Bij heel wat toeristen is Treviso voornamelijk bekend omwille van zijn luchthaven die onder andere door Ryanair wordt aangedaan om de toerist in de onmiddellijke omgeving van Venetië af te leveren. Voeg er dan nog eens bij dat het stadje een strategische plaats inneemt om de vier windstreken van de Veneto aan te vallen en het belang ervan kan niet beter onderstreept worden. Alleen, Treviso zelf geniet amper van die toeristische aandacht.
Neen, Treviso kan niet bogen op de rijkdom van Padova of Vicenza. De stad moet het hebben van haar gezelligheid, van de kleine pleintjes en terrasjes, het water van de kanaaltjes, enkele opmerkelijke details in de kerken, de verrassende gevels van de paleizen en de moderne kunst, als het ware overal lukraak rondgestrooid.
De raad der wijzen
Reeds een vijftal keer hebben we in Treviso gelogeerd en nog steeds raken we onder de indruk van het binnenrijden via de Piazza Garibaldi. Onmiddellijk worden we getrakteerd op wat de stad te bieden heeft: overdekte galerijen, een blik op de rivier de Sile, het monument ter ere van Dante, net op de plaats waar de Cagnano en de Sile in elkaar overvloeien, de eerste terrasjes en een van de zovele voetgangersbrugjes. Het is zowat de enige toegang die niet door een poort in de imposante verdedigingsmuur leidt. Opvallend is dat deze pas in het begin van de 16de eeuw werd opgetrokken op het moment dat Venetië zijn invloed op het hinterland uitbreidde. Dit ten gevolge van haar tanende macht door de verschuiving van de handelsroutes en de bemoeienissen van de omringende grootmachten.
Vanaf de Piazza Garibaldi leidt een wirwar van smalle steegjes en passerellen ons naar de Piazza dei Signori, zeer centraal gelegen binnen de historische omwalling. Het plein wordt gedomineerd door enkele majestueuze paleizen die vandaag dienst doen als politiek centrum. Zeer uitnodigend is het brede terras dat ten volle geniet van de zon. Natuurlijk ontbreekt er de Raad der Wijzen niet waar de ouderlingen aan hun gereserveerde tafel optreden als een soort van schaduwkabinet. Het bewijst uitvoerig dat het centrum van Treviso nog betaalbaar is voor de lokale bevolking. Wie al te veel last heeft van de zon kan verfrissing opzoeken aan een tafeltje onder de brede aanpalende galerij
De oudste brillen?
Vanaf de Piazza dei Signori zijn alle toeristische bezienswaardigheden heel gemakkelijk te voet te bereiken. We laten ons hier niet verleiden tot de opsomming van alle kerken en paleizen, laat de toerist maar zelf op ontdekking gaan. Toch willen we voor één kerk een uitzondering maken.
De San Nicolò staat in de zuidwestelijke hoek binnen de stadsmuren. Ook hier heeft Tommaso Barisini (of da Modena) zijn artistieke talenten kunnen botvieren. In zowat alle kerken van de stad zijn fresco’s van deze 14de-eeuwse schilder, maar hier zijn we getuige van toch wel uitzonderlijke voorstellingen. We moeten niet in de kerk zijn, maar wel in het aangrenzende klooster van de dominicanen. In de kapittelzaal heeft hij een veertigtal portretten geschilderd van illustere vertegenwoordigers van deze orde. Zeer gedetailleerd en met vermelding van de namen.
Allen zijn afgebeeld in het scriptorium en zijn ze druk bezig met de studie of met het kopiëren van manuscripten. Opvallend zijn de vele details waaruit we kunnen afleiden dat enkelen reeds gebruik maakten van een bril of een loep. Dit zouden de allereerste afbeeldingen zijn van een bril in onze westerse wereld. Vandaar dat Treviso ook de brillenstad wordt genoemd.
“Va pensiero” in een middeleeuws decor
Een van de meest aangename wandelingen is zonder twijfel de kronkelweg vanaf de Piazza dei Signori naar de vismarkt. Je doorkruist een middeleeuws kwartier met smalle steegjes, kleine bruggetjes en af een toe een pleintje (eerder een verbreding van de weg) waar je dan een terrasje aantreft.
