In deze reeks belichten we telkens een model dat in de geschiedenis van de (Italiaanse) auto een belangrijke rol heeft gespeeld, zij het door zijn techniek, styling, populariteit of andere reden.
De Fiat 8V, ook wel bekend als de Otto Vu, is een zeldzame en opmerkelijke sportwagen die in de vroege jaren ’50 werd geproduceerd door Fiat. De 8V was niet alleen een indrukwekkende prestatie op technologisch gebied, maar het vertegenwoordigde ook Fiat’s ambitie om deel te nemen aan de markt voor luxe sportauto’s. Met slechts 114 exemplaren gebouwd, is de 8V een gewilde klassieker die bewonderd wordt vanwege zijn design, prestaties en zeldzaamheid.
Ontwikkeling
De ontwikkeling van de Fiat 8V begon in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. Oorspronkelijk werd de V8 motor ontwikkeld voor een sedan, maar Fiat besliste om deze niet in produktie te nemen. Niettemin konden de ingenieurs de directie overtuigen dat een sportwagen met de V8-motor het merk heel wat prestige zou bezorgen. Fiat zou zich kunnen meten met de beste Europese concurrenten van die tijd, zoals Alfa Romeo, Lancia en Ferrari.
Het project van de Fiat 8V werd toevertrouwd aan ingenieur Dante Giacosa en Luigi Rapi was verantwoordelijk voor het ontwerp. De V8 had een ongebruikelijke hoek van 70 graden (wat de motor smaller maakte) en had een cilinderinhoud van 1996cc. Het vermogen was 105pk bij 6000 toeren, wat voor die tijd hoog was. Later steeg het vermogen tot 115pk en zelfs tot 127pk bij tuner SIATA.
Deze fraaie motor werd ingebouwd in een zeer aerodynamische en agressief ogende coupé. De afdekplaten over de achterwielen waren kenmerkend, wat de auto een CW waarde gaf van 0.30. De stoelen stonden niet naast mekaar, maar schuins met als doel de auto zo compact mogelijk te houden. In vergelijking met zijn concurrenten van Alfa Romeo en Lancia was de auto dan ook een lichtgewicht. De van meer vermogen voorziene coupés (Alfa 115 pk en Lancia 118pk) moesten het qua acceleratie afleggen tegen deze Fiat.
Presentatie en kortstondige productie.
De auto werd voor het eerst voorgesteld aan het publiek op het salon van Genève in 1952 en het was een ware sensatie. Ondanks de lovende kritieken werden er echter niet veel exemplaren verkocht. De auto was dan ook zeer duur. Fiat produceerde 114 chassis tussen 1952 en 1954. Enkele exemplaren werden pas in 1955 van een carrosserie voorzien. Na een eerste reeks van 34 exemplaren werd de carrosserie ietwat gewijzigd met een vereenvoudigde voorzijde en zonder de kenmerkende afdekplaten. 24 chassis werden door de beroemde carrozzerie Vignale, Zagato en Pininfarina van een koets voorzien. Ook leverde Fiat aan SIATA nog ongeveer 50 sets aan resterende onderdelen, bestaande uit motoren, versnellingsbakken, ophanging en differentielen. SIATA gebruikte bouwde deze in een een buizenchassis van eigen ontwerp en liet de carrosseriën bouwen door Vignale, Bertone en Ghia.
De Fiat 8V was niet alleen bedoeld als een stijlvolle auto, maar ook als een competitieve racer. Fiat verwachtte dat de 8V zou deelnemen aan races en rallies, en sommige werden zelfs geleverd met lichte aluminium carrosserieën om het gewicht te verminderen. De auto had succes in verschillende races, waaronder de Mille Miglia, waar het enkele opmerkelijke prestaties behaalde.
Nalatenschap
Ondanks zijn technologische en esthetische verdiensten, was de Fiat 8V geen groot commercieel succes. De hoge prijs, gecombineerd met de concurrentie van gevestigde merken zoals Ferrari, Alfa Romeo en Lancia maakte het moeilijk om de gewenste verkoopaantallen te bereiken.
Niettemin is het model van hoge historische waarde. Het is een bewonderenswaardig voorbeeld van de diversiteit en creativiteit die mogelijk is wanneer automakers samenwerken met onafhankelijke carrosseriebouwers. De diverse ontwerpen behoren tot het mooiste wat er ooit op automobielvlak is gebouwd geweest – en de huidige prijzen zijn daarvan een weerspiegeling.