Een paar jaar geleden bezocht ik eens de ruïne van het klooster van San Bruzio, in de Maremma, het zuidwesten van Toscane. Ik was getriggerd door fascinerende foto’s die ik voorbij had zien komen, maar wist verder nauwelijks iets van hetgeen ik aan zou treffen. Toen ik het stoffige zandweggetje naar de bouwval opreed en de contouren ervan steeds duidelijker in zicht kreeg, nam m’n nieuwsgierigheid nog verder toe. Wat een vreemde plek voor een klooster, hoor ik mezelf nog denken.
De San Bruzio, of wat er nog van over is, ligt in een desolate maar ook suggestieve omgeving. Afgezien van het enkele kilometers verderop gelegen stadje Magliano vind je hier niets. Verwonderlijk is dat niet, want de Maremma was tot een eeuw geleden een onherbergzame, moerassige streek. Het rare is ook, dat er van het klooster niets anders resteert dan één enkel, weliswaar massief bouwdeel. Ik nam me voor om thuis eens uit te zoeken hoe het zit met de geschiedenis van dit monnikenoord.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de speurtocht naar de lotgevallen van de San Bruzio leverde zo goed als niets op. De websites die ik raadpleegde weten niet veel meer te vertellen dan dat de historie van het klooster in nevelen is gehuld, en voor het overige duiken er alleen maar speculatieve verhalen op. Dit mag toch wel verbazingwekkend heten, want in de regel is de geschiedenis van kerken en kloosters in Italië best goed gedocumenteerd. Hier dus niet.
Ruïnes
Het enige wat zo goed als vaststaat, is dat in de 11e eeuw een begin gemaakt werd met de bouw van het klooster. Het initiatief kwam mogelijk van de in 1025 gestichte congregatie van de Camaldolesi, die deel uitmaakte van de benedictijner orde. Het klooster is eigenlijk gewijd aan San Tiburzio, een martelaar over wie bijna niets bekend is. Sommige bronnen wijzen op gelijkenissen van bouwstijl en decoraties met de beroemde abdij van Sant’Antimo bij Montalcino, en op invloeden vanuit Lombardije en Frankrijk.
Van het hele complex resteert alleen de apsis van de kerk, een deel van de muren van het transept en een deel van de bogen die de achthoekige basis van de koepel dragen. In deze schamele overblijfselen zijn niettemin prachtige sculpturen te bewonderen, vooral in de kapitelen.
Het raadselachtige is, dat er van de rest van het complex niets meer te vinden is. Geen andere bouwdelen, geen los materiaal; alles lijkt in de lucht opgelost. Het zou kunnen dat het klooster ooit systematisch is afgebroken, maar waar zijn de materialen dan gebleven? En wie komt er nu op het idee om midden in de wildernis van de Maremma een klooster te ontmantelen? Geen wonder dat sommigen denken dat er nooit een voltooide San Bruzio is geweest en dat de bouw is blijven steken in de beginfase.
Naar het schijnt wordt de San Bruzio in het nabijgelegen Magliano een ‘tempio pagano’ genoemd, een heidense tempel. Waarom is onduidelijk. Maar misschien heeft het iets te maken met de duistere geschiedenis van wat een heilige plek had moeten zijn, of worden.
Een ding is zeker: de naakte steen gaat, geteisterd door weer en wind, de onvermijdelijke ondergang tegemoet. Gaat het zien, voor het te laat is.