In deze reeks belichten we telkens een model dat in de geschiedenis van de (Italiaanse) auto een belangrijke rol heeft gespeeld, zij het door zijn techniek, styling, populariteit of andere reden.
De Lancia Stratos HF was de eerste speciaal voor de rallysport ontwikkelde sportwagen. Het koetswerk was ontworpen door Marcello Gandini, destijds de hoofdontwerper van ontwerpbureau Bertone.
Het was de bedoeling van Bertone om met het prototype van de Stratos (die er nog radicaler uitzag dan de uiteindelijk productieversie) in de kijker te lopen bij Lancia om zo een voet binnen te krijgen. Toen hij in 1970 naar de fabriek reed om de auto voor te stellen bleek die zo laag dat hij onder de bareel van het fabrieksdomein kon binnenrijden.
Hilariteit alom, maar zijn opzet werkte. Lancia gaf de opdracht om de auto te ontwikkelen met één doel voor ogen: de competitie. En dat lukte. De Stratos was een zeer succesvolle rally auto. Met deze auto won Lancia het World Rally Championship in 1974, 1975 en 1976; alsook de Targa Florio in 1974, vijf keer de Tour de France Automobile en drie edities van de Giro d’Italia automobilistico. De drie leidende mannen achter het hele rallyproject waren Lancia-teammanager Cesare Fiorio, de Britse racer/ingenieur Mike Parkes en fabrieksrijder Sandro Munari. Zelfs toen Fiat (toen al eigenaar van Lancia) besloot om de Fiat 131 in te zetten voor de rally’s, bleef de Stratos overwinningen binnenrijven via privéteams.
In 1977 zou Fiat besluiten een einde te maken aan de carrière van de Stratos ten voordele van de Fiat 131 Abarth, een optie die commercieel interessanter was, omdat het zou helpen om de nieuwe Italiaanse sedan te verkopen. Maar de Stratos zou actief blijven tot zijn homologatie in 1982 afliep, en nog steeds belangrijke overwinningen behalen, zoals de Rally van Monte Carlo van 1979 en 1981.
Om deel te kunnen nemen aan de competitie moesten er minstens 500 exemplaren worden gebouwd. Lancia gaf Bertone de opdracht een meer bruikbare productieversie te ontwikkelen. Die werd in 1971 voorgesteld op het salon van Turijn. Deze definitieve versie is nog altijd zeer opvallend, dankzij de korte wielbasis, de breedte, de extreme wigvorm en de smalle cockpit met grote panoramische voorruit. Ook de achter de stoelen geplaatste motor is exotisch: het is de 2,4-liter V6, afkomstig van de Ferrari Dino, die 190pk levert in de ‘stradale’ versie. In combinatie met het gewicht van minder dan 1000kg was het een voor die tijd zeer snelle auto die in zo’n 5 seconden naar 100 ging en ruim meer dan 225 km/u haalde.
De productie komt aarzelend op gang omdat Enzo Ferrari in het begin de motor niet wil leveren, bang dat de auto teveel concurrentie zou beteken voor de eigen Dino 246 GT. Na het eind van de productie van de Dino, krijgt Lancia niettemin 500 motoren geleverd. Bertone start eind 1973 met de productie. Het totaal aantal effectief gebouwde exemplaren is een mysterie. Volgens Bertone werden de 500 stuks niet gehaald, en zijn er maar 492 gebouwd.
Vanwaar de naam Stratos? Sommigen zeggen dat deze werd gekozen na het bekijken van een doos van een modelvliegtuig dat lag in de Bertonefabriek, en dat volgens de mensen die belast waren met het maken van het prototype, vergelijkend was qua esthetiek. Aangezien de naam van het vliegtuig “Stratos” was, besloten zij de nieuwe Lancia op dezelfde manier te noemen. Anderen zeggen dat een werknemer die belast was met de bouw van het prototype het, verwijzend naar de extravagantie van het ontwerp, Stratos noemde omdat het een ontwerp was van “buiten de stratosfeer”.