Als alles mee zit kunnen mijn vrouw en ik binnen afzienbare tijd verhuizen. Verhuizen naar una casa colonica in Umbrië. Hier lees je het hoe en het waarom we in Umbrië beland zijn. Vanaf het prille begin, mijn eerste stappen in Italië tot 50 jaar later het grote avontuur. Weg van België.
Essere paziente
De saga van de vierde handtekening blijft verder duren. Dottore Lapini heeft nu het compromis in handen. Hij is aan zet. Ook hij geraakt niet tot bij Mara Prugnola. Tot overmaat van ramp voel je aan alles dat hij haar zeker niet wil schofferen. We hebben het vermoeden dat Mara wel eens een erg goede klant van hem kan zijn. En voor geld danst de aap. Voor ons danst hij alvast niet.
Vanuit België telefoneer ik nu bijna wekelijks met Mara maar krijg steeds ontwijkende antwoorden. Toch bevestigt ze telkens dat ze zeker zal verkopen maar dat ik geduld moet hebben. “Essere paziente…” Ik zie weer de vervaldatum van het compromis naderen.
Wabi sabi
Niettegenstaande de koop nog niet beklonken is, reizen we met de architecten naar Mongiovino. We aanschouwen de ruïne. Ze zijn helemaal opgetogen over het boerderijtje en de omgeving. Voor hen is het een puur genot om de eenvoud maar toch de kracht van het huis te zien. ’s Avonds in Ristorante Masolino te Panicale laten we bij een goede fles sagrantino onze creativiteit en wensen opborrelen.
Onze ideeën matchen compleet. Het huis gaat geweldig en uniek worden. Compleet wabi sabi, de perfectie van de imperfectie. We zijn helemaal verkocht.
Il magazzino
Enkel Mara heeft nog niet verkocht. Tijdens een sprokkelweekje Italië geraak ik nog eens tot op haar kamer in het instituut. Gelove wie geloven kan, maar opnieuw zegt ze dat ze niet kan handtekenen want er staat een fout in het compromis. Namelijk het begrip “magazzino”.
Naast het huis is er een gebouwtje dat een schapenstal was. Aan de andere zijde stond een ander soort loods of afdak waarvan enkel nog maar de vier betonnen palen zichtbaar zijn. Nu staat er in de officiële documenten van het kadaster en het compromis dat, behalve het huis, de schapenstal en de gronden, ze ook een ‘magazzino’, magazijn, verkopen. Met klem zegt ze: “Non c’è mai stato un magazzino lì!” Nooit heeft daar een magazijn gestaan!
En hop, de trein was weer achterwaarts vertrokken. Bij navraag bij onze geometra blijkt dat op het kadaster ze niet echt een gecodeerd begrip hebben voor het type afdak dat er stond. Gemakshalve klasseren ze het onder de noemer ‘magazzino’. Wie o wie gaat haar dat uitleggen? Dottore Lapini lijkt ons opnieuw de meest geschikte. Telefonisch dan. Hij had trouwens nog iets goed te maken.
De Italiaanse week zat er snel weer op en de vierde handtekening was nog steeds met onzichtbare inkt gezet.
Schrijf GRATIS in als Italofan!
Siamo innamorati
Hoe dan ook, het is een geweldige oefening voor Anne en mij om af te tasten of we dit avontuur, dit project écht wel willen aangaan. Telkens worden we even terug geslingerd, maar komen we gelijk weer terug op het punt dat we er echt willen voor gaan.
Tara, van het immokantoor, is ook de inzinking nabij. Mirko, de broer van Mara, belt haar quasi dagelijks op om te horen hoe het staat. Hij durft zelf niet meer met zijn zus te telefoneren. Tegen Tara doet hij dan zijn beklag over zijn zus. Uit respect voor een man van 95 jaar durft ze niet anders dan te luisteren. Tara vindt wel dat we ongelooflijk veel geduld hebben. Toch komt de immoagent in haar naar boven en stelt voor om enkele van haar huizen te laten zien. We rijden een hele dag door Umbrië. Vele mooie plaatsen en huizen gezien maar geen zo mooi als Lombo. Meer en meer begint het bij ons te dagen. ‘Siamo innamorati di Lombo’, we zijn verliefd op Lombo. Niets anders kan ons bekoren. Het wordt Lombo of niets.
Un amministratore
Terug in België blijf ik regelmatig naar Mara telefoneren. Meestal neemt ze niet op. Ze kent mijn nummer ondertussen. De vervaldatum doemt weer erg dicht op. Ik drijf nu door en telefoneer met Anne haar mobiel om haar te misleiden. Ze beantwoordt en er ontspint een heel gesprek met regelmatig krachtige termen en stemverheffingen aan beide zijden van de lijn. Met klem zeg ik haar dat ze eind van de week moet getekend hebben. Anders gaat de verkoop niet door. We haken dan af en zullen er nooit meer op terugkomen.
Mara zwijgt even en vraagt dan waarom ze eigenlijk dat compromis moet tekenen. Ze wil enkel bij de notaris tekenen. Ik leg haar zo goed en zo kwaad mogelijk uit waarom er een compromis wordt opgesteld en getekend. Dan nog speelt ze van de domme en vraagt me dit alles nog eens op te schrijven en door te sturen per fax. Dan zal ze het lezen en misschien eind van de week het compromis handtekenen. In het Italiaans ken ik (nog) niet veel krachttermen en nog minder laagdunkende woorden maar in het Frans noemen ze zo iemand une canaille.
Ik stel de fax met alle gegevens en uitleg die ik maar kan bedenken op. Verstuur deze op zondagavond naar het bureau van het instituut ter attentie van Mara Prugnola. Mijn laatste wapenfeit. Alles of niets!
Maandagavond krijg ik een telefoon van het bureau van Mara’s instituut met de boodschap dat ze de fax hebben ontvangen en gelezen. Maar dat ze de fax niet aan Mara zullen overhandigen. Om de simpele reden dat Mara geen officiële documenten mag handtekenen. Laat staan een eigendom verkopen. Ze is namelijk ontoerekeningsvatbaar verklaard. Madre Dio! Niemand, zelfs haar broer, heeft hier weet van. Blijkbaar is het in Italië de regel dat als je in een instituut verblijft, en er 90 jaar wordt, je automatisch een ‘amministratore’, een bewindsvoerder, krijgt toegewezen. Mara was in januari 90 jaar geworden.
Incredibile, maar twee maanden later zitten we bij de notaris. Mirko, Anne, ik en een advocaat. Er worden vier handtekeningen gezet.
De ochtend van de ondertekening van de officiële verkoopakte belt Mara me nog op en smeekt: “Ti prego, non firma perché l’avvocato mi roba la casa.” Alsjeblief, teken niet want de advocaat steelt mijn huis. We hebben toch getekend. Mirko was dolgelukkig en wij op een wolk richting Lombo. Mara hebben we sindsdien niet meer gehoord.