In Rome kun je honderden plekken bezoeken zoals musea, kerken en archeologische sites. Toch zijn er nog heel wat plaatsen waar je als toerist niet zomaar kunt binnenstappen en een kaartje kunt kopen aan de kassa.
In deze achtdelige reeks nemen we je mee voor een blik achter enkele van die gesloten deuren omdat ze in gebruik zijn als ambassade, privé-paleis, kantoor of omdat er geen geld is om de plek open te stellen voor het publiek.
In het historisch centrum, niet ver van het parlement, ligt een kleine piazza, niet veel meer dan enkele parkeerplaatsen en een buitenterras, je bent er zo weer voorbij gewandeld: Piazza Firenze.
Het plein is genoemd naar het imposante palazzo uit de zestiende eeuw dat behoorde tot de familie del Monte en daarna tot de Medici die het palazzo zijn definitieve naam gaf.
Met het oog op het jubeljaar 1550 had paus Paulus III een renovatieplan klaar om de verloederde buurt op het Campo Marzio ingrijpend te vernieuwen. Sinds de val van het Romeinse Rijk waren er geen belangrijke stedenbouwkundige ingrepen meer geweest uitgezonderd de aanleg van de Via Trinitatis (vandaag Via dei Condotti en Via della Fontanella di Borghese) die de Spaanse Trappen verbindt met de haven van Ripetta (nu verdwenen).
Toen de paus al in 1549 stierf, werd zijn plan verder uitgewerkt door zijn opvolger Julius III (del Monte). Deze paus zag wel brood in de herontwikkeling van de buurt en kocht meteen enkele gebouwen op voor zichzelf die hij wilde samenvoegen tot één groot en weelderig familiepalazzo voor zijn familieleden zoals Innocenzo Ciocchi del Monte, de zoon van een bediende die hem nauw aan het hart lag, adopteerde en tot kardinaal benoemde.
Het eerste gebouw waarop de paus zijn oog liet vallen was het huis van Jacopo Cardelli, die nog onder paus Leo X belangrijke functies in de curie had bekleed. Julius III kocht ook een stuk land met uitzicht op de Via Trinitatis met het doel daar een tuin van te maken. Hij was erg jaloers op het imposante palazzo Farnese maar had de middelen niet om dergelijk majestueus project te betalen. In de tuin wilde hij een portiek bouwen dat de verschillende aparte gebouwen zo tot één residentie zou transformeren.
De plannen werden toevertrouwd aan de Toscaanse architect Bartolomeo Ammannati die al andere projecten voor de del Montes had uitgevoerd zoals de decoratie van de villa en van de familiekapel in de kerk S. Pietro in Montorio (op de Gianicolo). Ammannati zag meteen in dat het onmogelijk zou worden om het kleine plein en de aparte gebouwen om te toveren in iets dat lijkt op palazzo Farnese met het gelijknamige plein. Hij koos daarom voor een slim bouwkundige trucje: hij verborg de gevel deels in de smalle straat zodat het de illusie kreeg veel groter en langer te zijn dan het in werkelijkheid was.
Ondanks het grillige trapeziumvormige grondplan slaagde hij er toch in om vrij regelmatige kamers te creëren met een mooie symmetrische binnenplaats. Un capolavoro (meesterwerk)! Jammer genoeg werd het palazzo in de negentiende eeuw zo grondig gerenoveerd dat het oorspronkelijke uiterlijk grotendeels verdwenen is.
De decoratie van de zalen werd lange tijd toegeschreven aan Federico Zuccari (il Primaticcio) maar in werkelijkheid zijn ze het werk van Prospero Fontana uit Bologna. Hij decoreerde de loggia op de begane grond, de Camerino dei Continenti en de Sala del Granduca.
De negen vierkanten van het gewelf in de loggia zijn versierd met scènes uit de mythologie en de antieke geschiedenis. Ze verwijzen allen subtiel naar de familie del Monte. Zo bevinden sommige hoofdfiguren zich op een berg (verwijzing naar de naam “del Monte”); op andere is het wapenschild verwerkt (2 kransen, 3 bergen).
Na de dood van Julius III en zijn opvolger Paulus IV wordt het palazzo in beslag genomen door paus Pius IV die behoort tot het geslacht de’ Medici, weliswaar een tak uit Milaan. Hij verkoopt het paleis aan groothertog Cosimo I die het laat inrichten als residentie voor zijn twee zonen die allebei als kardinaal in Rome vertoeven (eerst Giovanni daarna Ferdinando).
Kardinaal Ferdinando vraagt Jacopo Zucchi om de plafonds van de stanza degli Elementi en de stanza delle Stagioni te decoreren die hij gebruikt als zijn studio. Mogelijks schilderde Zucchi deze in Firenze om de sala delle Carte Geografiche in het Uffizi te decoreren en liet Ferdindano ze naar hier verplaatsen.
Wanneer Ferdinando wordt aangesteld als de nieuwe groothertog, vindt hij zijn huidige woonst te min en verlaat hij het palazzo. Ondertussen heeft de familie immers met de Villa Medici en Palazzo Madama veel prestigieuzere gebouwen om te verblijven. In 1587 wordt het de residentie voor de nieuwe Florentijnse ambassadeur in Rome.
Na de annexatie van Rome bij het Koninkrijk Italië kiest men het palazzo als zetel voor het nieuwe Ministerie van Binnenlandse zaken maar de minister van dat departement Giovanni Lanza vindt het daarvoor te klein. In 1872 wordt het even de residentie voor de Minister van justitie. Toen die naar een andere locatie vertrok, werd het de zetel van de staatsadvocatuur.
In 1889 richt een groep intellectuelen onder leiding van Giosuè Carducci een verbond op dat het “Manifest voor de Italianen” uitbrengt met als doel de Italiaanse taal en cultuur te beschermen en te verspreiden. De Società Dante Alighieri wint snel aan belang en drijft in de Eerste en Tweede Wereldoorlog mee op het succes van de fascistische partij.
In 1926 wordt Palazzo Firenze toegewezen als hoofdzetel van de Società Dante Alighieri en dat is het tot vandaag gebleven. Na de Tweede Wereldoorlog schudt de vereniging zijn politieke erfenis af en kiest het resoluut voor de promotie van het Italiaanse culturele erfgoed in Italië en de wereld zonder politieke voorkeur. Om dit te bewerkstelligen steunt de vereniging op 500 regionale comités waarvan 400 in het buitenland zijn gevestigd (België 10 en Nederland 15 afdelingen).
De comités organiseren Italiaanse taalcursussen en culturele evenementen, van kunst tot muziek, van sport tot film, van theater tot mode en literatuur. Bovendien ondersteunen de comités in het buitenland scholen en bibliotheken, verspreiden ze boeken en publicaties, organiseren ze beurzen, conferenties, culturele uitstapjes en artistieke evenementen en kennen ze prijzen toe.
Het palazzo is niet vrij toegankelijk voor publiek. Geleide bezoeken worden na reservatie op woensdagvoormiddag georganiseerd.
Links:
https://romewandelingen.be/romewandeling-ponte/