… dat land … dat geen troost en mildheid kent, waar de boer ellendig en eenzaam in zijn bewegingloze beschaving leeft, op dorre bodem, in tegenwoordigheid van de dood.
Wie Cristo si è fermato a Eboli (Christus kwam niet voorbij Eboli) gelezen heeft en zich Carlo Levi’s sfeertekeningen van het bizarre, desolate landschap rond Aliano (Basilicata) voor de geest haalt, krijgt op weg naar dat dorp meteen een gevoel van herkenning. De calanchi vormen, zo ver het oog reikt, een woestijn van onvruchtbaar land. Schitterend voor het oog, maar een hel op aarde voor de mens die zich hier door de eeuwen heen moest handhaven.
‘Wij zijn geen christenen,’ zeggen zij, ‘Christus is niet verder gekomen dan Eboli.’ Wij behoren niet tot de beschaafde wereld, wilden de inwoners van Aliano maar zeggen, toen Carlo Levi in 1935 aankwam in het ballingsoord dat hem was toegewezen door het fascistisch regime. Wij staan buiten datgene wat men de wereld noemt. En die houdt, zegt Levi, inderdaad op bij Eboli, ver weg bij de kust van Salerno.
Alle ellende van de wereld leek er bij elkaar te komen
De confrontatie met het dorp en met de erbarmelijke levensomstandigheden van de bewoners was voor Levi, als Turijnse intellectueel, een schokkende ervaring. Alle ellende van de wereld leek er bij elkaar te komen in een giftige cocktail van bittere armoede, eeuwige ziekteplagen, fatalisme, onwetendheid en bijgeloof. Levi was opgeleid tot arts, maar had nooit praktijk uitgeoefend. Hij voelde zich dan ook bezwaard om de arme dorpsbewoners, die hem als een soort heiland zagen, op medisch gebied bij te staan. Toch probeerde hij hen naar vermogen te helpen. Intussen raakte hij steeds meer in de ban van hun fascinerende wereld, een wereld waarin niets beweegt en die doortrokken is van lethargie en extreem gevoel van minderwaardigheid.
Aliano herbergt nu een van het twintigtal parchi letterari dat Italië rijk is. Behalve als eerbetoon aan de desbetreffende schrijver zijn deze literaire parken ook bedoeld als middel om verantwoord en duurzaam toerisme te stimuleren. Dat kan Aliano wel gebruiken, want zonder de toevallige verbondenheid met de naam van de schrijver zou zich hier nauwelijks een vreemdeling laten zien, de indrukwekkende omgeving ten spijt. Nu mag het plaatsje zijn blijvende liefde voor de voormalige dorpsgenoot vol trots uitdragen.
Het pleintje in het laagstgelegen deel van Aliano ziet uit op de indrukwekkende kloof die aan de rand van het dorp gaapt, de Fossa del Bersagliere. Daar, op zijn favoriete uitzichtpunt, dat nu gesymboliseerd wordt door het loze venster en de boog aan de rand van het balcone, staat Carlo Levi’s buste. Aan de overzijde van het ravijn ligt het bovenste deel van het dorp, waar zich het kerkhof bevindt met Levi’s graf. Dat kerkhof was zijn andere favoriete plek: vanwege de rust kwam hij daar graag om te schilderen.
Ze zuigen je het boek binnen
Heel Aliano is bewegwijzerd met bordjes die de bezoeker leiden naar de locaties en de gebouwen die in het boek een rol spelen. Het casa con gli occhi (huis met de ogen); het gemeentehuis, zetel van de operette-burgemeester die in Aliano het fascistisch regime personifieerde; het postkantoor, waar bij de gratie Gods de schaarse brieven, pakjes en telegrammen aankwamen; het palazzo degli medici van de oude, jaloerse dorpsartsen die Levi stiekem trachtten te dwarsbomen; het kerkje van de aan lager wal geraakte dorpspastoor, en ga zo maar door. Maar het zijn vooral de tekstfragmenten, her en der op de gevels aangebracht, die het meest de sfeer bepalen en de herinnering prikkelen. Met een paar woorden of een zin zuigen ze je het boek binnen.
Een hoogtepunt is het huis waarin Levi woonde. Het bevindt zich nog in de staat van toen, en van binnen is het opzettelijk leeg gehouden: zo trok hij er in, dus zo moet het door de bezoeker ervaren worden. In de Pinacoteca Carlo Levi zijn onder andere schilderijen ondergebracht die de balling maakte tijdens zijn verblijf in Aliano.
Levi mocht in de zomer van 1936 weer uit Aliano vertrekken: wrang genoeg kreeg hij gratie ter gelegenheid van de overwinning van het Italiaanse leger dat door Mussolini in de oorlog met Ethiopië was gestort. Bij zijn afscheid beloofde hij zijn contadini plechtig om terug te keren, maar dat deed hij pas na zijn dood. Overeenkomstig zijn wens werd hij begraven in Aliano, op zijn geliefde kerkhof.