Als je vandaag op de hoogte wil blijven van de politieke actualiteit, dan lees je best dagelijks de krant of kijk je naar het journaal op televisie. Of je raadpleegt het internet en scrolt zo je eigen nieuwsbulletin bij elkaar. In deze bijdrage over de kunstschilder Benozzo Gozzoli nemen we je mee naar de tijd van de machtige en roemrijke Florentijnse familie I Medici, een periode waarin die vele mediamogelijkheden nog niet bestonden.
Toch probeerde men ook toen het maatschappelijke leven te ‘mediatiseren’ en te begrijpen, en dat vooral vanuit een interesse voor de klassieke werken. Met dat doel voor ogen liet Cosimo de’ Medici de Oudere in 1437 het San Marcoklooster uitbreiden en bracht hij er de eerste openbare bibliotheek van Europa in onder.
Daarnaast bestond er nog een andere mogelijkheid om de actualiteit kenbaar te maken, namelijk de schilderkunst. Kunstenaars werkten meestal in opdracht van een of andere kerkelijke overheid. Het godsdienstige leven had nu eenmaal een prominente plek in de toenmalige kalender. Maar naast de Kerk als instituut hebben ook verschillende leden van de Medici kunstschilders aan het werk gezet. Zij deden dat als mecenaat, maar misschien nog meer om hun groeiend succes op politiek, economisch en cultureel vlak letterlijk in de verf te zetten.
Dat kunnen we ontdekken in de prachtige Cappella dei Magi die zich in het Palazzo Medici-Riccardi bevindt en waar de kunstenaar Benozzo Gozzoli in adembenemende fresco’s een ‘nieuwsbulletin’ bij elkaar schilderde.
Benozzo Gozzoli
Benozzo Gozzoli werd rond 1421 onder de naam Benozzo di Lese de Sandro Alessio geboren. Hij was de zoon van een kleermaker in het dorpje Sant’Ilario a Colombano, een twintigtal kilometer ten westen van de stad Firenze waar zijn familie in 1427 naartoe verhuisde. Vanaf 1568 vermeldt men hem ook onder de naam ‘Ghozzolo’, verwijzend naar die tak van de familie die op het platteland was blijven wonen.
Gozzoli was leerling bij die andere grote kunstschilder, Fra Angelico, van wie hij het gebruik van heldere kleuren leerde. Als goudsmid mocht Gozzoli tussen 1444 en 1447 meewerken aan de wereldberoemde ‘Poorten van het Paradijs’ van het Baptisterium in Firenze. Hier was het Lorenzo Ghiberti die hem als leermeester de vaardigheid voor precisie bijbracht. Die beide kenmerken – de glasheldere kleuren en een oog voor levendige details – zouden het werk van Gozzoli blijven typeren.
Gozzoli heeft in de loop van zijn carrière in tal van steden gewerkt. In Rome schilderde hij in opdracht van paus Nicolas V. Nadien verbleef hij in Umbrië, waar hij de koorkapel in het klooster van San Francesco in Montefalco onder handen mocht nemen. Na een kort verblijf in Perugia keerde hij in 1456 terug naar Firenze. Tal van werken had hij ondertussen op zijn palmares staan. Maar in 1459 ontving Gozzoli zijn belangrijkste opdracht. En wel op vraag van Piero de Medici, op dat moment hoofd van de familie: een frescocyclus in de privékapel van de Palazzo di Medici-Riccardi. Op drie wanden schilderde hij de optocht van de Drie Wijzen.
In 1462 brak de pest uit. Uit angst daarvoor verliet Gozzoli Firenze en trok hij meer zuidwaarts naar San Gimignano. Daar schilderde hij in de absis van de kerk Sant’Agostino een fresco bestaande uit zeventien panelen. Daarin kunnen we de verschillende levensfasen van de heilige Augustinus van Hippo als een soort van stripverhaal ‘lezen’. De cyclus moet je van onder naar boven bekijken. Deze kan daarom worden geïnterpreteerd als een geschilderde metafoor voor het streven om God te bereiken.
