De gebeurtenissen van de voorbije weken hebben nog maar eens bewezen dat er geen zekerheden bestaan. Het zijn geen zombies die ons verscheuren, noch zijn het CO2 walmen die ons langzaam verstikken, maar het is een uiterst klein creatuur dat ons van binnenuit aanvalt. In alle stilte waart het rond en vreet het aan ons leven in al zijn dimensies.
Toiletpapier is schaars, restaurants en winkels zijn gesloten, files aan de Aldi en de Colruyt in plaats van aan de brug van Vilvoorde, flikken op winkelcontrole en werken doen vanuit ons kot.
Wij dachten, samen met zovele anderen om in de komende lenteweken te gaan reizen. We gingen naar Italië, Spanje, Frankrijk of gewoon naar onze kust, maar op enkele dagen is ergens nergens geworden en zitten we plots allemaal tegelijk thuis vast. De Marc Van Ransts van deze wereld zijn voorzichtig, maar toch duidelijk, de eerste maanden blijft het bij nergens en vooraleer het ergens wordt, gaan we veel geduld moeten hebben.
In deze tijden van in uw kot te blijven, quarantaine, angst, stress en de constante doemberichtgeving over de besmettingen en de slachtoffers van het Coronavirus, zullen heel wat mensen het mentaal nog heel moeilijk krijgen.
En dus is ook onze overheid te rade geweest bij de klinisch psychologen en ze zeggen ons dat we dit offer brengen voor onze maatschappij, dat we actief en sociaal moeten blijven, dat we dagelijkse routines moeten opzetten, dat we angstige gedachten de baas moeten blijven en dat we dus niet constant naar het nieuws moeten kijken. Als we deze raad opvolgen zou alles mentaal loslopen, iedereen met een brede glimlach op zijn gezicht, denken ze. (Prof. Atle Dyregrov, Bergen Noorwegen)
Ik geloof niet dat we het enkel met dit advies gaan rooien? Er ontbreekt iets fundamenteel? Waar blijft het positieve? Moeten we in deze onzekere tijden geen vooruitzichten hebben? Moeten we geen plannen maken?
Thuis voel ik het al, wij hebben de voorbije jaren in de luxe geleefd om bijna om de zes weken richting ons huis in Calabria te trekken. Opnieuw was alles gepland en geboekt, Pasen en Pasquetta in het Zuiden, onze tweede thuis. Wat gingen we allemaal niet doen met onze vrienden ginder? En nu zitten we thuis, tussen onze muren of wandelend in de buurt. We moeten geduld hebben en wachten, maar op wat of op wie?
Vakantie is dus voorlopig onbereikbaar geworden, maar we hebben wel de mooie herinneringen die we kunnen koesteren en we kunnen opnieuw plannen maken en dromen van al die vakanties die nog gaan komen.
Dus na het fietsen en wandelen van vandaag ben ik in mijn fotobibliotheek gedoken en heb ik herinneringen opgehaald aan de mooie momenten tijdens onze trips en zo ben ik opnieuw beginnen dromen …
Vroeger wou ik gaan schilderen in de Provence, op zoek naar de verschillende soorten blauw van de lucht of van de lavendelvelden. Ik kon toen niet schilderen en kan het nog steeds niet, maar toch zag ik mezelf voor mijn schildersezel zitten. Die droom was niet meer dan een vlucht naar dat ultieme rustpunt, even weg van de stress en drukte, mijmerend uitblazen en dan opnieuw op het gaspedaal gaan staan. Dromen zijn als vuurtorens, bakens langs de weg die ons behoeden van schipbreuk, die ons helpen moeilijke momenten door te komen. Dromen geven ook richting aan ons verhaal, aan ons leven. Dromen die we omzetten in wensen worden uiteindelijk ambities en ambities proberen we te realiseren.
Mijn verhaal begint zo’n 30 jaar geleden met een reis naar Porto Santa Margarita in de Veneto streek. Ergens in Ettenleur op een terrasje spraken we af met neef en nicht om samen op vakantie te vertrekken. De bestemming, door het lot bepaald was Porto Santa Margarita. Een klein dorpje aan de overkant van de fiume net naast Caorle. Daar hebben we Italië en vooral de Italianen leren kennen en tot op vandaag koesteren we nog steeds vriendschappen uit die tijd.
