Op 10 december wordt de Madonna van Loreto vereerd. De datum gaat terug tot 1294, het jaar waarop het huisje van de heilige familie uit Nazareth door een schare engelen nabij Loreto werd neergezet. Maar vooraf had het gebouwtje al een merkwaardige geschiedenis achter de rug.
Na de negende en laatste kruistocht werd het Heilig Land, en dus ook Palestina, in 1291 door de Mohammedanen heroverd. Veel plaatsen die aan de Christenen waren verbonden werden grondig verwoest. Zo ook de kerk in Nazareth, die volgens de overlevering nog op vraag van keizerin Helena werd opgericht. Het legendarische geboortehuis van Maria (en de thuis van Jezus nadat de familie uit Egypte was teruggekeerd) liep het gevaar hetzelfde lot te ondergaan.
EEN VLIEGREIS MET ENKELE TUSSENLANDINGEN
Op 10 mei 1291 kwam God eigenhandig tussen en gaf enkele engelen de opdracht de woning in haar geheel op te nemen en deze opnieuw neer te zetten in de buurt van het huidige Rijeka in Kroatië. Groot was dan ook de verbazing van de bevolking om plots geconfronteerd te worden met een vreemd gebouw dat zich bij nader onderzoek zonder fundering en met vreemd bouwmateriaal in hun midden bevond. Sterker nog, bij het betreden van dit huis vond men naast de gebruikelijke huisraad ook een altaartje met daarop een beeld van de Madonna. De lokalen waren het er dan ook al vlug over eens dat het om het geboortehuis van Maria ging. Het feit dat zowel het gezicht van Maria als dat van het kind Jezus zwart waren was te wijten aan de rook van de brandende kaarsen.
De toenmalige heerser, een telg uit de adellijke familie Frankopan (Frangipane), stuurde een onderzoekscommissie naar Galilea om een en ander uit te klaren. Hun conclusie was duidelijk: het huisje in Nazareth was inderdaad verdwenen, maar de fundering waarop het ooit stond was nog intact, met exact dezelfde afmetingen. Ook de stenen en de bouwtechniek stemden overeen.
NAAR ITALIË
Gedurende drie jaar was het huisje het onderwerp van een steeds groeiende pelgrimage. Waarom dan plots op 10 december 1294 er opnieuw engelen opdoken om de woning van de oostelijke oever van de Adriatische Zee naar de westelijke over te brengen is niet heel duidelijk. Nu kwam ook hier een massa pelgrims opdagen. Dit lokte echter eveneens enkele bandieten die het gemunt hadden op de centen van de bedevaarders. Daarop verdween na een achttal maanden het huisje opnieuw om neergeplaatst te worden op een heuvel, midden de olijfbomen ten zuiden van Ancona.
Dit bos was het eigendom van twee adellijke broers. Ook hier herhaalt de geschiedenis zich. De pelgrims komen af, laten heel wat schenkingen en giften na en de beide broers, verdwaasd door die plotse rijkdom, komen met elkaar in slaande ruzie. Het gevolg laat zich raden. De engelen treden opnieuw ten tonele en gedragen door een wolk verhuist de woning naar een nabijgelegen oord in Loreto waar het tot op vandaag een veiliger plek heeft gevonden. Getuigen van dit nachtelijke transport waren enkele herders die in een fel licht alles volgden. Rond de goddelijke woning wordt al vlug een eerste kapel gebouwd.
PAUSELIJKE INBRENG
Gedurende anderhalve eeuw geniet deze relikwie van een rustige pelgrimage. Tot in 1664 paus Pius II het heiligdom een gouden kelk schenkt om op die manier genezing te bekomen. Deze pauselijke schenking gaf een extra aantrekkingskracht aan Loreto. Pius II bezocht Loreto op weg naar Ancona waar hij een nieuwe kruistocht wou opstarten. Dit opzet mislukte totaal mede omdat ook de stad Venetië haar belofte niet nakwam. Van de voorziene 40 galjoenen lagen er amper 2 in de haven te wachten. De paus moest de figuurlijke kelk tot op de bodem ledigen want enkele weken later stierf hij in Ancona. Zijn lichaam werd overgebracht naar Rome en later in 1623 definitief begraven in de Sant’Andrea della Valle.
Zijn opvolger Paulus II maakt van Loreto een totaal nieuw pelgrimsoord. De grootste architecten en kunstenaars uit die periode worden aangesproken om van de plaats een totaalconcept te creëren. Dit behelst niet alleen een nieuwe kerk maar ook aangepaste verblijven voor de bedevaarders, kloosters voor de bedienaars en zelfs een ziekenhuis. En niet te vergeten: voldoende winkels en herbergen. Aangezien de paus een volle aflaat verleende aan eenieder die het oord bezocht was de massa niet meer te houden. De kassa rinkelde.
Al vlug was het concept, uitgetekend in 1469, veel te klein geworden. Vooral paus Sixtus V liet een aantal grondige aanpassingen doorvoeren waaraan we het huidige uitzicht voor een groot deel te danken hebben. Vanop het plein verwelkomt een beeld van die paus elke pelgrim persoonlijk.
LA SANTA CASA
In essentie draait alles rond het historische huis maar de meeste aandacht van de kunstliefhebber gaat zonder twijfel naar de marmeren constructie die rond het heiligdom werd gebouwd. Het ontwerp is van de hand van Donato Bramante en bestaat uit 32 taferelen die verwijzen naar het aardse leven van Marie en verder tal van profeten en sibillen voorstellen. Het overbrengen van het huis wordt op een zelfde tafereel trouwens drie maal voorgesteld (zie foto).
Hoe weelderig de marmeren bekleding ook is, ze staat in schril contrast met het sobere interieur van de oorspronkelijke woning. Volgens diverse onderzoeken stemmen de bouwmaterialen en de techniek overeen met wat gebruikelijk was in het Israël van 2000 jaar geleden. Nog andere elementen zouden de originaliteit van het bouwwerk bevestigen. Idem wat het beeld betreft dat zelf aan de evangelist Lucas wordt toegeschreven. Aangezien ik noch een archeoloog, noch een bouwkundige ben spreek ik mij daar verder niet over uit. Het huidige Madonnabeeld is wel een (exacte) kopie van het origineel dat in 1921 in een brand bleef. Wat me wel opviel waren de twee parallelle gleuven op wat ik oneerbiedig betittel als het voetpad rond de marmeren sarcofaag. Het zijn de uitgesleten sporen van de pelgrims die al biddend, op de knieën, gedurende eeuwen hier hun aflaat hebben verdiend.
Rond dat alles werd dan een enorme basiliek gebouwd. Het is trouwens niet het enige voorbeeld in Italië waar we een oorspronkelijk religieus bouwsel opgenomen zien in een meer recente kerk. Rond Assisi bevinden er zich een aantal die te maken hebben met het leven van Sint-Franciscus.
VIETATO…
De foto van het interieur heb ik van het internet overgenomen. Normaal gezien maak ik er een erezaak van om zo veel mogelijk met eigen afbeeldingen te werken. Zowel bij deze Kronieken, mijn boek of de powerpoint bij mijn lezingen, gebruik ik bijna uitsluitend eigen materiaal. Maar vaak geldt er op bepaalde plaatsen een verbod op het fotograferen, zoals bij het interieur van La Santa Casa. Nu is er in Italië nogal veel verboden en meestal valt daar wel een mouw aan te passen. Maar niet wanneer de bewaking toevertrouwd wordt aan nonnetjes of andere religieuze dames. Deze zijn onder geen beding om te kopen.