In een stad als Benevento, in het binnenland van Campanië, kom je niet ‘toevallig’. Het ligt niet echt op een toeristische route, dus je moet er bewust naartoe. Voor mij betekende dat een prachtige tocht vanuit Molise, eerst door golvend heuvellandschap, daarna door oogstrelend niemandsland tussen Campobasso en de eindbestemming, met het Matese-gebergte op de achtergrond. Niet meer dan 100 kilometer, maar de eigenaar van mijn hotelletje in Guardialfiera was er nog nooit geweest.
Bij de naam ‘Benevento’ gaan je gedachten onwillekeurig uit naar ‘gunstige wind’ of iets dergelijks
Bij de naam ‘Benevento’ gaan je gedachten onwillekeurig uit naar ‘gunstige wind’ of iets dergelijks, maar met windstromen heeft de plaatsnaam niets te maken. In het Osco-Sannitisch heette de stad Maloenton, een naam die door de Romeinen verbasterd werd tot Maleventum. Omdat ze die naam ongunstig vonden klinken, werd hij na de veldslag tegen Pyrrhus in 275 voor Christus veranderd in Beneventum. Bijgeloof is van alle tijden en ook de Romeinen maakten woordassociaties.
Na de val van Rome stichtten de Longobarden, die in de 6e eeuw het Italiaanse schiereiland bezetten, een reeks ducati, gebieden die werden bestuurd door vertrouwelingen van de Longobardische koning. Een daarvan was het ducato van Benevento, dat als zelfstandig gebied bleef bestaan tot 1053, toen het onderdeel werd van de Kerkelijke Staat.
Net als in bijvoorbeeld Pavia en Spoleto, eveneens belangrijke vestigingsplaatsen van de Longobarden, zijn sporen uit die tijd nog op allerlei plaatsen in de stad te vinden, zoals in de kerk van Sant’Ilario a Port’Aurea, een merkwaardig bouwwerk uit de 6e of 7e eeuw dat met zijn hoekige en sobere vormen nauwelijks beantwoordt aan ons beeld van een kerk. Alleen de kleine absis verraadt zijn functie.
Benevento kent een rijke en turbulente geschiedenis. Door de eeuwen heen werd de stad diverse keren verwoest door oorlogen en aardbevingen. Toch herbergt Benevento nog steeds belangrijk historisch erfgoed. We gaan langs bij het Romeins Theater, de Boog van Trajanus, de Dom en de Santa Sofia.
Het theater werd in de 2e eeuw gebouwd in opdracht van keizer Trajanus en ingewijd door diens opvolger Hadrianus. Onder het halfcirkelvormige complex ligt vermoedelijk een nog oudere voorganger. De grootte van het theater, dat plaats bood aan maar liefst 10.000 toeschouwers, weerspiegelt het belang van Beneventum in de Romeinse tijd. Tegenwoordig worden er weer voorstellingen gegeven.
Absolute trots van de stad is de Boog van Trajanus, de best bewaarde Romeinse triomfboog van Italië. Zelfs in Rome vind je geen gaver exemplaar. Het 15 meter hoge pronkstuk werd door keizer Trajanus opgericht als monumentaal beginpunt van de Via Traiana, de weg die van Benevento naar Brindisi voerde.
Heel symbolisch laten de reliëfs aan de zijde die naar de stad gericht is taferelen zien die in het teken staan van de vrede, terwijl de naar buiten gerichte reliëfs oorlogsscènes bevatten. De boog, die in de Middeleeuwen onder de naam Porta Aurea deel uitmaakte van de stadsmuren, is aan de binnenzijde gedecoreerd met fraaie cassettes.
47 zuilen met evenzoveel zeldzaam mooie kapitelen, stuk voor stuk juweeltjes
Ook de Dom, voluit Santa Maria de Episcopio genaamd, mag zich verheugen in een respectabele leeftijd. Hij dateert uit de 8e eeuw, maar de huidige romaanse voorgevel in Pisaanse stijl is opgetrokken in de 12e eeuw. Uit die tijd stamt ook de enorme, uit 72 panelen bestaande bronzen deur, de Janua Major. Wie dit pronkstuk vervaardigd heeft, is niet met zekerheid bekend. De voorgevel heeft drie portalen, met daarboven een rij arcaden en een loggia. De toren, een eeuw later gebouwd, is opgetrokken in gotische stijl.
De kerk van Santa SofiaIn diezelfde 8e eeuw werd er onder het bewind van de Longobarden blijkbaar ijverig gebouwd, want ook de Santa Sofia is uit die tijd. Deze kerk werd door de ambitieuze hertog Arechis opgericht onder de naam Agia Sofia, een verwijzing naar het beroemde – toen nog christelijke – heiligdom in Constantinopel. De huidige barokke voorgevel is op het eerste gezicht zo onbeduidend, dat je er achteloos aan voorbij zou lopen. Maar als je goed kijkt, zie je dat het portaal met zijn romaanse lunet en de twee oude zuilen aan weerszijden daarvan deels bewaard is gebleven. De kerk is niet groot, maar heeft een bijzondere plattegrond met in het midden zes zuilen die een zeshoek vormen en een koepel dragen. Daaromheen vormt een kring van tien zuilen weer een ander patroon. Dit samenspel levert al met al een apart perspectief op.
De grootste verrassing echter wacht in het naastgelegen 12e-eeuwse klooster, waarvan de omgang Arabische invloeden laat zien en die wordt gesierd door 47 zuilen met evenzoveel zeldzaam mooie kapitelen. Stuk voor stuk juweeltjes, die met hun typisch romaanse, fantasierijke expressiviteit behoren tot de fraaiste en meest karakteristieke die ik ooit in Italië heb gezien. Je zou er een halve dag aan willen besteden om ze van alle kanten vast te leggen.
Geen wonder, dat het complex van Santa Sofia zich mag tooien met de titel Patrimonio dell’Umanità. Zeker een bezoek waard is ook het in het klooster ondergebrachte Museo del Sannio, dat een interessante archeologische afdeling heeft met onder andere resten van een Isistempel. Uiteindelijk kun je dan toch concluderen, dat de wind je de goede richting opgedreven heeft – naar Benevento.