Legendes uit het Valchiavenna (26): De dau 

foto Wikicommons - Philippe Semeria

 

Het Valchiavenna is het dal van de rivier de Mera, die vanuit de Alpen in zuidelijke richting stroomt en uitmondt aan de noordpunt van het Comomeer. De belangrijkste plaats is Chiavenna, aan de voet van de Alpen. Bij dit dorp beginnen twee routes naar Zwitserland, één over de Splugapas, de ander over de Maloja en Julierpas. Rond Chiavenna en de verschillende zijdalen spelen talloze legendes, waarvan je er hier een kan ontdekken.

Het valt op dat er veel verhalen zijn waarin heksen of duivels een rol spelen. Dit komt ons nu ongeloofwaardig over, maar voor de mensen in die vroegere eeuwen was dit niet het geval. Heksenvervolgingen (inquisitie) vonden in dit hele gebied veelvuldig plaats. Talloze vrouwen eindigden dan ook op de brandstapel.

 

Tot de legendarische en curieuze fantasiedieren die de Alpenweiden en berghellingen bevolken, behoort ook de dau. Het was een dier dat vooral op grote hoogte in de buurt van Livigno werd gesignaleerd. Slechts weinigen hadden het dier zelf gezien en de meeste verhalen werden alleen doorverteld van generatie op generatie. De dau leefden in de buurt van de Minegletsjer en liet zich maar zelden zien. Ze waren schuw en bleven het liefst in de bergen boven 2000 m waar zelden mensen kwamen.

Een belangrijke reden waarom de dau liefst op de steile berghellingen bleef was de anatomie van het dier. Het had namelijk asymmetrische poten: het mannetje had rechts langere poten dan links en bij het vrouwtje was het net omgekeerd. Op de steile hellingen was dit natuurlijk erg handig, want zo kon je rechtop lopen als je de korte poten de kant van de helling had. Er was echter wel een probleem: het dier kon maar in één richting lopen, vooruit of achteruit, want anders zou het van de helling storten. Een tweede probleem was dat het mannetje bij een ontmoeting tegenover een vrouwtje kwam te staan. Dit was een serieus probleem bij de paring en menige dau stortte dan ook omlaag als hij of zij te gepassioneerd handelde. Slechts weinigen zijn hier echter ooit getuige van geweest.

Ondanks alle verhalen was het toch een gracieus en sympathiek dier en niemand heeft er ooit jacht op gemakt. Het leek wel wat op een haas maar het mannetje had twee elegante horens op zijn kop. Zowel het mannetje als het vrouwtje heeft een dikke pels, nodig om te overleven bij lage temperaturen. Die van het mannetje is wat lichter van kleur dan die van het vrouwtje, maar in de winter hebben ze een witte schutkleur zodat ze vrijwel onzichtbaar zijn. In het voorjaar zijn er twee of drie welpen die enkele jaren bij hun moeder blijven voordat ze wegtrekken. Eten is er genoeg: pijnappels of sommige bloemen zoals gele violen. Ze eten ook graag takken van de lariks, takken waarmee ze trouwens ook hun pels krabben.

 

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!

 

Over Ruud Metselaar 131 Artikelen
Ruud Metselaar is emeritus hoogleraar van de Technische Universiteit Eindhoven. Hij is al tientallen jaren een vaste bezoeker van het Comomeer en heeft zich in die tijd verdiept in de geschiedenis, het landschap en de kunst van dit gebied. Veel van zijn ervaringen werden gepubliceerd in artikelen, waarvan een groot deel is verwerkt in vijf boeken. Meer informatie kan je vinden op http://comomeerinfo.nl/index.html

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten