In deze reeks belichten we telkens een model dat in de geschiedenis van de (Italiaanse) auto een belangrijke rol heeft gespeeld, zij het door zijn techniek, styling, populariteit of andere reden.
De Alfa Romeo Giulia GT, één van de meest iconische sportwagens van het Italiaanse merk, maakte zijn debuut in 1963 op het Autosalon van Monza. Het was een opvallende coupé die niet alleen indruk maakte met zijn stijlvolle ontwerp, maar ook met zijn sportieve prestaties en geavanceerde technologie. De Giulia GT zou de harten van autoliefhebbers over de hele wereld veroveren.
Carrosserie
De auto is gebaseerd op een verkorte bodemplaat van de Giulia sedan. De basisvorm van de carrosserie die door alle modellen werd gedeeld, werd ontworpen door Giorgetto Giugiaro voor Bertone. Het was één van zijn eerste grote projecten voor Bertone en leende veel van zijn eerdere ontwerp voor de Alfa Romeo 2000 Sprint/2600 Sprint. De balans tussen glas en metaal, de invloed van de vorm van de voor- en achterruit op de vorm van de cabine en de vlakke grille met geïntegreerde koplampen waren baanbrekende stylingkenmerken voor die tijd.
De merkwaardige en kenmerkende ‘opstap’ aan de voorkant, die kenmerkend was voor alle versies tot 1968 (en nog even daarna voor de GT Junior), was het gevolg van een bijgedachte tussen de goedkeuring van het ontwerp en de productierun van de auto. Het was oorspronkelijk bedoeld als luchtinlaat, die echter later werd afgeschaft om de kosten laag te houden, waardoor er ruimte ontstond voor de ‘opstap’ en een belangrijk (en herkenbaar) stylingkenmerk werd gedefinieerd. In Italië noemt men deze versies ‘scalino’, bij ons ‘brievenbusje’ en ‘stepfront’ in de UK.
Techniek
Alle modellen zijn voorzien van de befaamde viercilinder, volledig lichtmetalen Alfa Romeo Twin Cam motor. De cilinderinhouden varieerden van 1290 cc tot 1962 cc, alle met twee kleppen per cilinder. Alle versies van deze motor in de 105-serie coupés waren voorzien van dubbele carburateurs, behalve de 1750 GTV en 2000 GTV voor de Amerikaanse markt, die werden uitgerust met mechanische injectie door SPICA. Wedstrijdmodellen hadden cilinderkoppen met dubbele bougies.
Alle modellen hadden ook een handgeschakelde 5-versnellingsbak en massieve schijfremmen op alle vier de wielen, hoewel er in de Zuid-Afrikaanse fabriek een paar automatische 2000 GTV’s werden gemaakt voor de lokale markt. Deze waren voorzien van een automatische ZF-transmissie met drie versnellingen. De achterwielophanging is een massieve as met schroefveren. Airconditioning en een sperdifferentieel waren optioneel op de latere modellen in bepaalde markten.
Evolutie
Door de jaren waren er verschillende versies van de Giulia GT die kunnen worden geclassificeerd als Sprint GT, GT Junior, GTC, GTA , GTAm en GT Veloce.
De oorspronkelijke Sprint GT had een 103pk 1.6 liter motor en werd al snel gevolgd door de GTV met iets meer vermogen (110pk) en de GT junior met een 90pk 1.3 liter motor. In 1968 kwam de 1750 GTV op de markt met de 1.8 liter 118pk motor. Dit was de eerste GT zonder de kenmerkende ‘scalino’ en dus met een meer vlakliggende neus. Ook het interieur is nieuw waarbij het vlakke dashboard wordt vervangen door een exemplaar met twee kenmerkende koepels (één voor de snelheidsmeter en één voor de toertalteller)
In 1971 komt de 2000 GTV met een 132pk 2.0 liter motor, een hertekende voor en achterkant en een nnieuw interieur. De Junior – nu met 1.3 of 1.6 motor – krijgt nagenoeg dezelfde stijlkenmerken van de grote broer (unificata). De produktie eindigt in 1977 na 307.073 exemplaren.
Sportieve successen
De auto bleek al snel zeer competitief te zijn in de autosport. Al snel verscheen een specifiek voor de autosport ontwikkelde versie, de 1600 GTA. Deze had dankzij twee bougies per cilinder meer vermogen (115pk voor de wegversie, 170pk voor de competitieversie) en was vooral veel lichter (zo’n 200 kg) dan de standaard GT. De auto was al snel onklopbaar op het circuit en rijfde honderden overwinningen binnen. Alleen al in 1966 behaalde Alfa Romeo 200 overwinningen. De 1600 GTA werd opgevolgd door de 1300 GTA die mogelijks nog succesvoller was. De wegversie had 96 pk, de raceversie ongeveer 160pk. Ook verscheen er de zeer potente 1750 GTAm die was uitgerust met een 2.0 liter motor met supercharger en ruim 220pk leverde.
Speciale versies
Van de Giulia GT verscheen vrij snel ook een cabrioletversie GTC, ontworpen en gebouwd door Touring. De auto bleef niet lang in productie (1964 tot 1966) en er zijn er dan ook maar 1.000 van gebouwd. In 1966 kwam Alfa Romeo met de nieuwe Spider op de markt die veel meer bijval had.
Zagato kwam in 1969 ook met zijn interpretatie van het model, de 1300 Junior Zagato, in 1972 opgevolgd door de 1600 Junior Zagato. Dit was een aerodynamische coupé met twee zitplaatsen, ontworpen door Ercole Spada. Onderhuids was de auto hetzelfde, maar het uiterlijk was compleet anders en zeer avant-gardistisch. Hiervan zijn er 1.510 gebouwd.