Op 2 juni 1946 werd Italië een republiek, en sindsdien is dit de nationale feestdag. De republiek bestaat dus al 78 jaar. Maar hoe is dat zo gekomen?
Keerpunt
Op 2 en 3 juni, in 1946, konden de Italianen naar de stembus gaan om te beslissen welke staatsvorm ze wilden – een monarchie of een republiek. Het werd uiteindelijk een republiek.
Dit referendum betekende een keerpunt op twee gebieden: het algemeen kiesrecht in Italië en de eerste keer dat vrouwen mee mochten stemmen.
Verschillende protesten
Eigenlijk werden de resultaten van het referendum pas op 10 juni bekendgemaakt. Het erkennen van de republiek gebeurde pas op 18 juni, door verschillende protesten van tegenstanders.
Het was dan ook een nipte overwinning; 54,3 procent stemde voor een republiek en 45,7 procent voor een monarchie. 89 procent van de kiesgerechtigden ging stemmen. Noord-Italië was voornamelijk voor de republiek en Zuid-Italië voor de monarchie.
Grootse militaire parade
De eerste viering van la Festa della Repubblica was een jaar later, in Rome. In 1949 werd het definitief uitgeroepen als nationale feestdag, telkens dus op 2 juni. Tegenwoordig wordt het nog steeds vooral in Rome gevierd, door een ceremonie en grootste militaire parade.
Maar in heel Italië zijn er grote feesten ter ere van deze dag. Het is dan ook een officiële vrije dag voor de Italianen.