder naar de jaarmarkt, waar ze langs de uitgestalde waren slenterden, de lekkernijen van de streek proefden en luisterden naar de vele standwerker die hun waren om het hardst aanprezen.

Onder de jongemannen die zich daar amuseerden, was ook Vincenzo. Hij was de zoon van een koopman uit Menaggio, rijk geworden door het smokkelen. De jongen had van zijn vader een uitstekende opleiding gehad, letteren en rechten gestudeerd in Pavia en paardrijden en schermen in Milaan.

De prachtige, strenge klederdracht uit die tijd

De jongeman zag Rosalia toen ze stond te onderhandelen over de prijs van een lap stof die ze wilde gebruiken voor haar kostuum en hij werd op slag getroffen door haar schoonheid. Hij volgde haar op een afstand, maar durfde haar niet aan te spreken. Zo ging het de hele middag tot Rosalia met haar moeder weer op de terugweg ging. Vincenzo volgde ze nog een stukje tot het eind van het dorp en daar gebeurde iets dat hem de gelegenheid gaf haar te ontmoeten.

Een koe die zich had losgerukt van het touw, rende op het meisje af, dat gilde van de schrik. Vincenzo bedacht zich geen ogenblik, rende op haar af en wist het dier met zijn stok te verjagen. Moeder en dochter bedankten hem en vanwege zijn getoonde moed waren ze blij dat hij hen tot Domaso wilde vergezellen, “om ze te beschermen tegen andere nare voorvallen”.

Voordat ze afscheid namen liet Rosalia zich ontvallen dat ze iedere eerste zondag van de maand ging bidden in de doopskerk in Gravedona. Vincenzo knoopte dat goed in zijn oren, want dat gaf hem de gelegenheid haar weer te ontmoeten.

Zo ging hij een jaar lang, intussen tot over zijn oren verliefd, iedere eerste zondag van de maand naar Gravedona om Rosalia te ontmoeten. Toen kwam het moment dat hij de hand van Rosalia vroeg aan haar moeder. Die was daar heel gelukkig mee.
De vader echter van Vincenzo was helemaal niet blij: “Je dacht toch niet dat ik me al die moeite heb getroost om jou te laten studeren en je dan te zien trouwen met een boerendochter! Ik verbied je het meisje nog te ontmoeten en als je dat niet kan, dan stuur ik je naar Milaan totdat je haar bent vergeten.” Vincenzo barste in tranen uit, maar het hielp hem niets. Daarop ging hij naar de moeder van Rosalia om raad te vragen. Rosalia hoorde het gesprek en viel bijna flauw.

“Mijn zoon, zei de moeder van Rosalia, omdat dit een erezaak is voor je familie, zal ik Rosalia alleen toestemming geven met je te trouwen als je vader daarin ook toestemt. Tot zolang mag je haar niet meer ontmoeten. Ga nu en probeer je vader te overreden. Moge God je bijstaan”.

Vercana

Onnodig te zeggen dat Vincenzo niets te hopen had en bij het vooruitzicht haar nooit meer te zien, werd hij ernstig ziek. Dagenlang had hij hoge koorts en raakte hij geen voedsel aan. Toen zijn krachten steeds verder afnamen en men voor zijn leven vreesde, schreef hij een afscheidsbrief aan Rosalia, waarin hij haar smeekte haar nog eenmaal te mogen zien. De moeder van het meisje stemde toe en besloot Rosalia te begeleiden naar het huis van Vincenzo.

Het weer was echter zo slecht dat het onmogelijk was per boot naar Menaggio te varen. Rosalia wilde van geen uitstel weten en daarom besloten ze hun buurman Stefano mee te vragen en over de weg te gaan. Met zijn drieën bereikten ze tegen de avond veilig Musso, maar op het moeilijk begaanbare voetpad over het Sasso di Rancio gleed Rosalia uit en stortte met een afschuwelijke kreet omlaag in het donkere water van het meer. De volgende dag werd haar lichaam gevonden en werd ze tenslotte op het kerkhof van Vercana begraven.

Dit alles bleef verborgen voor Vincenzo, die dacht dat haar moeder haar had verboden naar hem toe te komen.

Tenslotte echter begon Vincenzo, die jong en sterk was, langzaam weer te herstellen en zodra hij kon besloot hij naar Domaso te gaan en aan een vriend daar te vragen hoe het met Rosalia ging. Deze echter had niet de moed om Vincenzo de waarheid te vertellen en zei hem dat zij met haar moeder was vertrokken naar Palermo om daar bij de vader te gaan wonen. Vincenzo geloofde dit verhaal van zijn vriend. Toch had hij geen rust en besloot hij na een paar dagen nog eens naar het huis van Rosalia te gaan om nog één keer iets terug te zien van wat hem zo dierbaar was geworden.

Nu was de moeder inderdaad naar Palermo vertrokken en hij vond het huis dus verlaten. Een oude buurvrouw echter, die hem zag, kon haar tranen niet bedwingen en zo kreeg hij de waarheid toch te horen. Op het kerkhof vond hij al snel haar grafsteen met een bos bloemen. Vincenzo knielde wanhopig neer en wilde zich het leven benemen. Tenslotte besloot hij zich van de wereld af te zonderen. Hij trok naar de Monte Legnone, waar hij als kluizenaar leefde. Af en toe kwam er een oude vrouw langs, die hout voor haar fornuis zocht. Toen ze op een dag niemand aantrof, waarschuwde ze enkele inwoners van haar dorp die daarop de berghelling afzochten. Tenslotte vonden ze het ontzielde lichaam van Vincenzo. Uit de zware verwondingen was te zien dat hij door twee beren was aangevallen.

Volgens het verhaal zou de vader, na het vernemen van dit ellendige einde, van berouw spoedig daarna zijn gestorven.

*In de 16e tot eind 18e eeuw trokken zeer veel mannen uit de bergdorpen naar Palermo om daar werk te zoeken. Hun schutspatroon daar was de Heilige Rosalia.

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!
Over Ruud Metselaar 113 Artikelen
Ruud Metselaar is emeritus hoogleraar van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is al tientallen jaren een vaste bezoeker van het Comomeer en heeft zich in die tijd verdiept in de geschiedenis, het landschap en de kunst van dit gebied. Veel van zijn ervaringen werden gepubliceerd in artikelen, waarvan een groot deel is verwerkt in vijf boeken. Meer informatie kan je vinden op http://comomeerinfo.nl/index.html

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten