Isernia

Isernia (foto Wikicommons by TheFab4)

In de eindfase van de Tweede Wereldoorlog lag ook Isernia in de vuurlinie tussen de oprukkende geallieerden en de Duitse troepen die in allerijl Mussolini ter hulp moesten snellen. Dat zullen de burgers geweten hebben. Op woensdag 10 september 1943, een marktdag, verschenen iets na 10 uur geallieerde bommenwerpers boven het stadje.

De gevolgen waren desastreus. In plaats van de vluchtwegen van de Duitsers af te snijden en de bruggen of het station onder vuur te nemen, werd het historisch centrum van Isernia in volle hart getroffen. Er vielen ongeveer 4000 burgerslachtoffers en één derde van de bebouwing werd ofwel beschadigd of zelfs volledig verwoest. Als het een magere troost mag wezen, na het opruimen van de schade werd Isernia twee pleinen rijker.

In de hel met paus Celestino V

De nieuwe Piazza Celestino V bevindt zich aan het noordelijke uiteinde van de bergrug en is gewijd aan de voornoemde paus die wellicht uit Isernia afkomstig was. Veel indruk heeft de voormalige kluizenaar in Rome niet nagelaten want hij was helemaal niet opgewassen tegen de vele intriges aan het pauselijk hof. Nog hetzelfde jaar van zijn verkiezing (1294) gaf hij er de brui aan. Dit werd hem door zijn tijdgenoot en schrijver Dante niet in dank afgenomen. Voor deze paus voorzag de dichter in zijn beroemde De Goddelijke Komedie een plaatsje in de hel, tussen anderen die eveneens hun verantwoordelijkheid ontvluchtten.

Het oorspronkelijke stratenpatroon met de behuizing werd met plaveien duidelijk zichtbaar gemaakt (zie foto). Verder telt het plein nog enkele opmerkelijke monumenten. Eerst en vooral is er de middeleeuwse wasplaats, de Fontana Fraterna. Ze werd indertijd samengesteld uit recuperatiemateriaal, onder andere van Romeinse oorsprong. De naam verwijst naar een palazzo waarvan ze eertijds deel uitmaakte. De woning zelf heeft het bombardement niet overleefd. Vandaag staat het bouwwerk op zijn eentje aan de rand van het plein. En ondertussen hebben de inwoners van Isernia thuis een wasmachine.

Naast de “fontein” is er een klein museum dat voornamelijk aandacht schenkt aan de tweede wereldoorlog. Aan de andere zijde van het plein staat een leuke muziekkiosk. Over de volledige omtrek van de basis is de geschiedenis van Isernia afgebeeld met keramiektegels.

Flaneren door de Corso Marcelli

Vanaf dit plein vertrekt de Corso Marcelli in zuidelijke richting over de volledige heuvelrug waarop het historisch centrum van Isernia werd gebouwd. Het is zowat dé winkelstraat van Isernia. In meerdere gebouwen zijn nog stenen aan te treffen met Romeinse inscripties. De Piazza X Settembre is gewijd aan de slachtoffers van de oorlogstragedie. Een modern monument herinnert daar aan. Elk jaar wordt op 10 september het drama plechtig herdacht en alle belangrijke hoogwaardigheidsbekleders tekenen dan ook present. Kerk en Staat eendrachtig samen. Uiteraard in vol ornaat, zoals dat in Italië hoort.

Ceremonie aan de kathedraal (10 september 2019)

De kathedraal dateert uit 1837 en is opgetrokken in neoklassieke stijl op de plaats waar een aardbeving de vorige kerk verwoestte. Zoals zo vaak werd het christelijke heiligdom opgericht waar ooit een Romeinse tempel stond. Een deel van de basis daarvan is nog ondergronds te bezichtigen. De klokkentoren naast de kathedraal lijkt gebouwd op een middeleeuwse stadspoort maar die doorgang heeft daar niets mee te maken. Hoogstens stond hier een boog die toegang verschafte tot het voormalige forum. De vier beelden die de doorgang sieren zijn wel van Romeinse oorsprong.

