In deze reeks stellen we de allergrootste campionissimi uit het Italiaanse wielrennen aan jullie voor. Italië speelde al van in de beginjaren een vooraanstaande rol in het internationale wielrennen. Het land bracht tal van de meest legendarische kampioenen voort. Bewijs: in de top 20 van de all time ranking vinden we zomaar eventjes negen Italianen terug. Desondanks speelt het land nu al verschillende jaren niet meer mee in de wielertop.
De volgende campionissimo die we hier voorstellen is Franco Bitossi.
Franco Bitossi (Camaioni di Carmignano – Toscane, 1 september 1940) was profwielrenner van 1961 tot en met 1978. Bitossi won het puntenklassement in 1968 tijdens de Tour de France. Als enige in de geschiedenis van de Tour de France kreeg hij daarvoor, onder invloed van de sponsor Sic Champigneulles, een rode trui (in de andere jaren was die groen). Hij won tijdens zijn carrière onder meer etappes in de Tour de France en de Giro d’Italia.
Op 26 mei 1967 is de Giro toe aan zijn zevende etappe. Franco Bitossi, de Toscaan met het gekke hart, wint op de Etna. De inwoner van de provincie Prato is geen onbekende. Hij won immers reeds het bergklassement van de Giro in 1964, 1965 en 1966 en was de winnaar van zeven etappes in drie edities, waaronder de mythische etappe Cuneo-Pinerolo. In 1966 wint hij ook twee etappes in de Ronde van Frankrijk, in Caen en in Turijn.
Hartritmestoornissen
Maar Franco Bitossi is geen renner zoals alle anderen. Zijn bijnaam luidt “Falena”, de nachtvlinder. Een bijnaam die verwijst naar zijn vlotte pedaalslag waarmee hij wel lijkt te zweven. Hij is eenvoudig en rustig van aard, maar inwendig is Bitossi een… borrelende vulkaan. Falena is niet zijn enige bijnaam. Sommigen noemen hem ‘cuore matto’ of ‘gek hart’. Dokters ontdekten al vroeg in zijn carrière hartritmestoornissen bij de Toscaan. Zijn hart kon soms zomaar ineens 220 slagen per minuut maken.
Men heeft nooit geweten of het om een hartritmestoornis ging of dat hij aan psychologische problemen leed. Sommigen hadden het over paniekaanvallen. Franco Bitossi leerde leven met zijn zorgen en bleef beroepsrenner, met een lange lijst van overwinningen bij de profs. Hij kwam liefst 171 keer als eerste over de finish.
Op advies van zijn cardioloog was het niet ongebruikelijk dat hij langs de kant van de weg even stopte om zijn hart tot rust te laten komen. Hij zag dan het peloton van hem wegrijden. Of hem opnieuw inhalen, want Bitossi was een geboren aanvaller. Bij het WK van 1972 kreeg hij een van deze crisissen, toen hij met een schijnbaar comfortabele voorsprong op weg was naar de finish. Hij verloor de controle over zijn hart (en zijn emoties) en werd uiteindelijk op de streep ingehaald door zijn Italiaanse ploegmaat Marino Basso. Een nederlaag die hem voor eeuwig beroemd zou maken.
De overwinning van Bitossi in 1967 op de Etna was niet zijn enige wapenfeit. Hij werd drie keer Italiaans kampioen op de weg en twee keer in het veldrijden. Daarnaast won twee keer op rij de Ronde van Lombardije, twee keer het Kampioenschap van Zürich en was de eerste Italiaan die het puntenklassement in de Tour won.