Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
In de tijd dat de eenvoudige bevolking zich slechts te voet verplaatste, vormden de dorpen hechte en van de buitenwereld afgesloten gemeenschappen. Doorgaans trouwde men ook binnen het eigen dorp en moest je als jongeman aardig wat moed hebben om in een ander dorp te gaan vrijen.
Nu wil het verhaal dat de meisjes in Argegno van een buitengewone schoonheid waren, terwijl de mannen daarentegen lelijk en weinig aantrekkelijk waren. Een vreemde speling der natuur had ervoor gezorgd dat in Brienno juist het tegengestelde het geval was.
Zo gebeurde het dat de jonge mannen uit Brienno in de boot stapten om naar Argegno te roeien en daar een vrouw te zoeken. De vrouwen daar, die door hun jaloerse vaders vrijwel in volledige afzondering werden gehouden, vertoonden zich daarop bij de vensters, die ze op een kier zetten en koketteerden voor de uilskuikens uit Brienno. Velen werden daar verliefd en trouwden met elkaar, waardoor het bloed van de twee dorpen werd gemengd.
Tot op de dag van vandaag worden de vrouwen uit Argegno ‘sciguet’ genoemd d.w.z. kokette vrouwen, terwijl de mannen uit Brienno de bijnaam ‘urucch’ hebben d.w.z. uilskuikens.