Elke Italiëliefhebber die regelmatig door zijn favoriete land reist, kent wel dat typische fenomeen: je komt ontelbare plekjes tegen die er stuk voor stuk onooglijk uit zien en waar je normaliter geen minuut zou doorbrengen. Tot je de gelegenheid krijgt van naderbij kennis te maken: dan blijkt dat onooglijke plekje plots te bulken van de historische en architectonische schoonheid. Op tocht door de provincie Bergamo stootten we zo ook op de Diga del Gleno, een triest verhaal dat ik u niet wil onthouden.
Reeds in de negentiende eeuw keek Italië met interesse naar elektriciteit geproduceerd met alternatieve energiebronnen. Logisch, gezien het land maar beperkt over fossiele brandstoffen of steenkool beschikte, en de Industriële Revolutie in volle gang was. De zoektocht naar alternatieve energiebronnen bracht Italië al snel bij elektriciteit op waterkracht. Met name Noord-Italië en de Alpen met zijn talloze valleien bood een uitstekend terrein voor de bouw van stuwdammen. Dat geschiedde ook in het noorden van Lombardije.
Concessie
In 1907 vroeg men een concessie aan voor een stuwdam. Het bedrijf Galeazzo Viganò uit Truggio (Milaan) zou instaan voor de bouw ervan. Het Ministerie van Openbare Werken gaf in 1917 toestemming voor de bouw van een dam. Enkele maanden later reeds begon Viganò aan de bouw van de Diga del Gleno, genoemd naar de rivier Gleno die deze dam onderbrak. De bouw begon nota bene zonder een vergunning van de bevoegde instanties, de Genio Civile. Met een lengte van 260 meter was het plan van de bouwheer om liefst 6 miljoen kubieke meter op te houden, die bij mekaar zouden gebracht worden in een kunstmatig meer van 400.000 m2. De rivieren Gleno/Povo, Nembo en enkele kleinere riviertjes zouden het meer van water voorzien.
Bij de bouw van stuwdammen bestaan grosso modo twee terugkerende concepten: een gewichtsdam en een boogdam. Een gewichtsdam houdt, zoals de naam suggereert, het water tegen louter door zijn eigen gewicht. Dit vergt veel materiaal, en typisch is de brede basis. Boogdammen hebben een gebogen vorm om de druk van het water deels af te leiden naar de zijkanten. Dit type komt eerder voor in bergachtig gebied, omdat de ruimte daar vaak te beperkt is voor een gewichtsdam. De bouwaanvraag van de Diga del Gleno beschreef duidelijk dat het om een gewichtsdam zou gaan.
Een ramp in wording
Het project van de bouw van de Diga del Gleno startte onder een zeer ongunstig gesternte. In de loop van 1920 bijvoorbeeld bereikten berichten de prefectuur van Bergamo dat bij de bouw van de dam geen cement maar kalk werd gebruikt. Hoewel inspecteurs stalen kwamen nemen, onderzocht men deze nooit. Ondanks de bouwvergunning voor een gewichtsdam, werd aan de bouwfirma Vita & C° de opdracht gegeven om te starten met de bouw van arcaden.
Bij een routinecontrole in 1921 door ingenieur Lombardo van de Genio Civile stelde deze vast dat in de loop van de werken men de voorziene gewichtsdam plots had omgevormd naar een boogdam. Hij rapporteerde dit aan het Ministerie van Openbare Werken. De middelste bogen van de dam waren niet eens rechtstreeks op de rotsen gebouwd, maar gewoon bovenop de funderingen waarmee men gestart was voor de oorspronkelijk geplande gewichtsdam: een zeer onstabiele constructie! Na deze controle vroeg men de firma Viganò om een nieuw plan in te dienen. De bouwfirma kwam hier weliswaar mee op de proppen in 1923, maar ondertussen gingen de bouwwerken gewoon verder.
Op 22 oktober 1923 vulde het kunstmeer zich voor het eerst, na hevige regenval. Het slechte weer bleef in de novembermaand daarop aanhouden. Spoedig kwamen waterlekken aan het licht, met name in het centrale gedeelte van de dam, en meer bepaald op de plaatsen waar de bogen bovenop de fundering van de gewichtsdam waren opgetrokken. De stuwdam was overigens verre van afgewerkt: men moest nog talloze werken uitvoeren. Een optelsom voor een voorspelbare catastrofe…
De catastrofe
Op 1 december 1923 om 6.30 u stuurde de heer Morzenti, bewaker van de stuwdam, een waarschuwing uit van “hevige ondergrondse schokken”. Nauwelijks 45 minuten later gebeurde het onvermijdelijke: op 1 december om 7.15 u begaf de dijk het. Een watermassa van 5 tot 6 miljoen kubieke meter begon aan zijn wilde afdaling richting vallei en richting Lago d’Iseo.
Eerste slachtoffer op de weg was Bueggio, onderdeel van Vilminore. De twee elektriciteitscentrales aldaar werden met de grond gelijkgemaakt, net als twee kerken en het kerkhof. De water- en modderstroom vervolgde zijn weg langs de Povorivier tot aan de samenvloeiing met de Dezzo. De gelijknamige gemeente werd van de kaart geveegd, en de plaatselijke ijzergieterij bood een gruwelijk spektakel van gensters, stoom en vuur.
Het puin dat meegevoerd werd met het water creëerde nieuwe, tijdelijke obstakels die, wanneer ze braken, nog meer moordende vloedgolven veroorzaakten. Uiteindelijk zette de stroom zijn verwoestende tocht verder tot aan het Lago Iseo waar de drijvende lichamen van slachtoffers een stille getuige waren van de ramp die hogerop had plaatsgevonden.
Het officiële dodental bedroeg 360, hoewel schattingen eerder van 500 slachtoffers gewagen. De firma Viganò probeerde zich nog te verdedigen door te stellen dat de dam gebroken was na een terroristische aanslag, gebaseerd op de getuigenis van “ondergrondse schokken” door bewaker Morzenti. 0p 4 juli 1927 veroordeelde het Tribunaal van Bergamo bedrijfsleider Virgilio Viganò en de verantwoordelijke ingenieur tot 3 jaar en 4 maanden cel en een boete van 7500 lire. Viganò stierf nauwelijks één jaar later, naar verluidt door wroeging.
Het waarom
Waarom brak de Diga del Gleno? De belangrijkste reden gaven we al eerder: het onverantwoord wijzigen van het type dam tijdens de werken. Dat leidde tot structurele instabiliteit. Maar er was meer.
Tijdens het proces kwamen bloedstollende getuigenissen aan het licht. Men had inferieure materialen gebruikt en te weinig steunbalken. Er was cement die nooit de werf bereikte wegens gestolen. Die verving men dan door kalk. En er was nog veel meer. Sommige toeleveranciers betaalde men per stuk waardoor het voor hen rendabeler was om snel-snel te werken in plaats van kwalitatief. Boringen uitgevoerd na het drama brachten aan het licht dat op sommige plaatsen de zakken cement gewoon in zijn geheel in de bogen waren gegooid. Het cement dat wel degelijk gebruikt was, kreeg de kans niet uit te harden. Getuigen vertelden zelfs dat men delen van de dam optrok vanop bootjes op het kunstmatige meer en dat men dan verder bouwde naargelang het waterpeil steeg.
Vandaag blijven de restanten van de Diga del Gleno overeind als zichtbare getuigen van één van de grootste rampen die de streek ooit troffen. De rampplaats lig vandaag op verschillende wandelroutes. Niemand die onbewogen blijft bij het zien van de ruïnes…