In Rome kun je honderden plekken bezoeken zoals musea, kerken en archeologische sites. Toch zijn er nog heel wat plaatsen waar je als toerist niet zomaar kunt binnenstappen en een kaartje kunt kopen aan de kassa.

In deze achtdelige reeks nemen we je mee voor een blik achter enkele van die gesloten deuren omdat ze in gebruik zijn als ambassade, privé-paleis, kantoor of omdat er geen geld is om de plek open te stellen voor het publiek.

Villa Ada, Tempio di Flora

Villa Ada is het vierde grootste park in Rome en kent zijn ontstaan in de zeventiende eeuw als landbouwgrond van het Iers college. Het is gelegen ten noordoosten van het historisch centrum langs de Via Salaria in de wijk Parioli.

 

Villa Ada, Tempio di Flora

 

Eind achttiende eeuw wordt het door de prinsen van Pallavicino, een oude adellijke dynastie in Noord-Italië, ingericht als romantische landschapstuin met wandelpaden, vijvers, een koffiepaviljoen en andere neoklassieke gebouwen zoals de Tempel van Flora en het Belvedère.

In 1872 wordt het park aangekocht door de koninklijke familie Savoye. Koning Vittorio Emanuele II hield van het buitenleven, breidde het landgoed flink uit tot 160 ha en liet er een villa met stallen bouwen. Koning Umberto I verbleef liever in het palazzo del Quirinale en verkocht het park aan graaf Tellfner die het domein naar zijn vrouw Ada noemde.

Villa Ada

Zijn opvolger koning Vittorio Emanuele III kocht het landgoed echter terug in 1904 en de villa werd opnieuw een koninklijke residentie waardoor de naam verandert in “Villa Savoia” tot 1946. Je kunt het gerust vergelijken met het Belgische Koninklijke domein in Laken.

Na de val van de monarchie raakt het gebied in verval en wordt het in 1957 tot openbaar bezit verworven. In de loop der jaren wordt het herbebost, gerenoveerd en opengesteld voor het publiek.

De koninklijke villa schenkt men aan Egypte als dank voor de gastvrijheid die de afgezette koning en koningin ontvangen tijdens hun ballingschap in Alexandrië (1946-47). Vandaag is het de zetel van de Egyptische ambassade en consulaat.

Detail toegangsportaal

Bij de start van de Tweede Wereldoorlog laat Mussolini een bunker bouwen midden in het park op zo’n 350 m afstand van de koninklijke villa. Zo kon de familie veilig schuilen tijdens de bombardementen van de geallieerden. Tot dan gebruikte de koning de kelders van de villa als schuilplaats maar door de verslechterde oorlogssituatie vond Mussolini deze ontoereikend.

Bunker Villa Ada Savoia

De bouw van de bunker gebeurde in het grootste geheim, er zijn tot vandaag geen documenten met bouwplan of kostenraming teruggevonden. Het project wordt toevertrouwd aan ingenieur Romeo Cametti. Wanneer de koning het domein in 1946 definitief verliest, wordt de bunker niet langer onderhouden en verlaten. Het duurt tot 2010 voor er opnieuw belangstelling komt voor de bunker dankzij de inzet van een plaatselijke heemkundige kring “Roma Sotterranea”.

Autoparking

Nochtans was de bunker niet volledig uit het publieke geheugen verdwenen. Er gingen al jaren verhalen rond over geheime bijeenkomsten van satanische sekten en daarom stond de bunker in de volksmond bekend als “Bunker del diavolo” (bunker van de duivel).

Toegangsdeuren vanuit de autoparking

Tot de jaren ‘60 stond in de bunker nog een deel van het originele meubilair en bewapening maar dat is grotendeels verloren gegaan. De stad Rome, eigenaar van het park en dus ook van de bunker, gaf een gratis concessie weg aan de heemkundige kring die de kosten van herstel en restauratie op zich nam.

Verloedering

Tijdens de restauratie worden de muren graffitivrij gemaakt, de elektriciteit hersteld en het puin geruimd dat daklozen en krakers hadden achtergelaten. In 2016 is de renovatie klaar en wordt de bunker opengesteld voor het publiek.

Schuilplaats

De bunker heeft als grondplan een cirkel met een oppervlakte van 270 m². Er is een bakstenen ingang, daarna een tunnel van 10m lengte met aan het einde twee gewapende deuren van 1800 kg zwaar gemaakt van ijzer en beton.

Om de bunker te beschermen tegen een rechtstreekse bomaanval, is er een cirkelvormige schild bovenop bevestigd van gewapend beton. Deze rust op bakstenen muurtjes met gebogen openingen om de kracht van een bomexplosie te breken en zo de onderliggende bunker te beschermen.

Beschermend schild

Aan de ingang is een brede oprit voorzien zodat de koning met de auto van de villa tot de bunker kon rijden. Wegens tijdsgebrek kon er geen ondergrondse gang worden gegraven. Eenmaal voorbij het toegangsportaal kom je in een brede ruimte waar de auto van de koning kon parkeren. Via een volgende gepantserde deur kom je in de eigenlijke schuilplaats. Een zijdeur leidt naar een wenteltrap van 40 treden die dienst deed als nooduitgang.

Gasmaskers

De bunker is opgedeeld in twee schuilkamers. Er is in elke schuilkamer een aparte badkamer met wastafel en toilet. Omdat riolering ontbrak werd een Imhoff-tank geïnstalleerd (vernoemd naar de uitvinder Karl Imhoff). De tank is zichtbaar in de autoparking via een raampje.

Bureautje

De schuilplaats is voorzien van een slim beluchtingssysteem dat via overdruk een aanval met gifgassen kon doorstaan. Met een pedaalsysteem kon het systeem manueel werken zelfs als de elektriciteit uitviel. De elektriciteitsvoorziening is nog origineel inclusief schakelaars, lamphouders en stopcontacten. Vandaag wordt ze van elektriciteit voorzien dankzij een extern zonnepaneel.

 

De bezoeken werden georganiseerd door vrijwilligers op zondagnamiddag. Sinds enige tijd is de bunker gesloten omdat de consessie verstreken is en niet verlengd werd. Wie de bunker aan de buitenkant wil bekijken, wacht een flinke zoektocht. De bunker bevindt zich immers in sterk bebost en verwilderd terrein.

Links:

 

 

Sluit je vandaag nog GRATIS aan als Italofan!