Twintig jaar lang hebben we fantastische vakanties beleefd in dat dorpje en het was besmettelijk want ons aantal nam elk jaar toe. Met negen het eerste jaar, maar jaren later zaten we zelfs met 20 man rond de tafel. Naast wat cultuur, veel pasta en wijn werd er ook veel gesport. Regelmatig vertrok ik met de koersfiets langs de kust of langs de kanalen richting de bergen. Op een van die tochten passeerde ik langs een verlaten villa – la Fagiana enkel gebruikt door de lokale jagers om er af te spreken, maar ooit een Duits commandopost waar volgens de legenden Hitler nog eens geslapen zou hebben. Waarom weet ik niet, maar deze plaats zette me aan het dromen van een eigen stek ergens op een plaats bij de zee, omgeven door de natuur. Hier eindigde mijn schilders droom en begon mijn vastgoeddroom.
Van droom, via wens, naar realiteit, we hebben het allemaal meegemaakt. Tien jaar geleden hebben we onze handtekening gezet onder een overeenkomst en zijn we eigenaar geworden van een huis, een lap grond, olijfbomen en een fantastisch uitzicht over de Tyrreense zee.
Vandaag ben ik een beetje Italiaan geworden en krimpt mijn hart bij de berichtgevingen over de Italiaanse slachtoffers. Die Italianen hebben voor ons gezichten en namen gekregen, het zijn geen anonieme cijfers meer, we zijn ongerust want een deel is als familie voor ons geworden.
Twintig jaar Veneto en tien jaar Calabria hebben hun sporen achtergelaten. Er zijn vele goede vrienden bijgekomen, broers en zussen. We hebben hun cultuur opgesnoven en hun liefde voor mooi en lekker overgenomen. We spreken hun taal en gesticuleren al bijna net als hen. We drinken hun wijn, we eten hun keuken, we snuiven hun lucht en we delen hun zorgen.
Hoe is het zover kunnen komen?
Zuidelijker dan Rome en Sorrento waren we nooit geweest en toch kopen we een huis in Calabria. Van een sprong in het duister gesproken? Calabria het land van de ‘ndrangheta sangue e coltelli’, van de Rocco Granata’s en de gastarbeiders in de Borinage en de Limburgse mijnen. En toch, één foto op Immoweb en we waren verkocht.
Inderdaad in het verre Calabria, met zicht op de Tyrreense zee en met de rug tegen Monte Coccuzzo hebben we een stek onder de zon gekocht. Het klimaat is om van te dromen. Droge warmte in de zomer maar steeds met een verfrissende zeebries. Zomers beginnen er vroeg en eindigen heel laat. De winter is er mild en met momenten zelfs Belgisch zomers.
Eenvoudig was het niet in die stempelende natie waar alle officiële diensten de meest bizarre openingstijden hebben. De eerste maanden vier keer naar ginder gereisd om alle openbare en minder openbare gebouwen van binnen en van buiten te zien: la Posta, la Banca Nuova, la Prefettura, il Commune, … Uiteindelijk, na vier maanden zijn we eind augustus bij de ‘notaio’ geweest en ‘Bam’ we hadden ons eigen huis gekocht! Hadden we aankoopstress? Neen absoluut niet, na meer dan 20 jaar geregeld te vertoeven in Italia dachten we voldoende ervaren te zijn. Bovendien waren we de voorbije 2 jaar een kijkje gaan nemen van Barcelona tot Blankenberge en enkel in Longobardi was het liefde van de eerste seconde!
Echt eenvoudig was het niet. Ons Italiaans was perfect om alle spijzen en dranken op restaurant te bestellen, maar om de bolleta van je telefoon of je elektriciteitsmaatschappij te begrijpen is er meer nodig. Hoewel ze ginder de problematiek Brussel Halle-Vilvoorde niet kennen en iedereen Italiaans praat, is er toch een groot verschil tussen Noord en Zuid. Stel je voor dat er 1000 km tussen Oostende en Hasselt liggen, dan heb je het over twee verschillende talen.
Wordt vervolgd …
Luc Vleck schrijft regelmatig een blog over Italië met focus op Calabria