In deze reeks belichten we telkens een model dat in de geschiedenis van de (Italiaanse) auto een belangrijke rol heeft gespeeld, zij het door zijn techniek, styling, populariteit of andere reden.
De Fiat 600 (Seicento in het Italiaans) is een stadsautootje van Fiat dat werd ontworpen door Dante Giacossa en werd gebouwd tussen 1955 en 1969. Het model was de opvolger van de Fiat Topolino.
De Seicento was slechts 3,22 meter lang en had de motor achterin. Er werden zo’n 2.700.000 exemplaren van gebouwd en de auto genoot grote populariteit in landen als Spanje, Argentinië en voormalig Joegoslavië.
De watergekoelde 600 heeft qua verzamelwaarde altijd in de schaduw gestaan van de luchtgekoelde Fiat 500, maar in zijn tijd was het niettemin een opmerkelijk succesvol model. De 600 verkocht in het begin wezenlijk beter dan de kleinere 500. De miljoenste 600 werd minder dan zes jaar na de lancering van de auto al geproduceerd. Fiat bouwde op dat moment zo’n 1000 exemplaren per dag. De topsnelheid varieerde van 95 km/u voor de versie met de 633 cc-viercilinder motor tot 110 km/u voor de 767 cc versie.
Uiteraard waren er ook de gepeperde versie van Abarth. De fabriekscarrosserieën bleven gelijkwaardig aan die van de Fiat 600, maar de motoren hadden cilinderinhouden van 750, 850, en zelfs 1000 cc (respectievelijk 767, 847, of 982 cc). Ze waren behoorlijk snel en waren zeer succesvol in races.
Een jaar na het debuut van de 600 in 1956, kwam er een soft-top versie op de markt. Groter nieuws was de introductie van de 600 Multipla. Deze werd voorgesteld op 18 januari 1956 op het autosalon van Brussels en het is de eerste MPV of minivan, met 6 zitplaatsen, die op grote schaal werd gebouwd.