Nergens ter wereld zijn zo’n mooie kerststallen te vinden als in Italië. Vooral Napels spant de kroon. Rond de kersttijd zijn de kerken overvol. Met de hele familie gaat men er naar toe. Om samen de kerstgedachte te beleven, maar zeker ook om zich te vergapen aan de kerststallen.
De sfeer van Bethlehem
Al in 343 begon men in Italië de geboorte van Christus af te beelden aan de hand van fresco’s en bas-reliëfs. Dit werd voortgezet tot het jaar 1223. Franciscus van Assisi, de man die voor de dieren predikte, bracht toen een bezoek aan Bethlehem. In de kersttijd reconstrueerde hij de sfeer van Bethlehem in de grotten van zijn woonplaats Greccio. Mensen uit het dorp speelden voor Jozef en Maria. Er waren een ezel, een os en er lag een levend kindje in de kribbe. Gedurende de hele nacht werd er gebeden en gezongen. Zo wilde hij zijn dorpelingen er aan herinneren dat Jozef en Maria ook maar arme mensen waren, net als zij. Sindsdien probeerde de “figurari” (de makers van de beelden) om aan de hand van kunstwerken weer te geven wat er die heilige nacht is gebeurd.
Wereldberoemde kerststallen van Napels
De Napolitaanse kerststal werd gemaakt van hout, kurk en terracotta. Het werd een explosieve uiting van creativiteit. Voor het maken van de pastori, zo worden de beeldjes genoemd, haalden ambachtslieden hun inspiratie uit allerlei hoeken. Uit de bewoners, uit afbeeldingen van schilderijen uit de 17e en 18e eeuw.
De kerstallen van Napels zijn wereldberoemd. Ze worden hier “presepe” genoemd, afgeleid van het Latijn dat letterlijk “stal” betekent. Niet alleen de heilige familie en de drie-koningen worden afgebeeld. Ook beroepen uit die tijd zoals houthakkers, muzikanten, herders krijgen een plek in de stal. Een bijzonder voorbeeld is de kerststal uit de 13e eeuw van Pietro en Giovanni Alamanno. Zij vervaardigden de complete stal voor de kerk van San Giovanni in Carbonara. Van deze stal zijn nog 19 beelden bewaard gebleven.
Beeldjes van hout en terracotta
De Italiaanse kerststallen getuigen van vakmanschap. Vaak wordt er gebruik gemaakt van plaatselijk goed verkrijgbaar materiaal. In Val Gardena in de Dolomieten zijn de beeldjes meestal van hout. Aan het einde van 1700 waren er wel 300 houtsnijwerkers actief.
In Lecce in Puglia wordt voor de beelden vooral terracotta gebruikt. Het hoofd wordt met een stokje in vorm gebracht en in het vuur gehouden. Daarna wordt het glad gemaakt met schuurpapier. Deze handelingen worden herhaald totdat de gewenste kleur wordt bereikt. Zacht roze voor Maria, okergeel, rood en bruin voor de koningen en zwart voor de herders. In het Museo Nazionale di Capodimonte is een verzameling kerststallen ondergebracht.