Perché si dice…

Perché si dice ‘avere una bella faccia tosta’ (brutaal, onbeschaamd zijn)?

A volte usiamo modi di dire senza troppo pensare alle loro origini. Talvolta non si riesce a trovare il bandolo della matassa. In questo caso si può solo fare delle logiche deduzioni.
Probabilmente il modo di dire deriva dal fatto che una faccia tosta (talvolta si dice una faccia di bronzo)  rimane sempre inespressiva, qualunque cosa gli accada intorno.  Prova ne sono le statue, la cui espressione rimane immutata nel tempo, ed è forse da qui che si origina questo modo di dire.
Con l’espressione ‘avere una bella faccia tosta’ ci si riferisce a delle persone che non hanno paura di fare brutte figure,  che non hanno vergogna o timidezza, che sono sfrontate e che dunque hanno una bella faccia tosta o di bronzo.

Soms gebruiken we zegswijzen zonder stil te staan bij hun oorsprong. En vaak lukt het niet om het begin van de kluwen te vinden. In dergelijke gevallen, zoals dat ook is met ‘avere la faccia tosta’ kunnen we niet anders dan beroep doen op logische conclusies. .

Deze zegswijze zou kunnen voortkomen uit het feit dat een stoer of afgestreken gezicht (dat in het Italiaans ook wel een bronzen gelaat genoemd wordt) altijd uitdrukkingsloos blijft, wat er ook moge gebeuren. Zoals ook de gelaatsuitdrukking van beelden steeds onveranderd blijft. Weer, wind en leeftijd hebben er weinig vat op.

Met de uitdrukking “una bella faccia tosta” (een afgestreken stoer gezicht) bedoelt men dus dat er mensen zijn die weinig of geen schaamtegevoel of verlegenheid vertonen, die niet bang zijn om een slechte indruk te maken of om iemand te kwetsen. Ze kunnen erg brutaal overkomen. Ze blozen niet, vertonen geen emoties en hebben dus “una faccia di bronzo”.

 

Perché si dice “andare a ramengo” (naar ramengo gaan)?

Questo modo di dire è rimasto in uso alle persone di una generazione del passato. Sinceramente oggi poca gente lo usa e i giovani d’oggi spesso non saprebbero proprio infilarlo nella maniera giusta al interno di un discorso. Eppure alla fine del secolo passato e a l’inizio di questo faceva parte del parlar comune e della vita di tutti i giorni.
Andare a ramengo,  andare in rovina, in bancarotta. Nasce ad Asti e ha origini molto antiche; risale all’Alto Medioevo quando la cittadina piemontese era la capitale di un ducato di origine longobarda (dal VI al IX secolo). In questo periodo e per molti secoli successivi, anche quando Asti fu integrata al Ducato di Savoia, i condannati per reati relativi al patrimonio – e soprattutto gli autori di fallimenti – venivano confinati nel comune più periferico del ducato. Per l’appunto ad… Aramengo, comune situato oggi in una splendida posizione collinare nella provincia di Asti al confine con quella di Torino, a poche centinaia di metri dalla strada statale che collega Asti a Chivasso. Si suppone che il comune abbia preso il nome dal ruolo che gli fu attribuito, trasformando il latino andare ad ramingum, cioè allontanarsi, nel maccheronico aramengo, luogo designato per chi viene allontanato dalla città. Andare Aramengo (o a ramengo, come si trova anche erroneamente) divenne presto una locuzione popolare diffusa in Piemonte e nella Lombardia occidentale; con l’unità d’Italia si propagò all’intera Penisola.

Dit gezegde was vooral in gebruik bij mensen van voorgaande generaties. Weinig mensen gebruiken het vandaag nog en jonge mensen zullen het zeker al niet weten hoe dit correct in te passen in een discours. Aan het einde van de vorige eeuw en aan het begin van deze eeuw was het nochtans heel courant in gebruik in de gewone gesprekken van het alledaagse leven. Een equivalent Nederlands gezegde zou zijn: loop naar de maan, loop naar de pomp, verdwijn, maak je uit de voeten….

‘Andare a ramengo’, te gronde gaan, geruïneerd raken. De uitdrukking ontstaat in de vroege middeleeuwen in Asti, Piemonte. Van de 6de tot de 9de eeuw  was Asti de hoofdstad was van een Lombardisch hertogdom. In die periode en in de daaropvolgende eeuwen, werden veroordeelden voor vermogensdelicten en voor het uitlokken van faillissementen verbannen naar de verst afgelegen plaats van het hertogdom. En dat was dan in het dorpje Aramengo. Dat gebeurde ook nadat Asti in het Hertogdom Savoye opgenomen werd. Vandaag is Aramengo een prachtig heuvelachtig dorpje in de provincie Asti, nabij Turijn en situeert zich op die provinciale weg die Asti met Chivasso verbindt.

Aangenomen wordt dat het dorp haar naam te danken heeft aan de rol die ze verwierf. Het Latijnse ‘andare ad ramingum’ oftewel. zich verwijderen, werd gebrekkig vertaald in aramengo, hetgeen uiteindelijk de naam wordt van de plaats die toegewezen wordt aan zij die de stad moesten verlaten. Andare a Aramengo (of ook wel het foute ‘a ramengo’) werd al snel een populaire uitdrukking die wijdverspreid was in Piemonte en West-Lombardije; met de eenwording van Italië verspreidde het zich over het hele schiereiland.

Perché si dice “farsi la croce con la mano storta” (het kruisteken met de verkeerde hand maken)?

Ben sappiamo che ciò che è fuori dall’ordinario suscita nell’uomo meraviglia, timore, sospetto, paura. E’ per questo che per secoli i mancini sono stati perseguitati, in primis dalla Chiesa, che considerava la mano sinistra la mano del Diavolo e di conseguenza i mancini come suoi seguaci e discepoli.

Questa credenza ha permeato in seguito non solo il popolino, ma anche l’ottusa mente di molti medici, che consideravano i mancini persone con problemi mentali. Solo negli ultimi decenni le ricerche hanno dimostrato che essere mancini significa semplicemente avere molto più sviluppato l’emisfero destro del cervello. Vi è tuttavia, un modo di dire che richiama le vecchie credenze sul mancinismo:
Farsi la croce con la mano storta (o anche con la mano sinistra), è usata per indicare una situazione d’estrema meraviglia o addirittura di raccapriccio. La circostanza è talmente fuori dell’ordinario che si perde perfino il senso della religiosità segnandosi, appunto, con la mano sinistra (vorrei aggiungere che, in ogni caso, farsi il segno della croce con la mano sinistra è ammesso).

We weten dat wat ongewoon is, verwondering, angst, achterdocht of angst bij ons opwekt. Dit is de reden waarom linkshandigen al eeuwenlang vervolgd werden, vooral door de kerk, die de linkerhand beschouwde als de hand van de duivel en bijgevolg linkshandige mensen als zijn volgelingen en discipelen.

Niet alleen de bevolking was doordrongen van deze overtuiging, ook de bekrompen geest van veel artsen, die van linkshandigen dachten dat het mensen met mentale problemen waren. Pas in de afgelopen decennia heeft onderzoek aangetoond dat bij linkshandig simpelweg de rechter hersenhelft veel meer ontwikkeld is. Er is echter een gezegde dat herinnert aan de oude opvattingen over linkshandigheid:
Het kruis maken met een verkeerde hand (of ook wel met de linkerhand) wordt gebruikt om een ​​ extreme verwondering of afgrijzen uit te drukken. Dit gebeuren is zo ongewoon dat zelfs de zin van religiositeit verloren gaat door een kruisteken te maken met de linkerhand.

Taste-Italy.be maakt gebruik van cookies. Door onze website te bezoeken verklaar je je hiermee akkoord. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'cookies toestaan" om de surfervaring te verbeteren. Als je doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van de cookie-instellingen of je klikt op "Accepteren" dan ga je akkoord met deze instellingen.

Sluiten