Vanaf het centrale plein neem je de doorsteek onder het paleizencomplex. Je belandt onmiddellijk op de Via San Vito. Dan vervolg je gewoon rechtdoor, straatje in, steegje uit. Geen nood als je aan een verkeerd pleintje uitkomt. Geniet ondertussen van de vele moderne kunstwerken die je onderweg tegenkomt, voornamelijk in en rond de kanalen. Met wat geluk passeer je zelfs aan de oude watermolen. Of aan de Fontane delle Tette op de binnenkoer van het Palazzo Zignoli.
Wie nog vlug, voor het sluiten van de markt, de laatste visjes wil aankopen, neemt vanaf de Via San Vito de smalle en kronkelende Vicolo Trevisi. De vismarkt zelf bestaat uit twee rijen ijzeren stallen die op een eilandje zijn gebouwd. Aan de overzijde van het water, onder de arcaden, ligt het restaurantje “Va Pensiero”. Een leuk detail omdat ik dit artikel schrijf op 9 maart. Op deze dag, in 1842, werd de opera Nabucco van Giuseppe Verdi voor het eerst opgevoerd in de Scala te Milaan. Voor de Rome- liefhebbers refereert die datum uiteraard ook naar de feestdag van de Romeinse Santa Francesca Romana.
Fietsen langs de Sile
Hoe of wanneer onze belangstelling ooit gevallen is op de Romeinse site van Altino, zo’n 20 km in de richting van de zee, weten we niet meer. Nog minder waarom we opteerden om het bezoek ervan met de fiets te ondernemen. Wellicht werden we geinspireerd doordat we in Treviso voor het eerst in een Italiaanse stad het fenomeen van de stadsfietsen ontdekten.
Reeds in de vroege ochtend spoedden we ons naar de Borgo Mazzini waar de fietsenwinkel van Pinarello gevestigd is. De naam van Giovanni Pinarello klinkt bij Italiaanse wielerliefhebbers als een klok. In de Giro van 1951 eindigde hij als laatste, in die tijd een ereplaats want er was een behoorlijk bedrag (en nogal wat publiciteit) aan verbonden. De renner die deze benijdenswaardige plaats bekleedde werd getooid in een zwarte trui. Ter herinnering hangt er nog eentje mooi ingelijst in de winkel.
Het jaar daarop moest Giovanni zijn plaats in de ploeg echter afstaan aan een jong talent maar kreeg daarvoor een behoorlijk bedrag toegestopt. Daarmee kocht hij een winkel en een atelier waar hij zich na verloop van tijd ook toelegde op het vervaardigen van een eigen fietsmerk. Onze Lucien Van Impe reed ooit rond op een Pinarello.
Om de fietstocht kort te beschrijven beperk ik me hier tot het eerste traject dat de oevers van de Sile volgt in een regionaal natuurpark. Een prachtige ervaring, lommerrijk, fietsbruggetjes, enorm veel (water-)vogels, passerellen over moerassige delen… We ontdekten zelfs een botenkerkhof bestaande uit een tiental platte schuiten die indertijd dienst deden in de binnenvaart. Af en toe passeerden we een klein dorp zoals Casier of Lughignano. Eenmaal in Casale ontdekten we dat we nog maar halfweg waren, maar door het heel bochtige circuit van de rivier reeds boven de 20 kilometer uitkwamen. De rest zou volgen in een open polderlandschap onder de loden zon. En dan wachtte nog de terugkeer. Twijfel borrelde op. Een terrasje inspireerde ons tot een wijs besluit: iets drinken en rustig de terugweg inzetten.
Eenmaal in Treviso trakteerden we onszelf nog op een dubbele tiramisù, dè specialiteit van de stad. Die calorieën hadden we dubbel en dik verdiend. Altino bezochten we enkele dagen later. Met de wagen.
Marc Vandenbon – Auteur van “Innemend Italië” – www.innemenditalie.be