Sergio Leone, de man die de spaghettiwestern onsterfelijk maakte, beschreef Clint Eastwood als een acteur die maar twee gezichtsuitdrukkingen had: “één mét hoed, en één zonder”. Datzelfde geldt eigenlijk ook voor Abruzzo: het is een streek met twee gezichten. Enerzijds geplaveid met gebergte kom je slechts enkele tientallen kilometers verder uit op een strand aan de Adriatische kust. Een bezoeker beschreef Abruzzo als een plaats waar nog een sluier van het oude Italië over ligt. Geen wonder dat Abruzzo zo interessant is voor regisseurs.
Morricone in de hoofdrol
Sergio Leone had na ‘The Good, The Bad and the Ugly’ en zijn twee dollar-westerns met Clint Eastwood eigenlijk genoeg van western. Met tegenzin, wat scenariohulp van ene Bernardo Bertolucci, én een budget dat groter was dan dat van al zijn voorgaande films tezamen, zette hij eind jaren zestig gelukkig nog ‘Once upon a time in the West’ op pellicule. Ongezien: Leone had Ennio Morricone al op voorhand gevraagd om zijn muziek te componeren. Al tijdens het inblikken van de scènes schalden de inmiddels wereldberoemde thema’s door de boxen. Kwestie van duidelijk te maken wie nu écht de grote ster van de film is.
Heel wat toeristische gidsen prijzen maar al te graag Abruzzo aan als de plaats waar Sergio Leone zijn westerns draaide, maar dat blijkt een fabeltje. Hij koos destijds, voor Almeria in Spanje, waar de set zo degelijk werd gebouwd dat je die vandaag nog kan bezoeken. Hieronder een paar films die wel in Abruzzo werden geschoten en absoluut de moeite waard zijn. Gewapend met een blinddoek en het dartspijltje van onze persoonlijke voorkeur, kozen we er enkele uit.
George Clooney in Abruzzo
Van Sergio Leones C’era una volta il West is het maar een kleine stap naar The American. Tijdens een bezoekje aan een bar in Castel del Monte speelt op de televisie een scene uit de klassieker van Leone. De barman kijkt George Clooney even aan en zegt: ‘Sergio Leone, Italiaan’. Regisseur Anton Corbijn zag die film dan ook als een bron van inspiratie. Desolate landschappen, close-ups, personages als een eenzame moordenaar, een priester, een hoer: de film had, met wat cactussen en een paar cowboyhoeden in beeld, net zo goed een western kunnen zijn.
Wat de Nederlandse fotograaf en gelegenheidsregisseur Corbijn op het beeld tovert is als het ware een verfilming van een fotoboek van Abruzzo. Het prachtige dorpje Castel del Monte (in Abruzzo, niet de burcht in Puglia die voorkomt in de Naam van de Roos), Sulmona, Campo Imperatore, Pacentro vormen het decor. Zelfs de Montepulciano d’Abruzzo komt aan bod. Qua product placement kan dat tellen, maar het is voor de goede, Abruzzese zaak.
Dat de kassa’s in 2010 wel rinkelden, was misschien vooral aan het smoelwerk van George Clooney te danken. The American was geen onverdeeld succes. Aangekondigd als een spannende actiefilm, loste deze film niet voor iedere kijker de verwachtingen in. Als je de dorpjes van Abruzzo wil leren kennen, ben je wel aan het juiste adres. Al blijft er wel een kanttekening: dat er geen file staat in de scène op het postkantoor, is iets dat zich waarschijnlijk nog nooit in Abruzzo heeft vertoond.
“Deze film gaat over vertrouwen,” meent de Belgische acteur Johan Leysen, die de opdrachtgever van Clooney speelt. “Dit verhaal stelt de vraag of mensen hun leven echt kunnen veranderen,” vindt regisseur Anton Corbijn dan weer.
Misschien gaat de film vooral over de psyche van huurmoordenaar Clooney, die zijn carrière overschouwt nu hij eruit wil stappen. Het blijft vooral een film die met heel weinig woorden toch heel veel kan vertellen. Zoals in de laatste twee minuten, waarin je Clooney enkel een autorit ziet maken. Maar zijn gezicht leest als een boek.
Het lezen van Aristoteles kan ernstige schade toebrengen aan de gezondheid
Zelden werd er zoveel op een filmset gestolen als bij The name of the Rose, beweerde regisseur Jean-Jacques Annaud, die twee jaar later l’Ours deels in de Dolomieten zou schieten. Twee illustratoren waren een half jaar zoet met het kopiëren en kalligraferen van allerlei Latijnse, Griekse en Arabische handschriften op perkament. Annaud wilde een kopie van de Apocalyps, die een rol speelt in het verhaal, graag als souvenir aan Eco geven, maar die bleek op de set gestolen.
Annaud heeft vier jaar lang gereisd door Europa en Amerika, op zoek naar de juiste acteurs en locaties, om uiteindelijk voor Abruzzo te kiezen. Er werd gedraaid op Campo Imperatore en bij de ruïne van Rocca di Calascio, het hoogst gelegen fort in de Apennijnen. De buitenkant van het klooster, opgebouwd in de Cinecittà studio’s in Rome, was zomaar eventjes de grootste set sinds Cleopatra.
Maar daar hield de zin voor detail niet op. De acteurs moesten blootsvoets en in sandalen rondlopen bij ijskoude temperaturen, zodat ze koude wolkjes zouden uitademen, tot grote woede van Sean Connery. Umberto Eco bleek zelf ook helemaal niet gelukkig, en dat lag aan de casting van “007” in de hoofdrol.
