In de loop er eeuwen trokken vele Vlamingen, tijdelijk of definitief naar Venetië. Hoewel ze hier min of meer onbekend gebleven zijn, werden ze in Venetië wel beroemd. Zo ook Daniël Nijs, hij werd er de belangrijkste handelaar van de 16de eeuw. Cesare Gigli beschreef hem in de inleiding van zijn “Della Pittura Trionfante” als een nobel heerschap.
Handelaar in kunst
Daniel Nijs werd in 1572 geboren in Wesel, Duitsland, in een protestantse familie die uit het huidige België was gevlucht. Rond 1590 verhuisde hij naar Venetië, als werknemer bij twee neven die er een commerciële activiteit hadden ontwikkeld die meerdere filialen telde verspreid over diverse Europese landen. Hij integreerde snel in de groep van Vlaamse handelaars. Na enkele jaren nam hij de leiding van de familiezaken over, en begon hij zich te specialiseren in het verhandelen van kunstwerken.
Dank zij getuigenissen van Vincenzo Scamozzi en de dichter Giulio Cesare Gigli, die Nijs vermeldden in enkele van hun geschriften in 1615, weten we met zekerheid dat de handelaar erin geslaagd is op korte termijn grote faam te krijgen in de kring van Venetiaanse kunstenaars.
Scamozzi refereert naar Nijs als een eerbaar man en prijst de “portico” van zijn woning op Burano, een ruimte die we nu een kunstgalerij zouden noemen. Hij bezat 80 schilderijen, ontelbare tekeningen, 120 beelden en bustes in marmer, miniaturen, keramieken en edelstenen, tentoongesteld in een ebbenhouten vitrinekast.
Financier en mecenas
Dit eerbetoon van Scamozzi aan Nijs zou kunnen te maken hebben met een lening die de architect had bekomen van Nijs, die dus zo als een mecenas optrad voor diverse artiesten. Hetzelfde geldt voor Giulio Cesare Gigli die een volledig gedicht wijdde aan Nijs, waarschijnlijk na een financiering door de Vlaming.
Onder de ontelbare activiteiten van Daniël Nijs mogen we ook niet de financiële ondersteuning van publieke werken vergeten. Zo liet hij in Cavallino een waterbekken aanleggen dat de stroom, de Piave, verbond met de Venetiaanse lagune. Nijs verzamelde een groot deel aan zijn fortuin door kunstcollecties aan te kopen van geruïneerde Italiaanse aristocraten (voornamelijk uit Venetië en Padua) en ze door te verkopen aan betrouwbare Engelse klanten, waaronder Lord Arundel, de ambassadeur Dudley Carleton, de hertog van Rohan en Lord Buckingham.
Niettegenstaande hij vooral Italiaanse en Nederlandse tekeningen uit de 15de en 16de eeuw en klassieke marmeren beelden verhandelde, interesseerde Nijs zich ook aan olieverfschilderijen uit de gouden tijd van Venetië. In verband hiermee, beschikken we nog over een verzendnota van 15 schilderijen verkocht door Nijs, waaronder werken van Tintoretto, Veronese, Titiaan, Bassano en Schiavone.
Gedurende zijn Venetiaanse periode frequenteerde Nijs de Vlaams-Nederlandse gemeenschap en ontmoette zo ook andere belangrijke kunsthandelaars zoals Jacques Nicquet en Jan Reynst. De gemeenschap had banden met het protestantisme en Nijs werd zonder verdere gevolgen, ten lste gelegd dat hij religieuze protestantse bijeenkomsten had georganiseerd in zijn privéwoning.
Wat zijn houding in de religieuze discussie van die tijd betreft, werd Nijs in verband gebracht met Fra Paolo Sarpi, een belangrijke schakel in de relaties tussen Venetië en de paus en een groot criticus van de kerk van Rome.
Engelse connecties
Dankzij zijn Engelse contacten, hielp Nijs om het rapport over het concilie van Trente in Engeland te verduisteren. Dit rapport van de hand van Scarpo bekritiseerde de paus omwille van de mislukte verzoening tussen katholieken en protestanten.
In dezelfde periode is het niet duidelijk welke rol Nijs speelde in de alliantie tussen Venetië en de Nederlanden/Engeland tijdens de oorlog van Gradisca. Hij was in 1624 in contact gekomen met de familie Gonzaga en pas in 1627 begon hij de onderhandelingen over de verkoop van hun collectie aan Koning Charles van Engeland, tegelijkertijd de meest ambitieuze en zeker ook de meest onfortuinlijke.
Niettegenstaande in het begin alles vlot verliep, werd Daniël Nijs door de besluiteloosheid van de Mantovanen enerzijds en de insolvabiliteit van de Engelse kroon gedwongen de onderhandelingen na zes jaar af te breken en werd hij bankroet verklaard. Zijn bezittingen kwamen in handen van zijn schuldeisers.
Wanneer deze bezit namen van zijn woning op Burano, troffen ze er een enorme collectie aan die deels werd gekocht door oude cliënten van de handelaar. In deze schat bevonden zich meesterwerken van Rafael en Titiaan, een enorme collectie marmeren beelden, waaronder een van Michelangelo, tekeningen van Albrecht Dürer en een deel van de collectie van de Gonzaga’s, die Nijs nooit had kunnen verkopen.
Na zijn faillissement verliet Daniël Nijs Venetië en wist hij zijn reputatie en zijn financiële toestand gedeeltelijk terug op te bouwen in Engeland, waar hij in 1647 overleed.
(NVDR: er is een avondvullende presentatie beschikbaar over meer onbekende Vlamingen die bekende Venetianen geworden zijn, met kennis en passie gebracht door de auteur van dit artikel)