In diezelfde kerk voltooide hij ook een compositie van de Heilige Sebastiaan die de stad moest beschermen tegen de pest. In Pisa schilderde hij dan weer tal van scènes uit het Oude Testament op de muren van het Camposanto, een ommuurde begraafplaats op het Piazza dei Miracoli. Een bombardement in 1944 heeft ze grotendeels vernietigd. Gozzoli stierf in 1497 in Pistoia, hoogstwaarschijnlijk ingehaald door de pestepidemie.
Cappella dei Magi
Het Palazzo di Medici-Riccardi is een statig gebouw gelegen aan de Via Camillo Cavour in het centrum van Firenze. De stenen banken tegen de voorgevel – i banchi – getuigen nog steeds van het bankimperium van de Medicifamilie. Op deze banken wachtten investeerders geduldig op de nodige kredietverlening. Er werd gefluisterd dat de dakgoten van dit palazzo opzettelijk overdreven groot en luxueus uitgebouwd waren zodat elke Florentijn kon zien dat bij de voltooiing van dit gebouw het geld nog lang niet op was.
In die tijd gingen aardse bekommernissen en hemelse zaken nog innig samen. En zoals bij elke burger speelde dus het geloof ook bij de Medici een belangrijk rol, naast hun wereldlijke ambities. Bovenop de eigen parochiekerk San Lorenzo beschikten ze in hun woning over een privékapel. Niet opzichtig, maar eerder verborgen in het geheel van de palazzo. Het is hier dat zij in alle intimiteit hun geloof beleefden, maar evengoed illustere gasten ontvingen.
Precies deze plaats vormt de setting van Gozzoli’s ‘Reis van de Drie Wijzen naar Bethlehem’. Over de kapel zelf kan men veel zeggen (bijvoorbeeld over haar geheimzinnige vluchtroutes), maar in onderstaande beschrijving willen we slechts even ‘meelopen’ met de stoet van de Drie Wijzen en de meest in het oog springende aspecten voorstellen.
De kapel bezoeken kan slechts met enkele personen tegelijkertijd en onder een streng toeziend oog van de opzichter. De beperkte tijd die je krijgt, wordt gechronometreerd. Je komt binnen via een smalle deur in de achterwand van de kapel waardoor je als het ware doorheen de fresco’s wandelt.
Gozzoli heeft op de drie hoofdmuren buiten de altaarnis telkens een optocht van een van de Wijzen geschilderd. Die drie stoeten begeven zich telkens naar Bethlehem, naar Christus. De cultus rond de Drie Wijzen heeft Gozzoli niet enkel van Fra Angelico geërfd. Hij kende ongetwijfeld verschillende voorbeelden die toen als altaarstuk of schilderij in Florentijnse kerken aanwezig waren. Dat de Drie Wijzen niet alleen de patroonheiligen van koningen en ridders zijn, maar ook van wetenschappers, handelaars, reizigers en pelgrims, onderstreept des te meer het politieke en maatschappelijke karakter van deze fresco’s.
De belangrijkste Medici krijgen daarom hun plaats in een van deze optochten en worden in volle beweging geportretteerd. Komen ook aan bod: alle belangrijke en invloedrijke deelnemers van het Concilie van Ferrara dat in 1439 door Cosimo de Oudere naar Firenze werd overgeplaatst. Op die manier maakte hij van Firenze de place to be. De drie fresco’s kunnen telkens beschouwd worden als een eerste voorbeeld van een groepsportret van de belangrijkste ‘politici’ en elitepersonen in die tijd.
Koning Caspar [afbeelding]
Op de oostwand zien we de stoet van koning Caspar. Hij wordt voorgesteld als een jong persoon en zit stevig in het zadel. Hij staat voor een geïdealiseerde voorstelling van Lorenzo Il Magnifico, de kleinzoon van Cosimo de Oudere. Toen het fresco werd geschilderd, was Lorenzo slechts 11 jaar oud. Toch zag men hem al als het toekomstige en succesvolle hoofd van de familie waarop men alle hoop had gevestigd. Hij is in het wit uitgedost, de kleur van het geloof.