Het scenario werd een keer of zeventien herschreven. De historische en filosofische achtergrond uit het boek van Eco, in het dagelijkse leven professor semiotiek, waren te ingewikkeld voor het witte doek. Daardoor werd de film vereenvoudigd tot een detectiveverhaal: William van Baskerville (Connery), een franciscaan, moet in een Benedictijnerabdij de raadselachtige dood van een monnik komen ontrafelen. Maar op het moment dat hij in de abdij aankomt, wordt al snel een volgend lijk aangetroffen. Het leidt tot een zoektocht naar een boek van Aristoteles.
Wikipedia leert ons dat de namen van William van Baskerville en Adson (Christian Slater) een hommage zijn aan Sherlock Holmes, hoofdpersoon uit de The Hound of the Baskervilles. De naam Adso lijkt iets te veel op Watson om toeval te zijn.
‘Ik trouwde met Rome, niet met hem’
In La Ciociara (1960 – in het Engels uitgebracht als ‘Two Women’) vertolkt Sophia Loren Cesira, moeder van een twaalfjarige dochter, Rosetta. Om het oorlogsgeweld ontvluchten laat ze haar winkel in Rome achter en keert met de jonge Rosetta terug naar het platteland van La Ciociara, om de veiligheid te zoeken in haar geboorteplaats. Waar La Ciociara gelegen is, lijken alleen Italianen te weten: het bestrijkt een gebied in het zuiden van Lazio dat verder uitloopt in de bergen van Abruzzo. Maar zelfs op hun omzwervingen daarheen achtervolgen de gruwelen van de oorlog moeder en dochter. Ze komen terecht op een van de zwartste bladzijden uit de Italiaanse oorlogsgeschiedenis, een episode die door de triomf van de geallieerde overwinning is verdreven naar de spelonken der vergetelheid.
Carte blanche
Bij de dramatische bevrijding van Monte Cassino op 18 mei 1944 bevonden zich Marokkaanse en Algerijnse soldaten onder de Franse hulptroepen, onder leiding van de Franse generaal Alphonse Juin. Dankzij de tactiek van deze generaal slaagden zij erin om de Gustav-linie, die de geallieerden maanden had tegengehouden, te doorbreken.
De woorden die de generaal echter vooraf zou hebben gesproken tot zijn troepen, maken hem van oorlogsheld tot antiheld: als beloning voor het verdrijven en uitmoorden van de Duitse vijand, beloofde hij hen een vooruitzicht op vijftig uren waarin ze ongestraft hun lusten mochten botvieren op alles wat ze achter linies van de Duitsers vonden: huizen, wijn, bezittingen en vrouwen.
De vreselijkste misdaden werden begaan: de schattingen van verkrachte vrouwen en meisjes lopen op tot enkele duizenden, sommigen niet ouder dan elf jaar. Zo’n 800 mannen die hun vrouw of dochters wilden beschermen, werden vermoord, soms voor hun ogen. De slachtoffers werden ‘Marocchinate’ (“de ge-marokkaan-den”) genoemd. De Italiaanse schrijver Alberto Moravia verwerkte de gebeurtenissen tot de roman ‘La Ciociara’, die regisseur Vittorio De Sica en producer Carlo Ponti (de echtgenoot van Sophia Loren) drie jaar later verfilmden.
‘They’re respectable people: they are fascists!’
De Sica zet zich met zijn neorealisme af tegen de overdreven Hollywooddramatiek van die tijd. De film bevat duidelijk een aanklacht tegen de fascisten, maar ook tegen verwoestingen van de geallieerde bombardementen en zelfs tegen de Amerikaanse bevrijders, zoals wanneer Cesira weigert haar rok op te tillen voor foto van een Amerikaanse soldaat. Een eerste link met Abruzzo is de gevangenschap van il Duce: Mussolini werd een tijdje gevangen gehouden op Campo Imperatore, alvorens bevrijd te worden door de zweefvliegtuigen van de nazi’s.
Wanneer je de scenes op het platteland ziet, zijn daar beelden van Abruzzo bij. Tijdens die scenes staat een van de andere hoofdrollen op naam van de jonge Jean-Paul Belmondo, die als Michele de liefde verklaart aan Cesira. Maar het is de vertolking van Sophia Loren die alle aandacht wegkaapt. Sophia Loren won voor deze rol in totaal 22 prijzen, met als hoogtepunten de award voor beste vrouwelijke actrice in Cannes, Berlijn, Rome en Venetië, een BAFTA én als sluitstuk de Oscar voor beste actrice, en dat als eerste voor een niet-Engelstalige rol. Het feit dat ze haar eigen rol in het Engels gedubd heeft, heeft daar waarschijnlijk toe bijgedragen.
Het laatste half uur van La Ciociara vormt het hoogtepunt uit de carrière van Loren. Hoewel in zwart-wit, maakt deze film meer dan vijftig jaar later nog altijd indruk, ook omdat het verhaal zo universeel is. Het beschrijft het lot dat vrouwen in alle oorlogen ondergaan, van de burgeroorlog in Syrië, tot de door Boko Haram ontvoerde schoolmeisjes uit Nigeria en recent nog de Yazidi-Koerden op de Sinjar-berg in Irak.
Een (onvolledige) opsomming van films die in Abruzzo zijn opgenomen: La Strada (Fellini), Il deserto dei Tartari, Ai piedi della montagna, Pane e Tulipani, Ladyhawke (Michelle Pfeiffer), King David (Richard Gere), Una pura formalità (1994) met in de hoofdrol Gerard Depardieu en Roman Polanski (!), My Name Is Trinity en het vervolg Trinity Is Still My Name (Terence Hill en Bud Spencer), Francesco (over het leven van Franciscus van Asisi, met Mickey Rourke), Anche libero va bene, Il sole anche di notte, Le retour de Don Camillo (Fernandel), …
Dit artikel verscheen in Buonissimo magazine nr 2 uit 2014.