Falussen, relikwieën en mammoeten

De twee belangrijkste bezienswaardigheden bevinden zicht echter buiten het centrum. Vanaf de zuidelijke punt van de heuvel is het dak van het Santuario dei Santi Cosma e Damiano te zien. Daarvan valt onmiddellijk het zeer eigenaardige torentje op. Het kent helemaal geen gelijkenis met een kerktoren maar doet eerder aan een fallus denken. En dat is geen toeval. De kerk die gewijd is aan de twee geneeskundigen-martelaars heeft men opgericht op de plaats waar eertijds een heiligdom stond ter ere van Priapus. In de mythologie is hij de god van de vruchtbaarheid en het is dan niet verwonderlijk dat de tempeltjes aan hem toegeschreven midden de velden stonden. Het is lang niet het enige voorbeeld waarbij de kerk een heidense plaats inpalmt.

Bij ons bezoek hadden we geluk. Normaal gezien is deze kerk enkel geopend tijdens de erediensten maar toen wij er langs kwamen waren arbeiders aan het werk om een nieuw altaar te vervaardigen. De natuursteen daarvoor was afkomstig uit de streek van Trani (Puglia). In de sokkel van het altaarblad moest ook een nieuw schrijn worden ingebouwd om relieken van de heiligen in te bewaren. Ze zijn in het begin van de 17de eeuw vanuit Rome naar Isernia gebracht. Als geïnteresseerde buitenlanders werden we met open armen ontvangen door de leden van wat we de plaatselijke kerkfabriek zouden noemen. Het kon natuurlijk ook de Okra zijn.

Ten oosten van de stad, iets gemakkelijker te vinden en van een totaal ander allooi is het moderne Museo Nazionale del Paleolitico di Isernia. Bij de aanleg van de snelweg SS85 stootte men op een laag waarin zich dierlijke beenderen bevonden die tot meer dan 700.000 jaar teruggaan. We spreken hier over mammoeten, neushoorns, beren… Hoewel er geen menselijke resten zijn ontdekt, wijzen bepaalde sporen erop dat er ook menselijk activiteit voorkwam in deze periode van de oude steentijd. Het is zonder twijfel een van de oudste, meest verscheidene en best bewaarde sites van Europa.

Naast de autoweg werd dan ook een museum opgericht waar men de aardlaag zo correct mogelijk heeft weten te reconstrueren. De educatieve afdeling loont beslist de moeite om te bezoeken. Vaak is er ook uitleg in het Engels voorzien, wat niet evident is in een lokaal Italiaans museum.

Waar je als Italofiel nog rust vindt

Isernia heeft men in 1970, precies een halve eeuw geleden, als hoofdstad van de nieuwe provincie ingesteld. Maar het straalt beslist niet de allures uit van historische steden als bij voorbeeld Ancona of Viterbo. Het blijft een lokaal centrum dat net als de rest van centraal en zuid Italië te lijden heeft onder de huidige recessie. Er is geen sprake van hippe winkeltjes of trendy bars. Zelfs het aanbod aan restaurantjes is heel beperkt en slinkt jaarlijks. Het grote voordeel voor de Italofiel is uiteraard dat je er niet struikelt over de horden toeristen. Hiermee sluit ik dan ook het drieluik rond de Molise af (zie ook de eerdere kronieken ‘Molise, het kleine achterkomertje‘ en ‘Italia non è aperta‘).

Marc Vandenbon – Auteur van “Innemend Italië” –  www.innemenditalie.be

Over Marc Vandenbon 38 Artikelen
Voor Bruggeling Marc Vandenbon is Italië een ware passie. Hij bezocht het land talloze keren en bundelde zijn kennis in zijn boek “Innemend Italië”. Voor meer informatie: www.innemenditalie.be

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten