Lombo (5): de ruïne die mijn hart veroverde

Het castello di Mongiovino vanuit de lucht
Het castello di Mongiovino vanuit de lucht

Als alles mee zit kunnen mijn vrouw en ik over 3 maanden verhuizen. Verhuizen naar una casa colonica in Umbrië. Hier lees je het hoe en het waarom we in Umbrië beland zijn. Vanaf het prille begin, mijn eerste stappen in Italië tot 50 jaar later het grote avontuur. Weg van België.

Castello di Mongiovino Vecchio

Castello di Mongiovino ligt op een hoogte van 492m met enerzijds zicht op het Lago Trasimeno en anderzijds op de Monte Subasio. Het is gesitueerd op 20 km van Perugia en 40 km van Assisi. Tot de bouw van het ‘Castello’ of beter een ‘borgo fortificato’, een versterkte burcht, werd besloten door het bestuur van Perugia in 1312.

Quasi vanaf de start bewoonde en beheerde de familie Donati de burcht. Na 700 jaar is ze  nog steeds gedeeltelijk in handen van deze familie. Rond dit kasteel ligt nu nog een landgoed van meer dan 140 hectare bos, landbouwgrond en olijfgaarden, en drie boerderijen: La Vigna, Campolongo en Pianali. Ook onze boerderij behoorde tot begin 17de eeuw tot dit kasteel.

Ettore Donati Guerrieri

De huidige eigenaar, Ettore Donati Guerrieri, behoort dus zoals men zegt tot de Italiaanse landadel. Behalve dat hij woont in het kasteel is er niets dat op deze titel wijst. Hij leidde in zijn jeugd een eerder liederlijk leven binnen de jetset van Italië. Studeerde rechten in Firenze en de Verenigde staten. Vandaar zijn onberispelijk Engels.

Hij werkte even op het notariskantoor van zijn vader maar ervaarde snel dat het niets voor hem was. Hij besloot als een echte bohémien te gaan leven in het Castello di Mongiovino. Het landgoed uit te bouwen tot een biologische boerderij met olijfgaarden, graanvelden en een wijngaard. Hiervan zijn nu enkel nog de 6000 olijfbomen rendabel. Maar de bohémien is gebleven.

Bistecca fiorentina

De eerste keer dat ik bleef overnachten in het castello is een unieke herinnering. Het was 2004. Ik had Ettore gevraagd of ik mee kon komen helpen bij het plukken en persen van de olijven. Dat mocht. Begin november van dat jaar trok ik naar Mongiovino. Aangekomen boven op de berg werd ik ontvangen bij een knisperende open haard. Verwarming was er niet in het kasteel en het was berenkoud.

We bakten samen een ‘bistecca  fiorentina’ op het houtvuur en we praatten honderduit. In het Engels natuurlijk. Zelfs nu na 20 jaar wil hij nog steeds niet dat ik Italiaans met hem spreekt. “You speak to slow in italian.”, is zijn excuus.

Ettore zit, of beter ligt, steeds in zijn divan. Van daaruit kijkt hij teevee of voert hij zijn gespekken. Maar valt ook geregeld in slaap. Zo ook die eerste keer dat ik bij hem mocht blijven logeren. Na een kwartier begon de open haard zachtjes te doven. De kilte nam het over van de gezellige warmte. Ik probeerde Ettore te wekken. Ik zei zijn naam. Eerst schuchter, dan wat luider. Ik schudde aan zijn schouder, zachtjes en wat steviger. Niets lukte me om hem terug tot de levenden te brengen.

Het werd kouder en later. Ik wou gaan slapen om de volgende ochtend fris aan de olijfoogst te beginnen. Voorheen was ik nog nooit boven in zijn kasteelhuis geweest. Op kousenvoeten ben ik dan elke kamer gaan afzoeken tot ik een kamer vond waar lakens en een handdoek op het bed lagen. Ik veronderstelde dat dit mijn slaapkamer voor de week was. Goed gegokt, zo bleek de volgende ochtend.

De eerste olijvenpluk

We startten de dag met een koffie en een croissant in bar Guiliana. Ik kreeg een soort rijfje en een schamele uitleg hoe ik olijven moest plukken. Eerst de netten leggen, dan letterlijk en figuurlijk de boom in. Ik werd aan mijn lot

Netten klaar voor de olijvenpluk
Netten klaar voor de olijvenpluk

overgelaten. Ik probeerde echt elke olijf te plukken. Nu weet ik wel beter. Dat maakte dat ik natuurlijk traag werkte. Ettore reed van de ene, professionele, plukploeg naar de andere. Als hij na een uur voorbij mijn boom reed, vroeg hij: ”What did you do? Did you read a book in the tree?” Deze uitspraak doet nog steeds de ronde als iemand in ons gezin een opdracht wat trager uitvoert.

Sinds 2004 ben ik jaarlijks gaan helpen bij de olijfoogst en het persen van de olie. Ettore heeft zijn persoonlijke pers. Hij was te eigenzinnig om te gaan persen in de cooperativa. Het is een pers van het type ‘Baglione’. Genoemd naar de uitvinder van deze pers. Er bestaan nog maar drie zulke persen in Italië. Tegenwoordig wordt er minder geperst maar eerder gecentrifugeerd. Mijn inziens met afbreuk aan de smaak en voedingsstoffen.

Later kwam ik met de regelmaat van een klok naar Mongiovino en kreeg ik zicht op hoe je een olijfboom moet snoeien. Een olijfboer ontwaakte in me. Het spijtige effect van een ruïne kopen is dat de olijfgaard meestal ook verwaarloosd is. In Lombo was dat het voorval. Veertig jaar niet naar omgekeken. Het is eerder een olijfbos dan een olijfgaard. Van de quasi 700 olijfbomen hebben we er nu 200 laten vrijmaken.

Giampiero

Ettore aan het werk
Ettore aan het werk

Ettore raadde ons Giampiero aan. Giampiero is geboren in Campolongo. Eén van de oude boerderijtjes van het castello. Het is pure nostalgie voor hem om zich met de tractor een weg te banen op een plek waar hij als kind gespeeld heeft en beter kent dan zijn broekzak. Hij kent ook ‘les petites histoires’ van het domein. We zijn erg content met deze sympathieke hulp. Wij zijn ook blij dat de olijfbomen terug ruimte en vrijheid krijgen.

Als het ware een metafoor voor de vrijheid en de ruimte die wij ook meer en meer voelen na onze beslissing om Lombo te kopen.

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten