Een tiental km ten zuiden van Pigna, dat we in een ander artikel zullen bespreken, komen we aan in Apricale, een levendig stadje van dikke 600 inwoners in het binnenland van de provincie Imperia. Eens de auto geparkeerd, zoeken we te voet onze weg naar het centrale pleintje.
Net voor we dit willen betreden, houdt men ons tegen. Immers, op het ogenblik van onze aankomst is een wedstrijd pallapugno bezig. Dit is een balspel dat dateert van de Romeinse tijd waarbij twee teams het tegen mekaar opnemen. De regels begrijpen is niet eenvoudig, maar het lijkt wel een lokale variant op wat wij kennen als kaatsen. Het fascinerende is dat er gespeeld wordt in het decor van het stadje, ongeacht hoogteverschillen of gebouwen die in de weg zouden staan. Zelfs de lokale sindaco maakt deel uit van één van de twee teams!
Onze b&b Da Giuà is gelegen aan het centrale Piazza Vittorio Emanuele II, waarboven het lokale Castello della Lucertola prijkt. Onze uiterst charmante gastheer Paolo Pisano geeft ons een persoonlijke rondleiding in zijn gemeente en in het kasteel. Eén vleugel van deze historische locatie is gewijd aan het boeiende verhaal van de Mata Hari van Apricale dat we u zeker niet willen onthouden, en dat aan bod zal komen in de volgende aflevering in de serie rond Ligurië.
Het middeleeuwse dorp ligt in het binnenland van Bordighera, in de vallei van de Merdanzo, een zijrivier van de Nervia, op 13 km van de kust van de Riviera di Ponente. De berg Bignone (1.299 m) is zichtbaar op de achtergrond. De oudste vermelding (1092) maakt gewag van het dorp onder de naam Aurigallus.
Statuti communali
Apricale bezit de oudste statuti communali van gans Ligurië (1267), waarin alle rechten en plichten van de inwoners minutieus staan opgesomd. Deze statuti regelen tot in de kleinste details het leven van de inwoners van Apricale. Het gaat daarbij om de regulering van economische activiteiten, maar ook over taksen en belastingen. Bestraffing van criminaliteit mag niet ontbreken. Hierbij fijnbesnaarde regels zoals het levend begraven van de moordenaar samen met zijn slachtoffer, het onthoofden van overspelige vrouwen of het amputeren van voet of hand voor veedieven. Twee veldwachters moeten toekijken op de juiste toepassing van de regels en op het vangen van criminele elementen.
De statuten voorzagen ook in het oordeel van God. Hoe werkte dat? De veroorzaker van schade of diefstal aan derden kon onschuldig worden verklaard als hij – voor een korte afstand – met een gloeiend ijzer in de hand kon lopen zonder zich te verbranden. Ah, vrolijke oude tijden, een mens zou voor minder nostalgisch worden!
Lees alle andere bijdragen over Ligurië