De figuur op het witte paard achter hem stelt zijn vader voor, Piero Il Gottoso (de jichtige). Hij gaf de opdracht voor deze frescocyclus. Daarnaast zijn stiefbroer Carlo, de onwettige zoon van Cosimo de Oudere die in het zwart gekleed op een bruine muilezel zit. In die tijd was het niet ongewoon dat – zeker op latere leeftijd – hoogwaardigheidsbekleders zoals pausen en kardinalen op muilezels reden omdat die minder schichtig waren en dus veiliger dan paarden.
In de menigte links kunnen we een zelfportret van Gozzoli opmerken. Op zijn muts staat te lezen: Opus Benotii. Sommigen zien hierin een woordspeling op ben noto, wat ‘goed gekend’ of ‘goed opgemerkt’ betekent en waarmee hij zijn werk extra onder de aandacht brengt. Onderaan het zelfportret staan twee jonge kinderen met rode muts afgebeeld. Zij stellen jeugdportretten voor van Lorenzo Il Magnifico (links) en zijn broer Giuliano (rechts). Het landschap waarin de optocht plaatsheeft, staat voor Europa. Het tafereel speelt zich af tijdens de ochtend van een lentedag.
Koning Balthasar [afbeelding]
In het midden van dit fresco treffen we koning Balthasar aan. Hij stelt de keizer van Constantinopel voor: Johannes VIII Paleologus. Zijn baard vertelt dat hij van middelbare leeftijd is. Hij is gekleed in het groen, de kleur van de hoop. Achter hem zien we drie pages. Zij dragen op hun hoofd een mazzocchio, een hoofddeksel dat toen in de mode was. Hun mazzocchio valt vooral op door de drie struisvogelveren, symbool voor de Heilige Drie-eenheid. Het landschap waarin koning Balthasar de stoet leidt, stelt Afrika voor. Zij banen hun weg rond de middag in volle zomer.
Koning Melchior [afbeelding]
De optocht van koning Melchior, de oudste van de drie, voltrekt zich op de westwand van de kapel. Hij verbeeldt de patriarch van Constantinopel, Giuseppe, die tijdens het Concilie van Firenze gestorven is. Hij is gekleed in het rood, de kleur van de liefde. Op basis van recent onderzoek zou het veeleer om een portret van Sigismund van Luxemburg gaan, die vanaf 1433 keizer was van het Heilige Roomse Rijk. Tegen de algemene regel in om geen vrouwen in een stoet af te beelden, zijn – weliswaar heel klein – de drie zussen van Lorenzo Il Magnifico in dit fresco opgenomen. Zij staan rechts bovenaan in het beeldvlak.
Ook in deze optocht heeft Gozzoli zichzelf vereeuwigd: één keer terwijl hij zijn hand opsteekt en uit het fresco lijkt te kijken. Meent hij hier te bevestigen dat hij het werk volledig zelf heeft geschilderd en afgewerkt? Verder ook nog op de achtergrond, waar hij het hoofddeksel van een pelgrim draagt. Deze optocht plaatst Gozzoli in het continent Azië. Het is ondertussen volop herfst en de klok nadert de avond.
Vele iconografische aspecten zijn hiermee nog niet vermeld. Reden te meer om het fresco zelf ter plaatse te gaan ontdekken: een politiek pamflet in de vorm van een stoet naar Bethlehem.
La Cavalcata dei Magi
De optocht van de Drie Wijzen wordt sinds 1417 in Firenze nagespeeld. Elk jaar op 6 januari vertrekt een lange parade, de cavalcade. Drie koningen te paard vormen samen met honderden andere figuren een indrukwekkende stoet, waarin iedereen uitgedost is met prachtige historische kostuums. De stoet vertrekt aan het Palazzo Pitti en trekt gestaag over de Ponte Vecchio richting Piazza della Signorina tot het eindpunt op de Piazza del Duomo, waar de Drie Koningen hun giften in de levende kerststal aanbieden. Elke Florentijn kan hiermee opnieuw zijn ‘groten’ aanschouwen. Deze keer misschien niet om te ontdekken wie de machtigste is, maar wel de mooist verklede!