in deze rubriek stellen wij de allergrootste Italiaanse campionissimi aan u voor. Italië speelde al van in de beginjaren een vooraanstaande rol in het internationale wielrennen en bracht tal van de meest legendarische kampioenen voort. Bewijs: in de top 20 van de all time ranking vinden we zomaar eventjes negen Italianen terug. Desondanks speelt het land nu al verschillende jaren niet meer mee in de wielertop.
De volgende campionissimo die we hier voorstellen is Fausto Coppi.
Fausto Coppi werd geboren in Castellania Coppi op 15 september 1919 en overleed in Tortona op 2 januari 1960. Zijn grote prestaties leverden hem de bijnamen Il Campionissimo (Kampioen der kampioenen), en l’Airone (de Reiger) op.
Coppi was een zeer veelzijdig renner en boekte in zijn wielercarrière tal van successen, waaronder vijf eindzeges in de Ronde van Italië en twee eindzeges in de Ronde van Frankrijk. Op het gebied van eendagskoersen won hij onder meer vijfmaal de Ronde van Lombardije, driemaal Milaan-San Remo en eenmaal Parijs-Roubaix. Voorts behaalde Coppi in 1953 de wereldtitel en vestigde hij in 1942 een nieuw werelduurrecord. Hij won de Trophée Gentil tweemaal, in 1947 en 1952.
Meteen succesvol
Coppi begon zijn sportloopbaan in 1937 als nieuweling. Hij bleek meteen succesvol en zette als amateur zijn zegereeks voort. Vanaf 1939 werd hij professional. In 1943 en 1944 nam hij niet aan wedstrijden deel, omdat hij als krijgsgevangene in Tunesië verbleef.
In 1949 en 1952 won Coppi de Ronde van Frankrijk en in 1940, 1947, 1949, 1952 en 1953 de Ronde van Italië. Coppi slaagde in 1949 als eerste renner ooit in het winnen van de dubbel Ronde van Frankrijk en Ronde van Italië. In 1952 wist hij dit huzarenstukje te herhalen.
Hij vestigde een nieuw werelduurrecord in 1942 (45,871 kilometer), dat pas in 1956 door Jacques Anquetil verbeterd werd.
In de klassiekers kende hij ook veel succes: in 1946, 1948 en 1949 won hij Milaan-San Remo, in 1953 won hij het wereldkampioenschap in Lugano, in 1946, 1947, 1948, 1949 en 1954 won hij de Ronde van Lombardije en in 1950 won hij Parijs-Roubaix. Ook won hij de Waalse Pijl, eveneens in 1950. Als beste renner van het jaar werd Coppi in 1949 de Desgrange-Colombo-beker toegekend. In 1947, 1949 en 1953 werd hij winnaar van de Trofee Gentil. Tijdens zijn carrière behaalde Coppi in totaal 153 overwinningen.
Rivaliteit
De rode draad tijdens zijn carrière was de rivaliteit met zijn landgenoot Gino Bartali. Die rivaliteit verdeelde het naoorlogse Italië in twee kampen waartussen je niet neutraal kon blijven. Zo had je vooral katholieken die Bartali steunden en Coppi verfoeiden omwille van zijn affaire met Giulia Locatelli (geboortenaam Occhini), ook wel de Witte Dame genoemd.
La Dama Bianca
Coppi was ongelukkig getrouwd en hervond zijn lust in leven én wielrennen toen de eveneens getrouwde Locatelli in zijn leven kwam. Omdat zij altijd in witte kleding heimelijk bij de finish stond opgesteld, werd ze La Dama Bianca oftewel de Witte Dame genoemd. Coppi heeft altijd beweerd dat zijn wereldtitel op de weg in 1953 in Lugano het resultaat is geweest van zijn gevoelens voor Giulia, die hem had toegezegd bij de finish op hem te zullen staan wachten, deze keer in zwarte kleren. Beroemd is dan ook de foto waarop de kersverse wereldkampioen van zijn geliefde de bloemen krijgt overhandigd.
Deze foto heeft destijds in Italië een grote schok teweeggebracht, omdat toen pas echt duidelijk werd wat deze twee gehuwden voor elkaar voelden. In 1955 schonk zij hem de liefdesbaby Faustino (later architect in Novi Ligure, waar ook de Villa Coppi staat waar Fausto Coppi jaren heeft gewoond) die echter in Buenos Aires ter wereld moest komen vanwege alle heisa die deze “verboden liefde” in Italië met zich meebracht.
Vroeg overlijden
Coppi liep in het najaar van 1959 in Opper-Volta, het huidige Burkina Faso, malaria op. Hij deed daar min of meer voor de grap mee aan een koers. De dokters in Italië herkenden zijn ziekteverschijnselen in eerste instantie niet en gaven hem medicijnen ter bestrijding van een longontsteking. De toegediende medicatie versnelde echter zijn ziekteproces. Op 2 januari 1960 overleed hij op veertigjarige leeftijd.
Op diverse cols in Italië en Frankrijk staan standbeelden van en monumenten voor Coppi. Bij zijn graf in zijn geboorteplaats Castellania is hij samen met zijn broer Serse (die omkwam bij een wielerwedstrijd) vereeuwigd in een manshoog beeldhouwwerk. In Castellania is in zijn geboortehuis een museum ingericht: Casa Museo Fausto Coppi. Het dorp werd in 2019 omgedoopt tot Castellania Coppi. Elk jaar wordt een cyclosportief ter ere van Coppi gereden in Cuneo. Duizenden deelnemers hebben dan allemaal hetzelfde shirt aan met daarop de beeltenis van Fausto Coppi. Tijdens de Ronde van Italië wordt er een speciale bonus uitgereikt, de Cima Coppi, voor de eerste renner die het hoogste punt van die ronde bereikt.