Iedereen trekt er in de zomer graag op uit naar Italië. Sommigen trekken iets makkelijker dan anderen vreemde, meestal grappige avonturen aan dan anderen. Zo ook onze Nederlandse vriendin Jacqueline, die met haar gezin vaak op campingtochten trekt door ons favoriete land. Haar verhaal lees je hier op taste-italy.be.
De Gran Sasso op
Via een vriend die uit Italië komt, werden we gewezen op de Gran Sasso in de Apennijnen. We verbleven een stukje noordelijker, dus met de auto die kant op. De rit ernaar toe was al prachtig. Wat een mooi en soms ruig landschap hier in de Abruzzo.
Ik was met mijn man en twee kinderen. Zij wilden met de kabelbaan naar boven, maar ik met mijn hoogtevrees durfde dat echt niet. Maar ja, geven en nemen zeggen ze hé… Dus de auto geparkeerd op 1115 meter bij Fonte Cerreto, waar de kabelbaan je verder naar boven brengt (funivia Gran Sasso d’Italia).
Ik wilde eerst zien hoe alles eruit zag voordat ik naar boven zou gaan. Maar helaas was de ingang van de kabelbaan binnen. Nu ben ik de flauwste niet, dus wij informeerden naar de vertrektijden (elk half uur), kochten een kaartje, nog even snel plassen tegen de zenuwen en hup, richting kabelbaan.
Toen we met het kaartje door het hek waren, zag ik in mijn ogen een soort van overvolle glazen bus aan een kabel hangen, het zweet brak me uit. Hier ga ik echt niet in! We besloten op de volgende te wachten. Maar nee hoor, er stond een bordje met “max. 100 personen”. En laten wij nu net nr. 97 tot en met 100 zijn… Dus werden we erin gepropt en ‘andiamo’.
De ‘grote glazen bus’ aan een kabel.
De vlakte Campo Imperatore
De kabelbaan bracht ons naar de vlakte Campo Imperatore op 2130 meter. Tussen de bezwete oksels van mijn mede-kabelbaan-reizigers durfde ik zowaar af en toe naar buiten te kijken. Wat hoog! Maar ook: wat mooi, tegelijkertijd.
De ‘grote glazen bus’ gaat langzaam aan zijn kabel omhoog en elke keer als we langs een mast komen zwiept hij heen en weer. Ik vind dit maar niks, maar het stelt me gerust dat alle andere 96 mensen om me heen dit juist leuk vinden. Maar toch ben ik blij als we eruit zijn.
We lopen over de vlakte. Hier staan wat foodtrucks en een paar kraampjes met souvenirs. Er is ook een groot rood/bruin gebouw, ‘hotel Campo Imperatore’. Het is gesloten, maar het is het hotel waar indertijd Mussolini gevangen heeft gezeten.
Wandeling naar 2388 meter hoogte
We zien ergens bovenop een berg een soort van restaurantje waar meer mensen heen lopen. We besluiten dat ook te doen. Atijd lekker om een restaurant als doel te hebben! De tocht is echt prachtig, ik raak niet uitgekeken. Het begint bewolkt te worden. Gezien de hoogte lopen we echt tussen en soms zelfs boven de wolken. Dit is overigens te merken aan de temperatuur: hoe hoger, hoe kouder het wordt.
Na een mooie wandeling naar boven komen we uit bij Rifugio Duca degli Abruzzi op 2388 meter hoogte. De geur van de barbecue is hier heerlijk. Hier houden we een pauze en terwijl we hier zitten, vragen we ons af hoe deze rifugio bevoorraad wordt.
De lucht wordt steeds donkerder, en omdat het voor de jonge benen van onze kinderen ook genoeg is geweest, besluiten we om vanaf hier weer naar beneden te gaan. Met toch wat angst voor slecht weer lopen we behoorlijk snel weer richting kabelbaan.
We lopen in de wolken.
Gelukkig is de kabelbaan op de terugweg een stuk rustiger dan op de heenweg en staann we vooraan voor het raam. Eerst wist ik nog niet zo goed of ik hier blij mee moest zijn, maar WAUW! Het blijft niet mijn ding, maar de stukjes die ik durfde te kijken waren echt prachtig. Vol trots en blijdschap dat we de kabelbaan i.p.v. de auto hadden gepakt stapte ik beneden ook weer uit.
Wat was dit een mooie ervaring!