Het zal velen reeds zijn opgevallen dat toeristische straten vaak opgefleurd worden met allerlei figuren die pogen de aandacht van de passanten te trekken. Het gaat van onschuldige levende standbeelden, bizarre choreografieën tot eenvoudig straattoneel. De animatie mag dan wel verschillend zijn, het doel blijft uiteraard hetzelfde: een centje bijverdienen. En die centjes kunnen zich tegen het einde van de dag aardig vermenigvuldigd hebben.
Het begon wellicht allemaal heel onschuldig met die jongen (of dat meisje) die met de gitaar in de hand op de hoek van de straat een of andere populaire popsong ten gehore bracht. Het repertoire was meestal niet erg uitgebreid en vloeide over van “We are the World” tot “Imagine” van John Lennon. Om daarna op repeat te drukken want bijna alle toeristen waren tegen dan toch al lang de hoek omgedraaid.
“NON TI LASCIO MAI PIÙ”
De meesten onder de straatzangers halen gelukkig een hoger niveau dan onze verklede politici. Alhoewel het ook aardig kan tegenvallen. Op weg naar het Palazzo di Brera in Milaan waren we verplicht te genieten van het solo-optreden van een lokale bejaarde artiest. Hij had zich voor de façade van voornoemd museum geposteerd, gewapend met een bandopnemertje en een microfoon. Als act had hij in de archieven gesnuisterd en daar het “Mamma” uit 1940 opgediept, bekend geraakt door Beniamino Gigli.
Ik weet niet of u het weet, beste lezer, maar wij weten het wel. En de buurt ook. De laatste regel van deze evergreen luidt: “e per la vita non ti lascio mai più! Mamma… mai piùùùùùùùùù!” Oorverdovend werd dit keer op keer herhaald. Het is mij nog steeds een raadsel waarom de Milanezen uit de omgeving hem niet weggekogeld hadden met rotte eieren of overvolle bloempotten vol sanseveria’s.
Gelukkig zijn er soms gasten die zich wel degelijk bewust zijn van hun onkunde om twee noten naeen op een aanvaardbare manier uit te spuien. Ze bekwamen zich dan wijselijk in het hanteren van draadpoppen. Zo werden we ooit in Bologna vergast op een optreden van John Lennon. In Firenze was het dan weer een pianoconcert. Deze poppenspeler had zijn pianist voorzien van ogen die centimeters ver konden uitpuilen. Dit truckje had veel succes bij het publiek, telkens een knappe Italiaanse voorbij kwam. Het leverde ongetwijfeld aardig wat euro’s op want er zijn in Italië veel knappe dames. Dat alles was natuurlijk nog voor de Me Too-tijd.
TOT JE KRAMP KRIJGT
Voor wie niet kan zingen of te onhandig is om draadpoppen op een behoorlijke wijze te laten acteren, die kan nog steeds zijn brood verdienen als standbeeld. Talloos zijn de Egyptische farao’s die gedurende lange tijd onbeweeglijk op een omgekeerde bierbak staan. Helemaal aangekleed en het gezicht volledig grijs geschminkt staan ze onbeweeglijk onder de loden zon overal waar heel wat toeristen passeren. Dankbaar zijn ze wanneer een geldstuk in hun beker terecht komt. Niet alleen voor de cent, maar voornamelijk omdat ze dan een buiging kunnen maken en een andere houding aannemen.
Ze bestaan in heel wat varianten. Bij het standbeeld van Dante aan het Uffizi te Firenze troffen we… Dante aan. Ook Charly Chaplin hebben we ooit ontmoet. Opmerkelijk is de zakenman die zich naar kantoor rept. Zijn wapperende das accentueert zijn haast. Of de man zonder gezicht, al is de vermomming omwille van de foute verhoudingen, al te doorzichting.
Opmerkelijk zijn echter de “Boeddha’s” die de laatste jaren zijn opgedoken. Ze tarten alle wetten van de zwaartekracht en het vraagt enig denkwerk om te doorgronden hoe ze het doen. De voorbereiding van hun act gebeurt afgeschermd, weg van de nieuwsgierige blikken. Maar eenmaal je het doorhebt kan je alleen maar concluderen dat eenvoud grenst aan genialiteit.
De legionairs daarentegen zijn al lang uit het Romeinse straatbeeld verdwenen omdat ze de (vooral Aziatische) toeristen woekerprijzen vroegen voor een foto en heel agressief optraden bij de minste vorm van protest. Het was duidelijk dat hier een maffiose praktijk achter stak, wat bij de individuele artiesten niet (of toch veel minder) het geval is.
ALLEMAAL DEZELFDE ACCADEMIE GEVOLGD
Ten slotte breng ik hier nog de beeldende kunstenaars ten tonele. Of liever, op de stoep. Het valt me op dat het reeds lang geleden is dat ik nog eens een Botticelli of Rafaël een bijna exacte kopie van een gekend schilderij met kleurkrijt op het voetpad heb weten toveren. Wel nieuw was die jongedame die met zand een hond op het pleintje voor de Santa Maria sopra Minerva te Rome te slapen legde. Een uitnodiging voor de bienale van Venetië zit er echter wellicht niet in.
Maar het meest gekke vind ik nog die talloze kunstschilders die uitpakken met zichten op Rome, de Rialtobrug en wat weet ik nog meer. Bijna steeds zijn ze bezig om net de laatste hand te leggen aan hun kunstwerk. Alleen lijkt hun artistieke visie op de Piazza Navona verdacht veel op deze van hun collega vijf meter verder. Ook hij is net bezig datzelfde lichtblauw aan de hemel toe te voegen. Allen werken ze blijkbaar in dezelfde stijl, met dezelfde techniek. Het lijkt alsof die vellen in massa vanuit Aziatische (?) avondscholen worden aangevoerd om bovenaan de Spaanse Trappen of in de buurt van de Trevifontein op een finishing touch te wachten.
Nog een klein detail om te eindigen. Waar veel volk samengetroept staat komt ook wel eens een zakkenroller langs. Al dan niet in samenwerking met de performer.
*Behalve anders aangeduid zijn alle foto’s eigen materiaal