Il Giardino di Ninfa

De tuin van Ninfa bevindt zich in een gebied dat niet wordt bediend door treinen en bussen. De auto is dan ook de beste manier om ze te bereiken. In een vrij agrarisch landschap vol met kiwi-plantages kom je terecht aan de voet van de Lepini-bergen, een groene oase met een microklimaat bij de overblijfselen van de middeleeuwse stad Ninfa, waartussen de gelijknamige rivier stroomt.

Op weg naar de Ninfa-tuinen kwam ik terecht in uitgestrekte Kiwi-plantages, totaal niet verwacht in Italië…

Mijn verwachtingen waren hooggespannen voor het bezoek, geen Italiaanse renaissancetuin met structuur en Buxus maar een natuurlijke tuin in Italië, wat sommigen zelfs de mooiste en meest romantische tuin ter wereld noemen. Maar onze gids, die me met mijn groep begeleide nam ons meermaals mee naar voor bezoekers niet toegelaten paadjes, om ons te verrassen met meerdere enige uitzichten. Niet toegankelijk omdat de plaats van die mooie uitzichten niet zouden platgetrapt worden door de fotograferende bezoekers.

En ja… Het paradijs bestaat en het heet Giardini di Ninfa. De naam Ninfa verwijst naar de waternimfen aan wie op deze plaats al in de Romeinse tijden een tempeltje gewijd was. Het heiligdom markeerde de bron van een riviertje dat nog altijd met kristalhelder water door de tuinen stroomt.

De Ninfa-rivier stroomt met kraakhelder water door de tuinen.

In de vroege Middeleeuwen was Ninfa een welvarende ommuurde stad, met kloosters, watermolens, een zestal kerken en een kathedraal. In de kathedraal, Santa Maria Maggiore, werd in 1159 Rolando Bandinelli tot Paus Alexander III gekroond. In 1297 kocht Paus Bonifatius VIII Ninfa en de omringende landerijen voor 2000 gouden florijnen en schonk het bezit aan zijn neef Pietro Caetani. Sinds die tijd is Ninfa onafgebroken in het bezit van de familie geweest, totdat de laatste Caetani in 1977 stierf. Van dan af wordt het landgoed door de Roffredo Caetani stichting beheerd.

De hoogtijdagen van het stadje vielen in de 12e eeuw, maar daar kwam in 1382 plots een einde aan toen de stad door troepen uit het naburige Sermoneta werd gebrandschat. Het moet een bloederig einde zijn geweest, want nog steeds stuiten tuinmannen bij het planten van bomen en heesters overal op menselijke gebeenten. Na de verwoesting verdween de stad langzaam onder brandnetels en klimop die de ruïnes van torens, poorten, kloosters en kerken overwoekerden. In de 16e eeuw herstelde Kardinaal Niccolo III het voorouderlijke kasteel van Ninfa. In 1578 liet hij een Hortus conclusus aanleggen. Een ommuurde tuin met vijvers en fonteinen, gevoed door bronnen op het domein. Deze tuin bestaat nog steeds vrijwel onveranderd. Alleen zijn perken niet meer gevuld met geneeskrachtige planten maar met citrusbomen. Malaria had intussen de streek in haar greep, niemand werd ouder dan 40 jaar en herstel van het oude Ninfa bleef uit. Ninfa zakte weer weg in de vergetelheid ook het kasteel verviel weer tot een ruïne.

De ruïnes zijn een enig kader waarrond de tuinen zijn aangebracht.

In 1922 besloot Galasio Caetani, met zijn Engelse moeder Ada Wilbraham (1846-1934) om de overwoekerende ruïnes van Ninfa na zes eeuwen weer van het onkruid te ontdoen. Muren, pleinen en straten en zelfs resten van fresco’s op kerkmuren werden weer zichtbaar. Waterbronnen werden schoon gemaakt en riviertjes zichtbaar. De Romeinse brug werd beplant met blauweregen en twee middeleeuwse bruggen werden hersteld. Het vroegere stadhuis werd hersteld en ingericht als buitenhuis van de familie. Een kloosterkerkje werd gerestaureerd en ingericht als gastenverblijf. Cipressen werden geplant om het stratenplan van het stadje te markeren. Na de dood van Galasio werd het werk voortgezet door zijn broer Roffredo en zijn Amerikaanse vrouw Marguerite Chapin. Zij plantten klimrozen tegen de ruïnemuren, Magnolia’s en sierkersen langs vroegere pleinen en straten. Roffredo maakte watervallen zodat hij kon luisteren naar het klateren van water naast het zingen van de vogels en het ruisen van de wind. Roffredo’s dochter, Lelia plantte op haar beurt zoveel rozen, sinaasappelbomen. Lelia Caetani trouwde met de Engelsman Hubert Howard. Lelia stierf kinderloos in 1977. Hubert wijdde de rest van zijn leven aan het beheren van de Caetani stichting, die nog tijdens het leven van zijn vrouw werd opgericht om het voortbestaan van Ninfa veilig te stellen.

In 1966 werden de tuinen voor het eerst opengesteld. Bezoekersaantallen liepen op tot 50.000 bezoekers per jaar. Daarom heeft de Stichting ervoor gekozen om het bezoekersaantal te reguleren en om gedeelten van de tuinen gesloten te houden waardoor er een vluchthaven voor de kwetsbare fauna en flora ontstaat. De tuinen zijn nu slechts zes maanden per jaar open en één weekend per maand. Raadpleeg de website en maak vooraf een online afspraak. Bezoekers hebben na het zien van de tuin alle begrip, Ninfa is immers uniek!

Na een bezoek aan de tuinen van Ninfa is een bezoek aan het middeleeuwse dorp Sermoneta een aanrader.

Meer artikels van de hand van Jan Wylin over tuinen vind je hier.

Meer dan 1200 plantensoorten vormen de Ninfa-tuinen. Cercis siliquastrum, de judasboom is met zijn roze bloemen op naakt hout in het voorjaar een voltreffer.

 

Grachtjes met de arondskelk als moerasvegetatie.

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten