“Het plafond is tweeënhalve meter hoog, dat zie je zo,” zei Olita, de makelaar, zelfverzekerd. “Nee, het is twee meter zeventig,” was de onverstoorbare reactie van Luigi Buttini, de door ons ingeschakelde geometra. Een geometra is een typisch Italiaanse deskundige, die van alles in zich verenigt, van bouwkundig ingenieur tot expert vergunningen. Hij is feitelijk onmisbaar bij het kopen en keuren van een huis.
We hadden hem ingehuurd om het door ons zo begeerde huis in de Oltrepò te komen beoordelen. Op dat huis waren we inmiddels verliefd, maar we wilden voorkomen dat we met een kat in de zak zouden eindigen. Dat we makelaar Olita wat dit betreft niet konden vertrouwen, daarvan waren we bij de eerste bezichtiging al overtuigd geraakt.
“Twee meter vijftig,” reageerde Olita geprikkeld en kortaf op de correctie van Buttini. “We meten het na,” concludeerde Buttini, zeker van zijn zaak. Hij was voorzien van alle spullen om wat dan ook maar te meten. Het resultaat van dit wedstrijdje ver-plassen was dat de hoogte twee meter vijfenzeventig bleek, zodat onze geometra won. Wij lachten in onze vuistjes. De beide mannen waren al een tijdje aan het wedijveren over van alles en nog wat. Olita rende alsmaar achter Buttini aan om te zien of hij hem op een misser kon betrappen.
Buttini controleerde alles: klopten de afmetingen met wat er in het kadaster stond? Was er niets illegaal verbouwd of aangebouwd? Klopte de grootte van het stuk grond? “È tutto in ordine, non ci sono problemi,” riep Olita te pas en te on pas. Nam hij het ons kwalijk dat we een echte deskundige hadden ingehuurd om hem te controleren? Wie weet. Maar we hadden ons goed voorbereid en alle rampverhalen over het kopen van een huis in Italië in onze oren geknoopt. Olita kon de pot op.
Er was zelfs al een kwestie waar iets niet in orde scheen. De lap grond die Olita’s advertentie ons beloofde was maar liefst vijfentwintighonderd vierkante meter groot. Bij ons eerste bezoek aan het huis had hij ons aangewezen tot waar het terrein volgens hem liep: tot aan het eind van het bakstenen gebouwtje, de rustico.
Eenmaal thuis na de bezichtiging kwam ik tot de conclusie dat dit niet kon kloppen. Ik vond de hoeveelheid grond die bij het huis hoorde eigenlijk te klein (waar moest het zwembad komen?). Dat zou een reden kunnen zijn om alsnog van de koop af te zien. Maar wacht eens even, dacht ik toen: het huis zelf meet elf bij elf meter, dus 121 vierkante meter. Op het hele terrein zou het huis twintig keer moeten passen. Maar dat kon nooit op het stuk grond dat Olita had aangewezen.
Nu, met onze landmeter bij de hand, zou het duidelijk worden. Buttini beende met zijn gedrongen lijf door het hoog opschietende onkruid, struikelend over resten dakpannen en ander afval. Olita strompelde er als een opgewonden haantje achteraan. Hijgend riep hij nog eens dat het terrein achter de rustico niet bij het huis hoorde. Daar kon je niet zomaar gaan banjeren: het was proprietà privata! Maar Buttini beende onverstoorbaar verder. Zijn conclusie was dat het stuk grond helemaal doorliep tot aan de muur van het volgende huis. Veel verder dan Olita had beweerd. Dat was twee tegen nul voor onze geometra!
Olita had ons al binnen een paar dagen na de eerste bezichtiging opgebeld. Op agressieve toon vroeg hij waarom we hem nog niet hadden laten weten of we het huis wilden kopen. Alles was immers in orde. We hoefden alleen een aanbetaling te doen en een voorlopig koopcontract te tekenen. Maar daar dachten wij, goed voorbereid als we waren, anders over en dat maakten we hem duidelijk.
“Eerst doen we een perizia, een controle ter plaatse, en kijken we alle papieren na: kadaster, eigendomsakte, liggende schulden en dergelijke; daarna zien we verder.
“En moet trouwens niet worden gecontroleerd of de buren de landbouwgrond niet willen kopen?” vroegen we onze ’deskundige’. Buren hebben namelijk volgens de wet het eerste recht op koop van naburige landbouwgrond als deze op de markt kwam.
“No, no, non ci sono problemi,” riep Olita meteen, maar hij ging het toch even vragen aan een collega: en we kregen gelijk.
Na een uur of twee kwam Buttini tot de conclusie dat het er goed uitzag. Sterker nog, zo’n groot huis voor de gevraagde prijs was een affare, een buitenkansje. Nu hoefden we alleen nog naar het gemeentehuis van Montecalvo om mogelijke problemen met bestemmingsplannen weg te nemen. En dan zouden we veilig een eerste bod op het huis kunnen doen. We voelden de spanning stijgen. Kon het nog misgaan?