Italië is al sinds enkele jaren het grootste wijnproducerende land ter wereld. Niet alleen dat, Italië heeft ook het grootste aantal autochtone druivensoorten ter wereld. Naar schatting zouden er meer dan 2000 soorten druiven zijn. In deze reeks bekijken we de bekendste autochtone druivenrassen van Italië.

 

Glera is een Italiaanse druivensoort waar prosecco van wordt gemaakt. Lange tijd werd de naam Glera echter niet gebruikt, omdat de druif simpelweg ‘prosecco-druif’ werd genoemd.

Het gebruik van de naam Glera voor de ‘prosecco-druif’ is echter weer belangrijk geworden bij de toekenning van de DOCG-status aan prosecco uit de Conegliano Valdobbiadene regio en de erkenning van de DOC-status aan prosecco uit vijf provincies in Veneto en vier provincies in Friuli. Deze toekenning heeft plaatsgevonden in 2009.

De druif werd al in het begin van 19de eeuw massaal aangeplant in de provincies Treviso en Padua. Men maakte er  mousserende wijnen van die dan in en rond Venetië verkocht werden. Ook nu nog produceert men bijna de hele productie in deze provincies. De 3 belangrijkste productiezones zijn Valdobbiadene en Conegliano in Treviso en de colli Euganei in de provincie Padua. De beste zone is die van Valdobbiadene (en daarbinnen het gebied Cartizze).

De Prosecco-druif is ideaal voor het maken van mousserende wijnen omdat zijn structuur licht is, hij niet veel suikers bevat, een hoge aciditeit heeft alsook frisse aroma’s.

De meeste prosseco’s zijn brut) of extra dry en worden gemaakt volgens de charmatmethode. De kwaliteit kan variëren van ordinaire schuimwijn tot een wijn met kwaliteiten van een champagne.