In deze reeks blazen wij het stof van enkele Italiaanse popklassiekers. Stuk voor stuk hebben die het in mijn jonge jaren ook tot een zeker hitniveau gebracht. Een mooie manier om ze te herontdekken dankzij Taste Italy!
Een ietwat vreemde eend in de bijt van de italodisco is Jerry Cutillo.
Zijn ambities in de muziekwereld waren eerder gericht op kunst dan op beroemd worden of veel geld verdienen. Toch belandt Cutillo bijna ongewild even in de jet-set, onder de artiestennaam Moses met de song “We just/Our revolution”. We spreken jaren 80 van vorige eeuw. Muziek wordt voor hem plots werk, met volop gastoptredens en alles wat daarbij hoorde.
Begin jaren ’80 tekende Cutillo een contract met een productiebedrijf, Pollicino & Co. Dat nam de productie van zijn liedjes op zich en zorgde voor de promotie ervan. Omdat deze firma één van de belangrijkste muzikale productiebedrijven uit Rome was, belandde hij in een circuit van talloze managers en sessiemuzikanten. Jong, productief en knap naar de maatstaven van die tijd, schreef Cutillo heel wat muziek en ontwikkelde hij arrangementen, daarin gestimuleerd door deskundige muzikanten met wie hij de studioruimtes deelde.
Eén van de in die periode geproduceerde nummers sprong naar de top van de Italiaanse en Europese hitlijsten, een beetje als bij toeval. Op een avond sprak de Napolitaanse manager van Cutillo hem aan als Moses. Dat werd meteen de artiestennaam die gebruikt werd op de cover van de 45-toerenplaat. Het liedje dat het onverwacht tot een groot succes bracht, heette “We just/Our revolution”. De A-zijde was We just, eigenlijk veeleer een instrumentaal nummer. De B-zijde, Our revolution, was hetzelfde liedje maar dan met vocals. Eigenaardig genoeg was het vooral de instrumentale versie die succesvol was.
Wat daarna volgde, was de een cascade aan zotte dingen. Met een ticket voor de businessclass van KLM ging het richting het luchtruim van Noord-Europa. Op Schiphol stond de manager van het Nederlandse muziekbedrijf Dureco op Cutello te wachten met een bordje met “Moses” erop. Cutello bleef maar zoeken naar zijn chauffeur, tot hij uiteindelijk begreep dat hij de Moses was die verwacht werd…
Maakte dit onverwachte succes Cutello blij? Niet meteen. Het bezorgde hem eerder stress en existentiële vragen. Was een leven, gekenmerkt door accommodatie in luxe hotels, lange snelwegritten om televisiestudio’s of radiostations te bereiken en, ten slotte, diners in eersteklas restaurants, werkelijk wat hij wilde?
In tv-shows zitten met artiesten als Starship, Elton John, Simply Red en vele anderen was een soort droom, maar tegelijk voelde Cutillo dat je snel verslaafd kunt raken aan succes, als aan een drug. Altijd de volle aandacht krijgen stijgt naar je hoofd, en maakt dat je jezelf bijzonder gaat vinden. Zoals hij van heroine kon afblijven, wilde hij ook afkicken van goedkoop succes.
Het bleef dan ook bij deze ene hit. Jerry Cutillo stortte zich daarna op andere muziekprojecten, zoals de band O.A.K. (Oscillazioni Alchemico Kreative). Dit paste meer bij zijn avant-garde karakter. Met intrigerende composities en smaakvolle arrangementen werkt hij samen met veel verschillende, vaak buitenlandse muzikanten. Het levert hem een vorm van erkenning op die hem beter ligt, want ze is gebaseerd op zijn talent en niet op een toevallige hit.