
We zouden op taste-italy.be wellicht geen aandacht hebben voor Remo Giazotto (Rome, 4 september 1910 – Pisa, 26 augustus 1998). Maar er hangt alweer een mooi verhaal aan deze man vast.

Giazotto was een Italiaanse musicoloog, componist en biograaf. Hij is vooral bekend voor het systematisch in kaart brengen van de catalogus van de werken van Tomaso Albinoni. Die laatste was een 17e eeuwse Italiaans componist en violist uit de late barok. Hoewel hij best productief was bij leven, is van hem weinig muziek bewaard gebleven. Veel van Albinoni’s werken gingen immers verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Albinoni spendeerde tijdens zijn leven heel wat tijd in Duitsland, en daardoor bevond veel van zijn werk zich in de Staatsbibliotheek van Dresden.
Hoe het met Dresden is afgelopen in de geschiedenis, weten we allemaal. De pech wilt dat deze stad door de geallieerde troepen zowat met de grond werd gelijk gemaakt met bombardementen. Op die manier ging veel van Albinoni’s werk jammerlijk verloren.
Verloren manuscript
Enter Remo Giazotto. Hij beweerde immers uit de verwoeste resten van de Saksische Staatsbibliotheek in Dresden aan het einde van de Tweede Wereldoorlog een deel van een manuscript te hebben gevonden met de opening van een muziekstuk. Dit identificeerde hij als onderdeel van een sonate van Albinoni. Vervolgens beweerde hij dat hij dit gebruikt had om het werk te voltooien dat we vandaag de dag kennen als Albinoni’s Adagio in g mineur.
Giazotto beweerde dat het voltooide werk alleen een ‘arrangement’ was en publiceerde het in 1958 onder de titel ‘Adagio in g mineur voor strijkers en orgel, op twee thematische ideeën en op een becijferde bas van Tomaso Albinoni’
Giazotto’s beschrijving van het werk als een ‘arrangement’ zou normaal gesproken impliceren dat het grootste deel van het werk van de hand van Albinoni was. Dat lijkt in de realiteit eerder een overdrijving van Giazotto. In het beste geval impliceerde dit immers dat Giazotto co-auteur van het werk was. In het slechtste geval zou het betekenen dat het volledig nep was, geen authentieke Albinoni, maar eerder een echte Giazotto.
Dat het laatste waarschijnlijker was, leek ook Giazotto zelf te bevestigen. Hij beweerde later immers dat hij het stuk in feite volledig zelf had gecomponeerd. Waarom hij later het hele werk claimde, is onduidelijk. Het kan het gevolg zijn geweest van een gekwetst ego – het werk werd immers zo populair dat hij misschien dacht dat de credits hem toekwamen en niet Albinoni.
…of puur uitvindsel?
Wat er echt van aan is, is moeilijk om te achterhalen zonder toegang tot het originele manuscript waarop Giazotto zich baseerde, want dat is nooit openbaar is gemaakt. Als het überhaupt heeft bestaan. Tegenwoordig beschouwt de meerderheid van de geleerden het werk grotendeels als van Giazotto, hoewel het debat nog steeds voortduurt. Bij het grote publiek staat het werk echter nog steeds bekend als Albinoni’s Adagio – tot spijt van wie het benijdt.
Nu, gelukkig verdient Giazotto op basis van zijn ander werk ook zijn plekje in de muziekgeschiedenis. Hij schreef vele biografieën van muzikanten, waaronder die van Albinoni zelf en die van Vivaldi, Giacomo Puccini en Ferruccio Busoni. Vanaf 1932 werkte hij als muziekcriticus voor de Rivista Musicale Italiana. Hij werkte ook samen met het Ricordi-tijdschrift Musica d’oggi.
Nadat hij zich na 1943 had gedistantieerd van het fascisme en eerder ging aanleunen bij het verzet, werd hij in 1945 redacteur van de Rivista Musicale Italiana, een post die hij tot 1949 bekleedde.
In 1949 werd hij directeur van de kamermuziekprogramma’s bij de RAI (Radio Audizioni Italiane) en in 1966 directeur van de internationale programma’s georganiseerd door de European Broadcasting Union.
In 1967 werd hij mededirecteur van de Nuova rivista musicale italiana. Van 1957 tot 1969 was hij tevens hoogleraar muziekgeschiedenis aan de Universiteit van Firenze. In 1962 had hij dezelfde functie aan de Accademia Nazionale di Santa Cecilia. In 1976 superviseerde hij de herziening en uitwerking van Il Pianto e il Riso delle Quattro Stagioni dell’Anno. Dat is een oratorium voor vier stemmen, op muziek gezet door Benedetto Marcello in 1731.
Remo Giazotto was de vader van natuurkundige Adalberto Giazotto.