Het Viaga, een zijdal van het Val Gerola, werd geplaagd door chagrijnige en brutale heksen, die zowel boeren als reizigers lastigvielen. En niet alleen dat, ze bedreigden ook de gezondheid van het vee en de opbrengst van de oogst. In het jaar 1721 kwam ene Antonio uit Albaredo op het idee een kapelletje voor de Madonna te bouwen langs de weg die reizigers namen naar de San Marcopas en die de boeren gebruikten om bij hun alpenweiden te komen. En inderdaad werkte dit, niemand werd meer lastiggevallen.
De heksen gaven zich echter niet zomaar gewonnen en zonnen op wraak. En op een nacht van de heksensabbat wisten ze, geholpen door hun Heer, de Duivel, een groot rotsblok op de rots boven de kapel te leggen, recht boven het pad.
De volgende ochtend bleef een passerende boer verbijsterd staan toen hij het rotsblok zag dat ieder moment naar beneden zou kunnen vallen. Hij liep zo snel hij kon terug naar Albaredo om iedereen te informeren. Velen kwamen kijken, maar niemand durfde dichterbij de rots te komen. Een van de moedigste onder hen zei: “We laten ons toch de weg niet versperren door een rotsblok”. Op die woorden gebeurde er iets ongelooflijks en angstaanjagends: de steen kwam los van de rots en verpletterde de man.
Gillend vloog iedereen op de vlucht en pas de volgende dag durfden enkele mannen terug te keren naar de plaats van het ongeluk, maar wonderlijk genoeg was er geen spoor van het slachtoffer en de steen lag weer op dezelfde plaats als de dag ervoor. Huiverend sloeg men op de vlucht en het duurde dagen voor iemand er weer ging kijken en zag dat de steen nog steeds op de oude plaats lag. Het was duidelijk dat de heksen uit het dal hier de hand in hadden. Ze zaten misschien verborgen achter de steen. Niemand durfde nog langer het pad te nemen dat naar de bergweiden voerde. Een enkeling waagde zich wat dichterbij maar zodra hij in de buurt kwam, begon de steen weer te trillen.
Wat te doen? Als de Madonna er door de bouw van de kapel voor gezorgd had dat de heksen uit het dal waren verdreven, kon ze misschien ook wel een eind maken aan de dreiging door de steen. Een dappere veehoeder ging naar het kerkje van de Madonna delle Grazie op de Chierico en bad tot de Maagd. Toen hij uit het kerkje kwam wist hij wat hij moest doen. Hij vroeg bij een van de berghutten in de buurt een stuk verse boter dat hij onderdompelde in het wijwater in het kerkje. Daarna ging hij op weg terwijl hij een Ave Maria reciteerde. Toen hij in de buurt van de steen kwam herhaalde zich het toneel: de steen begon weer te trillen. De herder verloor de moed niet en legde onverschrokken de boter onder rots en zie, het trillen hield op. De boter was rots geworden en ondersteunde nu de steen. De vloek was beëindigd!
Sindsdien zegt iedereen die erlangs komt een Ave Maria dat zowel een bedankje inhoudt als een verzoek om bescherming.
En de heksen van het val Viaga? Er is nooit meer een teken van hun aanwezigheid gevonden.