Als alles mee zit kunnen mijn vrouw en ik binnen afzienbare tijd verhuizen. Verhuizen naar una casa colonica in Umbrië. Hier lees je het hoe en het waarom we in Umbrië beland zijn. Vanaf het prille begin, mijn eerste stappen in Italië tot 50 jaar later het grote avontuur. Weg van België.
Una casa colonica. Een pachtboerderij. ‘Un colono’ is een boer, een pachter, zegt onze vriend Ettore. Van een bevriende gids vernemen we dat de Romeinse keizers na een overwinning aan de bevelhebbers, honderdmannen en legioensoldaten als beloning een stuk grond gaven in veroverd gebied. Zo konden ze gelijktijdig dat nieuw gebied koloniseren. De adel ging boven op een berg wonen en de legioensoldaten bouwden een simpel boerderijtje in de vlakte. Een huis, een boerderij om te koloniseren. Una casa da colonizzare. Later zal de ‘colono’ waarschijnlijk afgeleid zijn van deze kolonisatiedrang van de Romeinen.
De architecten
Wij hebben hoegenaamd geen intentie om te komen koloniseren. We willen het huis en zijn olijfgaarden in ere herstellen. Met veel respect voor het authentieke maar toch met een nieuwe hedendaagse inrichting. Hiervoor zitten we aan het juiste adres bij het architectenbureau Epokhe.
Die dan ook quasi onmiddellijk naar Italië komen om het geheel op te meten. Gelijktijdig laten ze intern het huis spreken en maken ze reeds hun eerste plannen op. We moeten hen, Jo en Kristien, een hele dag met rust laten. Hun ding laten doen. Gespoord en gelaarsd gaan ze ’s ochtends op het huis af om ’s avonds met een tas vol aantekeningen, cijfermateriaal en superideeën terug te komen.
Italofan? Sluit vandaag nog aan!
Wederom in ristorante Masolino te Panicale en ditmaal met een goede fles Pinot Nero ontvouwen zij hun visie over de verbouwing van het huis. We zijn helemaal mee en erg onder de indruk van de plannen. Tot op het moment dat Anne en ik ons zwaar verslikken in ons glas wijn. De aanleiding is de plaatsing van de binnentrap.
Il camino
Je moet weten, zo’n casa colonica heeft op het gelijkvloers enkel stallen en opbergschuren. Voorts is er alleen maar een buitentrap die leidt naar de leefvertrekken op het eerste verdiep. Via de loggia kom je binnen in een centrale kamer die dienst deed als keuken, eetkamer en woonkamer en waar een majestueuze open haard, un camino, pronkt die gedurende jaren warmte, gezelligheid en kookcomfort heeft gegeven. In iedere hoek van deze ruimte is een deur die uitgeeft naar een andere kleinere (slaap)kamer. In één kamer is er ook nog een opening naar een zolderkamertje.
Jo en Kristien stellen voor deze prachtige schouw af te breken. Deze staat nu toch wel juist op de plaats waar de binnentrap moet komen. Het is volgens hen de enige esthetisch correcte plaats om de trap te implementeren. Ik heb een krop in de keel. Stribbel tegen. Het is volgens mij nog het enige unieke stuk dat de charme en het karakter van dit type boerderijtje weergeeft. Toch houden ze voet bij stuk. Straffer zelfs. Ze kunnen Anne en mij overtuigen. Later komt er ter compensatie in het wintersalon een moderne versie van deze open haard.
Terremoto
Als de architecten terug naar België zijn beginnen we de eerste gesprekken met de geometra. De Italiaanse tegenhanger van onze architecten. Ook hij doet ons even water en bloed zweten. Volgens de wet ligt Lombo in aardbevingsgebied en moet de verbouwing volkomen volgens de nieuwe regelgeving inzake aardbevingsbeveiliging worden uitgevoerd. Dat scheelt hem een ferme slok op den borrel. U begrijpt wel wat ik bedoel.
Maar liever een veilig huis dan eentje dat bij de minste schudding als een kaartenhuis ineen zakt. Alhoewel… het huis staat er al wel pakweg 300 jaar zonder enige schade van betekenis.
De geometra bereidt het volledige verbouwingsdossier voor. Zodra hij de plannen van onze architecten krijgt, gaat hij naar de gemeente om de bouwaanvraag in te dienen. Als de sterren goed staan duurt het dan nog een zestal weken.
Water en elektriciteit
Als derde maar zeker niet de minst belangrijke hebben we opbouwende gesprekken met onze aannemers Andrea en
Marco. Zij stellen ons gerust en ze stralen vertrouwen uit. Maar behalve de officiële toelatingen zijn er nog twee essentiële zaken nodig om te kunnen verbouwen: water en elektriciteit.
Elektriciteit wordt geleverd door het Italiaans energiebedrijf ENEL. Echter als het huis onbewoonbaar is – en dat is het – moeten we alle kosten van bedrading en palen zelf dragen. Daarentegen, als de verbouwing klaar is en het huis is opnieuw bewoonbaar verklaard dan zijn de kosten voor de elektriciteitsmaatschappij. We beslissen om voor het laatste te gaan en ondertussen een generator aan te schaffen en deze desnoods na de werken terug te verkopen.
Water is een andere kwestie. Maar gelukkig, tijdens één van mijn weinige gesprekken met Mara Prugnola had ik toch vernomen dat er een bron op ons terrein ontsprong. Waar wisten we niet. Anne en ik zijn dan op zoek gegaan. We hadden op onze ontdekkingstochten riet gezien. Daar in de buurt zal het wel zijn. Compleet fout. Het blijkt zoeken naar een speld in de hooiberg op onze 18 Ha. Maar de speld hebben we uiteindelijk toch gevonden. Op nog geen 50m van het huis. Volgens snelle berekeningen van Andrea geeft de bron tot 600 liter per dag. Als we dat opvangen, zeker voldoende om een bouwwerf mee draaiende te houden.
Evviva, possiamo iniziare i lavori!