
Mythen, sagen en legendes vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
Uit alle legendes kan men iets leren. De lezer beslist zelf welke les men kan trekken uit zo’n verhaal. Massimo dei Cas verteld bijgaande legende uit Primolo.
Lang, heel lang geleden leefde in Primolo, het aardige dorpje ten noorden van Chiesa in Valmalenco, een leuk meisje, Alina, die het hart gestolen had van twee broers, beide herders. Alina had besloten de liefde van één van die twee te beantwoorden, maar ze kon niet beslissen aan welk van de twee. Alle twee waren knap om te zien, met rijke blonde haren en ogen die leken de hemel te reflecteren op een heldere dag in het begin van het najaar.
Ze waren beide eerlijk en oprecht en ze durfde haar hand in het vuur te steken voor hun liefde en trouw. Beide waren ook harde werkers die onder alle omstandigheden hun rust bewaarden. Ze misten ook nooit de heilige mis. Ze werden graag gezien in een gezelschap en waren altijd opgewekt. En wat hun familie betreft was er niets te kiezen want ze hadden dezelfde ouders.
Het zal de lezer duidelijk zijn dat de keus niet eenvoudig was maar uiteindelijk zou Alina toch wel een beslissing nemen want als iedereen voor het trouwen zo blijft aarzelen, zou er nooit een huwelijk komen.
Alina was echter nogal koppig en wilde niet zomaar een keuze maken. Daarbij was ze ook niet zo’n klein beetje grillig van natuur en het was die grilligheid die de grond vormt voor het verhaal dat nu volgt.
Het meisje bedacht dat als de broers in alle opzichten gelijk waren er toch wel een eigenschap moest zijn die het verschil zou maken, namelijk hun moed. En dit is wat ze wilde: een duidelijk bewijs van hun moed waarbij er een winnaar en een verliezer zou zijn.
Maar hoe? Geen banale test maar een werkelijk serieuze. Een test waarbij ze hun leven in de waagschaal zouden stellen. En dit is wat ze bedacht: de twee zouden zich moeten bewijzen door een ontoegankelijke, loodrechte en beijsde rotswand te beklimmen. Een wand boven de alpenweiden in de wilde en gevaarlijke vallei van Sassersa. Ze had die wand vele malen gezien als ze naar boven klom langs het dal bij de Alp Pradaccio. Een plek omringd door scherpe puntige rotsen, een plek die die vergeten leek door God en de Mensen. Dit was het plan dat tenslotte bij haar opkwam.
Deze gril was het die ze voorlegde aan de twee broers, waarbij ze beloofde te trouwen met degene die het eerst de top van de wand bereikte. De liefde van de twee broers was zo intens dat ze geen bezwaar maakten. Beide bereidden zich voor, namen afscheid van hun ouders en gingen bij zonsopkomst op een mooie dag aan het eind van de lente op weg van Primolo naar de Alp Pradaccio om vandaar de klim te beginnen in het dal van Sassersa. Alina zag ze vertrekken, maar ze volgde hen niet, overtuigd als ze was van hun eerlijkheid en er zeker van dat ze nooit zouden liegen over de afloop van de proef.
Zo bleef ze wachten op de terugkomst van de winnaar en de verliezer. Ze zouden diezelfde avond moeten terugkomen of hoogstens de volgende dag. Maar zo liep het niet. Er ging een dag voorbij, toen twee en drie zonder enig bericht van de twee broers. De bezorgdheid eerst, daarna de angst, nam toe en tenslotte besloot het meisje om op weg te gaan om de twee herders te zoeken.
Ze klom tot het begin van het dal van Sassersa dat nog vol sneeuw lag. Voor haar de verschrikkelijke rotswand. Van de twee echter geen spoor, ook al door de ophoping van de sneeuw aan de voet van de wand. Ze riep, schreeuwde, smeekte. Niets. Tegen het vallen van de avond moest ze wel terug naar huis en de volgende dag ging ze opnieuw het dal in en daarna nog een keer, maar tevergeefs.
De derde dag moest ze wel inzien dat er geen hoop meer was: de berg had haar twee geliefde herders voor altijd tot zich genomen. En toen besefte ze pas hoe onbezonnen haar opdracht was geweest. Ze kwam nog eens naar het dal van Sassersa en zocht naar de lichamen van de twee.
Uiteindelijk werd ze zo moedeloos dat ze de zoektocht opgaf. En huilde. Huilde urenlang. De tranen die In de sneeuw vielen, vormden niet één maar drie meertjes, de meertjes van Sassersa, dicht bij elkaar. De meertjes lichten intens blauw op wanneer het licht van de hemel erop valt alsof in hen het licht bleef dat verdwenen was uit de ogen van de ongelukkige herders.