Mythen en sagen vind je overal ter wereld, zo ook in de streek rond het Comomeer. In deze reeks komen de oude volksverhalen, die van generatie tot generatie daar zijn doorverteld, weer tot leven.
Tegenover Sorico en Gera Lario, daar waar de rivieren Mera en Adda slingerend door het Pian di Spagna lopen en met hun slib een groot moerasachtig gebied vormden, leefde vroeger een bevolking van enkele honderden zielen tesamen met veel, zeer veel kikkers. De mensen leefden er in grote armoede en woonden in hutten van takken, besmeerd met klei. Deze ondankbare aarde, of liever de overvloed aan modder, gaf de inwoners nauwelijks de gelegenheid om graan te verbouwen, zodat hun bestaan vrijwel geheel afhing van de visvangst.
Het merkwaardige was echter dat ze altijd weigerden om hun dagelijks menu wat af te wisselen of aan te vullen door het eten van de talloze kikkers, die zij ‘taragnole’ noemden en waarmee ze het gebied deelden. Deze kwakende medebewoners, die in heilige rust lagen te zonnen, hadden zich meester gemaakt van ieder vrij plekje en men kon ze tegenkomen in hun hutten en boten, maar nooit op hun bord. De inwoners onderhielden een nauwe en liefdevolle verhouding met de taragnole: ze vertrouwden op hun gedrag om af te leiden of het zou gaan regenen, sneeuwen of dat de zon zou gaan schijnen. Ze gebruikten ze als een orakel om te weten of het een gunstige dag zou zijn voor de visvangst, dan wel of ze naar de andere oever zouden durven varen.
Deze samenleving met de amfibieën kwam de overige bewoners aan het Lario natuurlijk zeer vreemd voor en er werd dan ook veel geroddeld over deze mensen. Zo zei men bijvoorbeeld dat in de oudheid de godin Latona, dochter van Zeus en moeder van Apollo en Artemis, op een hete dag door dit gebied was getrokken en toen men weigerde haar iets te drinken te geven, de bewoners van de vlakte in kikkers had omgetoverd. Met het verstrijken van de eeuwen namen de afstammelingen beetje bij beetje weer de menselijke gedaante aan, maar bleven zij de kikkers respecteren. Wellicht hadden ze nog altijd iets van de kikkernatuur in zich, ze liepen immers halfnaakt en blootsvoets door de modder.
Misschien leeft er zelfs in de huidige tijd bij sommige bewoners van de vlakte onbewust nog iets dat zijn oorsprong vindt in deze oude historie. Wie namelijk vanuit Sorico de Ponte del Passo, de brug over de Mera, oversteekt, ziet vrijwel meteen een groot bord langs de weg, waarop iemand met grote letters heeft geschreven: “Ama le rane”, dat wil zeggen “heb de kikkers lief”[1].
Verder is er vrijwel niets terug te vinden van de vroegere nederzettingen in dit gebied, zei het dan dat de naam van het dorpje Nuova Olonio ons eraan herinnert dat er eens in deze vlakte een dorpje Olonio bestond.
[1] Het bord is inmiddels vervangen