
Vandaag wordt Arturo Merzario 82. De racecarrière van deze Italiaan is minder gekend voor zijn sportieve exploten, dan wel om de heldendaden die hij verrichte voor een paar van zijn collega’s. Hij staat alom bekend als één van de vier piloten die Niki Lauda uit zijn brandende Ferrari op de Nurburgring wist te bevrijden. Maar wist je dat hij niet één, maar drie keer probeerde een collega-racer uit een brandend voertuig te redden? Hier zijn verhaal.
Onze hoofdfiguur ziet het levenslicht als Arturo Francesco Merzario (Civenna (Como), 11 maart 1943). Arturo is de zoon van een aannemer en een lerares. Hij groeit op in een rijke familie, en al snel is hij gepassioneerd door motoren. In 1962 neemt hij deel aan de Fisa Cup in Monza met de Alfa Romeo Giulietta Spider van zijn vader. Hij eindigt achtste.

Zijn goede prestatie werd opgemerkt door Mario Angiolini, oprichter van het Jolly Club-team. Hij krijgt een contract aangeboden voor een rally op Sardinië, en rijdt met zijn nieuwe Giulietta SZ, die hij van zijn vader Giorgio had gekregen. Hij rijdt vervolgens met een Fiat Abarth, onder meer voor Scuderia del Lario.
Sport-prototypes
In 1967 neemt Abarth Merzario in dienst als testrijder, daarna als officieel coureur. Hij wint verschillende races met dat merk. Deze successen openden de deuren van Ferrari. In 1970 nam hij met een officiële Ferrari 512S deel aan het Wereldkampioenschap voor Merken. Hij wisselt in die tijd racen met een Abarth af met een Ferrari.
Ook in België komt hij aan de start. Aan de zijde van Brian Redman wint hij in 1972 de 1000 km van Spa. Zijn bijdragen leveren Ferrari dat jaar de wereldtitel op voor constructeurs.
Het jaar daarop, 1974, was een jaar van (olie)crisis. Ferrari biedt Merzario een baan aan die beperkt was tot prototypes en een paar races in de Formule 1. Dit vind Merzario wat min, en hij stapt over naar Alfa Romeo. Ook voor dat merk wint hij verschillende races.
Ongeval Niki Lauda
In 1971 begon hij zonder succes in de F2 te racen met een Tecno van Team Iris Ceramiche. Het jaar daarop maakt Merzario zijn Formule 1-debuut op het circuit van Brands Hatch. Hij bezorgt Ferrari de zesde plaats tijdens de Britse Grand Prix, net als de prijs voor de strijdlust, uitgereikt door gespecialiseerde journalisten. In 1974 stapt hij over naar Iso-Williams. Een weinig succesvolle combinatie, en Merzario stapt op na onenigheid met de teammanager.

In 1976 neemt hij deel aan het F1-wereldkampioenschap met een Wolf Williams March 761. Dat jaar zal zijn naam voorgoed doordringen. Op 1 augustus 1976, tijdens de GP van Duitsland op de Nürburgring ziet Merzario voor hem de Oostenrijker Niki Lauda een vreselijk ongeval meemaken. De Ferrari van de Oostenrijker schiet alle kanten op, en komt uiteindelijk midden op het circuit tot stilstand. De wagen schiet in brand.
De Italiaanse coureur zei hier later over: ‘’Ik was de vierde die op de crashsite aankwam, na Harald Ertl, Guy Edwards en Brett Lunger, die dachten dat geen hulp meer kon baten.’’ Nadat hij uit zijn Wolf Williams was gestapt, sprong hij in het vuur om Lauda te bevrijden. Lauda’s veiligheidsharnas was zeer weerbarstig. Pas na drie pogingen kon Lauda worden losgemaakt en droeg Merzario hem weg met de hulp van Brett Lunger, Hoe Merzario, met zijn kleine gestalte, dat voor elkaar heeft gekregen, begrijpt hij tot vandaag zelf nog steeds niet.
Zes weken na het ongeval, tijdens de Italiaanse Grand Prix, keert Lauda terug naar het racen. Eens te meer een mirakel, zo noemt iedereen het. Maar eentje dat niet zou plaatsgevonden hebben zonder de redding van Merzario en zijn collega-piloten. Lauda schonk zijn gouden Rolex polshorloge, gewonnen met zijn pole-positie, weg aan Merzario uit dankbaarheid voor het redden van zijn leven.
Meer reddingen
Slechts weinigen weten dat Merzario met de redding van Lauda uit een brandende auto niet aan zijn proefstuk was. In totaal zou hij liefst drie keer ingrijpen. Reeds in 1971 had hij een soortgelijk voorval meegemaakt, en ook daar had hij niet geaarzeld. In 1971, tijdens een WSC-race in Buenos Aires, Argentinië, crashte zijn teamgenoot Ignazio Giunti. Merzario probeerde hem te redden, helaas vergeefs. In 1973 tijdens de Targa Florio crashte de onervaren Charles Blyth net voor hem. Hoewel hij de piloot niet kon redden, slaagde hij er in zijn co-piloot Cuthbertson te bevrijden uit het brandende wrak.

Na zijn heldendaad van 1976 op de Nürburgring probeerde Merzario van 1977 tot 1980 zijn eigen Formule 1-team op te richten. Dat project was geen succes: hij slaagde er maar een handvol keer in zijn auto te kwalificeren. De F1 profileerde zich meer en meer als de topklasse van de autosport, met alleen nog rijke merkenteams. Als individu kon Merzario daar niet tegen op. In 1980 hield hij de F1 voor bekeken. In totaal nam hij deel aan 85 Formule 1 wedstrijden en behaalde daarin 11 punten.
Vanaf het jaar 2000 concentreerde Merzario zich op GT-racen met Ferrari en Porsche, waarbij hij enkele overwinningen behaalde. In 2010 werd hij verkozen tot erevoorzitter van de Scuderia del Portello, gewijd aan restauratie en preparatie van de sportieve en historische modellen van Alfa Romeo.
https://www.youtube.com/watch?v=f-zk48lN0D0